Na de verkiezingen was de heersende klasse internationaal opgelucht. Geen Nederlandse dominosteen die was omgevallen, na de enorme schokken van de Brexit en de verkiezing van Trump. Geen PVV als grootste partij na de verkiezingen. Mark Rutte kreeg de eer om een derde kabinet te vormen, een nieuwe brede coalitie. Echter, dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Voor de heersende klasse was het duidelijk. De versplintering van het politieke landschap heeft de formatie lastiger gemaakt, maar een brede coalitie van vier partijen moest mogelijk zijn. Na de negatieve ervaringen met het PVV-gedoogexperiment, is de PVV-optie enkel een laatste mogelijkheid geworden.

VVD en vooral ook CDA hebben de verkiezingscampagne gevoerd door grote delen van de PVV-retoriek over te nemen met betrekking tot veiligheid en immigratie. D66 en GroenLinks presenteerden zich juist als de liberale 'anti-populisten' die de stem van stedelijke middenklasse en jongeren naar zich toe probeerden te trekken. Doordat de partijen op economisch gebied dicht bij elkaar liggen ging het in de campagne vooral over niet-economische thema's.

Hoewel de partijen duidelijk maakten allen voor een brede coalitie te staan, in het 'nationaal belang', zijn het deze thema's geweest die zijn gaan overheersen. Ondanks het lichte economisch herstel, is het duidelijk dat deze regering aanvallen gaat uitvoeren op werkende mensen, gepensioneerden en jongeren. Vaste contracten zullen aangepakt worden. Het verschil met de voorgaande jaren zal enkel zijn dat de bezuinigingen meer een 'langetermijnvisie' zullen hebben.

Er heerst onder de partijen angst dat zij afgestraft zullen worden indien zij niets waar kunnen maken van wat zij bepleit hebben op niet-economisch gebied. Met GroenLinks is dit vooral zo met betrekking tot vluchtelingenopvang en milieumaatregelen, met D66 met hun liberaal ethische standpunten. Voor VVD en CDA is het juist belangrijk om niet als 'soft' en 'links-liberaaal' gezien te worden.

Jesse Klaver

Onder aanvoering van Jesse Klaver heeft GroenLinks historisch hoog gescoord bij de verkiezingen. Hij trok daarbij veel jongeren aan. Dit kan gezien worden als een eerste stap van politieke bewustwording. Onder zijn jonge stemmers en ook onder veel jonge partijleden heerste er het gevoel dat hij wel heel gemakkelijk om de tafel ging zitten met Rutte en Buma.

Het afhaken heeft ervoor gezorgd dat Klaver geen nieuwe Diederik Samsom is geworden. Dit houdt verdere hoop in hem overeind en zorgt dat het verdere bewustwordingsproces vertraagd is. De meest gedreven GroenLinks-stemmers hebben intussen door de Klaver-retoriek heen geprikt, maar de rest heeft meer tijd nodig. Het hangt er ook vanaf hoe Klaver de partij in de oppositie leidt, nadat er recentelijk al concessies gedaan waren met betrekking tot het eigen risico in de zorg.

Pechtold

De grote 'dwarsligger' na het vertrek van GroenLinks is nu D66-leider Pechtold geworden. Jarenlang wees hij alle andere partijen op het belang van 'meedoen' (met bezuinigingsbeleid opstellen) en 'niet aan de zijlijn blijven staan' (dat wil zeggen, principieel oppositie voeren). D66 was de partij die een zo breed mogelijke coalitie in de belangen van de kapitalisten bepleitte.

Nu die coalitie daadwerkelijk gevormd moet worden, zijn er problemen. Om zich toch als partij te onderscheiden, heeft de partij zich de laatste jaren gericht op ethische thema's als euthanasie en orgaandonatie. Met ChristenUnie in het kabinet (het eerste voorstel na het vertrek van GroenLinks) zouden deze thema's geheel ondergesneeuwd raken. Voor Pechtold is dit een zeer lastige situatie. Op het moment van schrijven heeft hij een vijfpartijencoalitie met PvdA en SP als alternatief aangeboden.

De PvdA ziet dit niet zo zitten. De partij is sinds de verkiezingen al in een existentiële crisis beland. Een nieuwe deelname zal enkel de crisis verder verergeren en het voortbestaan van de partij verder bedreigen. Niettemin zal een deel van de partijleiding bereid zijn om 'het land te redden', dat wil zeggen de belangen van de kapitalisten.

Voor de SP is een coalitie met de VVD terecht uitgesloten. Die uitsluitingen moeten nadrukkelijker ook naar partijen als CDA en D66 uitgebreid worden, in plaats van te pleiten voor een zogenaamd 'centrum-links kabinet'. Dit zou een capitulatie betekenen aan de rechtse politiek van Buma en de SP verder in de marge drukken. De SP is gestagneerd bij de verkiezingen en kan dit enkel herstellen door een duidelijk socialistisch alternatief te laten horen de komende jaren. De opkomst van Syriza, Podemos, Jeremy Corbyn en Jean-Luc Mélenchon hebben laten zien dat een sterk links geluid wel degelijk tot resultaten kan leiden.

Uitwegen

Er zijn enkele opties om uit de crisis te komen.

1) Pechtold kiest toch voor ChristenUnie en presenteert zich als de redder van het land. Het nadeel is dat dit geen goede start oplevert voor kabinet-Rutte 3. Vrij waarschijnlijke optie, echter wel na een periode van voortdurende crisis.

2) Een brede coalitie met PvdA en/of SP. Zoals boven beschreven, is dat zeer problematisch, hoewel een optie met de PvdA een mogelijkheid is.

3) Een minderheidsregering. Dit is ongebruikelijk voor Nederland, maar in deze tijden is dat in het geheel niet gek meer. Kabinet-Rutte 2 had geen meerderheid in de Eerste Kamer en moest in feite vaak al functioneren als minderheidskabinet met wisselende coalities. Om die reden is dit een reële optie.

4) Nieuwe verkiezingen. Dit is traditioneel altijd vermeden, maar is net als optie 3 een mogelijkheid in deze tijden. Gezien de onzekerheid (vooral wat betreft de PVV) is dit een laatste optie die vooralsnog enkel in nood ingezet zal worden.

 

De grote opluchting van de dag na de verkiezingen is voorbij. De problemen voor de heersende klasse zijn begonnen. Eén ding is zeker. In ieder geval zal een nieuwe regering ten nadele zijn van de werkende klasse en jongeren. Terwijl de formatieperikelen doorgaan, is het de taak van de linkerzijde (ten eerste de SP) om zich te herbezinnen en voor te bereiden op de strijd die er ongetwijfeld zal komen.