Het is tijd voor de arbeidersbeweging om terug te vechten tegen het coronabeleid van het kabinet-Rutte en de werkgevers. Grote bedrijven als KLM en Booking.com krijgen bail-outs met publiek geld, om straks weer private winsten te kunnen binnenharken. Intussen doet het kabinet er alles aan om een loonsverhoging voor zorgmedewerkers te blokkeren, moeten leraren weer lesgeven in onzekere omstandigheden en dreigt er kaalslag in de kunst- en cultuursector. Redactioneel artikel van Revolutie 14.
Het is tijd voor de arbeidersbeweging om terug te vechten tegen het coronabeleid van het kabinet-Rutte en de werkgevers. Grote bedrijven als KLM en Booking.com krijgen bail-outs met publiek geld, om straks weer private winsten te kunnen binnenharken. Nertsenfokkerijen krijgen €180 miljoen compensatie om te mogen sluiten. Intussen doet het kabinet er alles aan om een loonsverhoging voor zorgmedewerkers te blokkeren, moeten leraren weer lesgeven in onzekere omstandigheden en dreigt er kaalslag in de kunst- en cultuursector. Verder is er grote onzekerheid voor studerende en werkende jongeren en worden er geen serieuze stappen ondernomen om de situatie van onveiligheid en uitbuiting van arbeidsmigranten in slachthuizen en distributiecentra te stoppen.
Het is duidelijk: de politiek van ‘nationale eenheid’ en ‘allemaal samen achter het kabinet’ van de leiders van de vakbeweging was een grote fout. Het heeft er wellicht voor gezorgd dat bepaalde ontslagen uitgesteld werden, maar heeft tevens gezorgd voor een populariteitstijging van ‘staatsman’ Mark Rutte en de VVD. Dat betekent dat er een grote kans is dat de VVD in dit kabinet, maar vooral in het volgende kabinet na de verkiezingen van 2021, in de aanval gaat tegen de werkende klasse. De verschillende steunpakketten kosten veel geld, dat de overheid niet heeft. Er is enige speelruimte om de staatsschuld iets te laten oplopen, maar het is duidelijk dat de werkende klasse straks mag betalen in de vorm van nieuwe bezuinigingen en aanvallen op arbeidsomstandigheden.
Het tij kan nog gekeerd worden, maar een radicale ommezwaai is nodig in de politiek van de arbeidersbeweging, om te beginnen van de FNV. De Actieweek Zorg en Welzijn (1-5 september) kan daarbij het startschot vormen voor nieuwe acties en een ‘hete herfst’. De zorgwerkers hebben immers veel sympathie onder de bredere bevolking, met veel steun (59% volgens EenVandaag) voor een loonsverhoging.
Een andere groep die hierbij betrokken kunnen worden zijn de leraren. Zij willen immers een veilige werkomgeving. Een peiling van Leraren in Actie toont dat 75% van haar leden vindt dat de huidige volledige heropening van scholen onverantwoord is. Schoolkinderen kunnen wel degelijk COVID-19 verspreiden, dus aanvullende maatregelen wat betreft ventilatiesystemen en beperkingen van het aantal personen in klaslokalen en schoolgebouwen zijn een absoluut minimum waarvoor gestreden moet worden. Op deze manier kan er voortgebouwd worden op het momentum van de lerarenstakingen van 2019.
Het is echter niet alleen de publieke sector waar strijdbare acties nodig zijn. In de private sector zien we ontslagen, het niet verlengen van contracten en het opvoeren van de werkdruk op de overgebleven werkers. Uiteraard zijn veel arbeiders bereid tot concessies om in deze tijden hun baan te behouden, maar het moet duidelijk gemaakt worden dat we te maken hebben met een serieuze economische crisis, niet slechts een dipje dat voorbij is wanneer er een coronavaccin op de markt komt. Wanneer dit duidelijk wordt, zal de actiebereidheid toenemen en is het de taak van de vakbeweging om dit om te zetten in daden.
Wat we nodig hebben is een breuk met de ‘realistische’ koers van compromissen en onderhandelingen die de laatste decennia dominant was. De bureaucratische FNV-leiding denkt dat zij hiermee op slimme wijze veel heeft kunnen bereiken en nog steeds kan bereiken. De waarheid is dat door deze slappe ‘realistische’ koers het ledental van de FNV alleen maar gedaald is. Het pensioenakkoord is het meest recente hoofdstuk in deze saga.
In perioden van economische groei konden hiermee nog enkele kruimels binnengehaald worden, maar de huidige objectieve omstandigheden betekenen bezuinigingen en aanvallen op arbeidsomstandigheden. Met mooipraten en onderhandelen valt er niets substantieels te bereiken. Enkel een strijdbare koers kan resultaten brengen en op die manier voor een duidelijk antwoord zorgen op de vraag ‘wat heb ik eraan om lid te zijn van de bond?’
De recente staking bij Tata Steel is een voorbeeld voor de strijdbare vakbeweging die we nodig hebben. Strijdbaarheid heeft hier gezorgd voor goede resultaten en op die manier het vertrouwen in de collectieve macht vergroot. Dit vertrouwen is nodig om gezamenlijk op te komen voor onze rechten, te strijden tegen de werkgevers en het kabinet-Rutte.
Roel Berghuis, bestuurder van FNV bij Tata Steel, heeft in een interne brief genaamd ‘Leren van Tata Steel IJmuiden’ opgeroepen tot een radicale koerswijziging binnen de FNV, met meer strijdbaarheid, bedrijvenwerk en input vanuit de basis. Daarnaast pleit hij voor het terugbrengen van de ‘ideeënstrijd’ op de werkvloer.
Dit zijn allemaal belangrijke punten die volledig gesteund moeten worden. De vakbond kan geen ‘politiek neutrale’ organisatie zijn. Natuurlijk zijn er arbeiders met verschillende politieke overtuigingen, maar de vakbond bestaat in een kapitalistische samenleving waarin de kapitalisten en de arbeiders tegengestelde belangen hebben. Politieke ‘neutraliteit’ betekent dat je je schikt naar de heersende ideeën, die van de kapitalisten, de werkgevers. Democratische politieke discussie en ideeënstrijd zijn noodzakelijk om tot een strijdprogramma voor de werkende klasse te komen.