Op 9 april heeft de Eerste Kamer de extra verhoging per juli van het minimumloon met 1.2% geblokkeerd. Partijen BBB, SGP, FvD, JA21, CDA en VVD stemden tegen. De PVV stemde vóór, om te doen alsof de partij voor de werkende klasse opkomt. Het nieuwe hoofdlijnenakkoord van PVV, BBB, NSC en VVD gaat echter mee met de Eerste Kamer en verhoogt het minimumloon niet.
Normaal gesproken krijgt het minimumloon twee keer per jaar een correctie, om de inflatie te compenseren. Dit jaar had de Tweede Kamer gestemd voor een extra verhoging, maar dit gaat dus niet door.
De argumenten die zijn gebruikt om de tegenstem te rechtvaardigen zijn dat de inflatie omhoog zou gaan en dat de verhoging te zwaar zou zijn voor de werkgevers die die lonen moeten betalen. Het plan is nu om te kijken naar alternatieven.
Dat de inflatie omhoog zou gaan wegens loonsverhogingen is niet waar: tijdens het "inflatierecord" in de herfst van 2022, toen de inflatie 11,6% was, waren de lonen absoluut niet hard gestegen in de voorgaande periode en de reële lonen daalden juist als gevolg van deze inflatie. De inflatie had niets te maken met de verhoging van de lonen, maar werd veroorzaakt door stijgende prijzen van grondstoffen, protectionisme, schaarste als gevolg van oorlogen, en de vele miljarden euro’s en dollars die tijdens de coronacrisis kunstmatig in de economie gepompt werden.
De werkgevers en hun organisaties (en hun politieke handlangers) zeggen dat de lonen al fors zijn gestegen de afgelopen twee jaar. Misschien is dat op papier het geval, maar in het echt heeft de meerderheid van de arbeiders nog steeds heel veel moeite om rond te komen, vooral degenen die het minimumloon (nu €13,67 per uur) of iets meer verdienen.
Daarnaast is het overduidelijk dat deze verhoging van de lonen absoluut niet voldoende is om de inflatie te compenseren: de prijzen van boodschappen, OV, huizen en diensten zijn gestegen, en niet een klein beetje! Kortom, een arbeider die een salaris tegen het minimumloon krijgt, komt aan het einde van de maand over het algemeen niet goed rond.
De alternatieven die de politiek heeft zijn typisch van het kapitalistische systeem, dat probeert één gat te dichten terwijl het water uit alle andere gaten blijft stromen. Bijvoorbeeld, het voorstel om minder inkomstenbelasting te heffen en op die manier meer nettoloon te krijgen, is niet zo simpel als het lijkt. Minder inkomstenbelasting betekent dat het geld of via andere belastingen door de werkende klasse betaald wordt, wat betekent dat het leven niet goedkoper wordt, of dat het geld via winst- en vermogensbelastingen bij de kapitalisten gehaald wordt. Dat laatste willen de vertegenwoordigers van het kapitaal absoluut niet.
Het enige alternatief dat samengaat met een lagere inkomstenbelasting is dan ook bezuinigingen op zaken als overheidsdiensten, zorg en onderwijs, met alle gevolgen voor de kwaliteit en de werkdruk in die sectoren.
Het echte probleem is dat deze diensten al vele jaren te lijden hebben onder bezuinigingen en alle negatieve gevolgen daarvan. Intussen wordt het geld dat de werkende klasse betaalt met belasting voor andere zaken gebruikt, die beter de belangen dienen van onze imperialistische heersende klasse. De heersende klasse kon snel de beslissing nemen om 4 miljard euro vrij te maken (voor de periode 2024-2026) voor militaire steun aan Oekraïne.
Misschien kunnen sommige kleine bedrijfseigenaren niet rondkomen, maar dat komt niet zozeer door stijgende lonen (hogere lonen betekent immers ook dat de werkende klasse meer producten en diensten kan betalen), maar door andere factoren, zoals de huurprijzen, hypotheekrentes en stijgende grondstofprijzen, waarvan de grote monopolisten en vastgoedbezitters profiteren.
Dat is de bron van de problematiek. Als communisten zeggen wij: onteigen de banken, grote monopolies en vastgoedbezitters, en gebruik hun rijkdom niet alleen om leefbare lonen te betalen, maar ook om lagere lasten te realiseren voor de kleine eigenaars.
Het verbaast ons niet dat de BBB dit voorstel heeft geblokkeerd, terwijl ze zich tijdens de verkiezingscampagne presenteerde als ‘sociale’ partij voor de ‘gewone man en vrouw’. De BBB is niet de partij van en voor de werkende klasse en zal dit ook nooit zijn. Zij beschermt de belangen van het agrarisch kapitaal en is met dat doel opgericht.
De lonen kunnen en moeten omhoog gaan! We moeten een organisatie bouwen die niet alleen voor de directe economische belangen van de werkende klasse opkomt, maar die ook een einde maakt aan dit verrotte kapitalistische systeem, de bron van alle problemen.
Strijd mee met de communisten!