Ondanks enkele kleine strijdbare protesten in verschillende steden, is er nog geen grote landelijke demonstratie geweest tegen de invoering van het zogenaamde ‘sociaal leenstelsel’, wat door studentenactivisten zeer terecht het schuldenstelsel genoemd wordt. De leiding van de Landelijke Studentenvakbond lijkt geen leidende positie te willen nemen. Wat is de weg vooruit?
Inleiding
Het is voor veel studenten en niet-studenten duidelijk dat de vervanging van de studiefinanciering door het leenstelsel een bezuiniging is die vooral studenten uit de werkende klasse en lage middenklasse treft. Wij als marxisten zijn voor kosteloos onderwijs, van de peuterspeelzaal tot de universiteit. Het is dan ook duidelijk dat deze maatregel voor ons een stap achteruit is, die is ingegeven door de drift tot bezuinigen.
Een tijdperk van bezuinigingen
We leven in een tijdperk van bezuinigingen. De oorzaak daarvan is niet dat politici geïndoctrineerd zijn met neoliberale en monetaristische denkbeelden, maar dat het kapitalistische systeem in een impasse zit. Er is een crisis van overproductie, die verergerd wordt door grote bergen publieke en private schuld. Ondanks een licht herstel in enkele landen, is er geen grote stijging in productieve investeringen. Zolang dat niet het geval is, zal er geen duurzaam herstel zijn.
In deze omstandigheden worden kapitalistische regeringen gedwongen om hun begrotingstekort en staatsschulden terug te dringen. Alle verworvenheden die het resultaat zijn van een lange strijd van de arbeidersbeweging (in samenwerking met andere sociale bewegingen), zoals een betaalbare en goede gezondheidszorg, een goede oudedagsvoorziening en een sociaal vangnet voor als men werkloos of arbeidsongeschikt wordt, staan onder druk. Daar valt ook een toegankelijk hoger onderwijs onder.
Deze ontwikkeling ziet men overal in Europa. Het is geen louter ideologische kwestie. Sociaaldemocratische regeringen, zoals die van Hollande in Frankrijk, doen vrolijk mee met de rechtse regeringen. Zolang men niet breekt met het kapitalisme, is men met hand en voet gebonden aan de logica van het kapitalisme, wat in het huidige tijdperk inhoudt dat men de verworvenheden uit het verleden dient af te breken.
De LSVB en de ‘langstudeerboete’
De leiding van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) heeft echter een ander perspectief. Dat kon men duidelijk zien bij de strijd tegen de vorige grote bezuiniging, de zgn. ‘langstudeerboete’. In 2011 organiseerde de LSVb een grote demonstratie tegen deze maatregel, waar zeker 13.000 mensen op afkwamen. Hierbij zocht zij bondgenoten als D66, GroenLinks, PvdA en de universiteitsbesturen zelf.
Hoewel deze partijen tegen de specifieke maatregel van de langstudeerboete waren, zagen zij echter wel het leenstelsel als goede alternatieve bezuiniging. De LSVb zou dit geweten moeten hebben, aangezien deze partijen daar geen groot geheim van maakten. Politici van deze partijen werden echter tijdens de grote demonstratie uitgenodigd om te spreken. Zij maakten hier gretig gebruik van om een PR-praatje te houden voor duizenden studenten, terwijl zij achter hun rug het leenstelsel verborgen hielden. Markant was dat Emile Roemer van de SP, een partij die zowel tegen de langstudeerboete als het leenstelsel is, aanvankelijk werd geweigerd als spreker, hoewel hij uiteindelijk na enige ophef toch nog een kort woordje mocht doen.
De universiteitsbesturen waren een minstens zo vreemde bondgenoot. Hun steun kwam voort uit het feit dat het kabinet-Rutte I had besloten dat de universiteiten zelf ook boetes zouden moeten betalen. Het had geheel niets te maken met een solidair gebaar richting de studenten. De bestuurders van de universiteiten hebben er geen enkele moeite mee om publieke financiering ten koste van de studenten richting hun eigen portemonnee of prestigeprojecten te schuiven.
Uiteindelijk werd de langstudeerboete afgeschaft. De LSVb presenteerde dit als een grote overwinning. De oorzaak van de afschaffing was echter een compromis tussen politieke partijen. De langstudeerboete werd afgeschaft, maar het ‘sociale’ leenstelsel zou ervoor in de plaats komen. De LSVb waarschuwde hier niet voor, maar dacht dat de missie voltooid was. De crisis van het kapitalisme betekent echter dat na iedere bezuiniging die wordt tegengehouden, er een poging zal komen om een nieuwe bezuiniging in te voeren, die mogelijk zelfs ernstiger is.
Voorhoede of achterhoede?
De LSVb speelde hier niet de rol van een voorhoede, maar van een achterhoede van de studenten. Door deze valse bondgenootschappen heeft zij enkel illusies geschapen in partijen die net zo goed willen bezuinigen op hoger onderwijs. Bij de recente Europese verkiezingen stemde ongeveer de helft van de Nederlandse studenten op ‘onderwijspartij’ D66. Nu het duidelijk is geworden dat D66 de invoering van het leenstelsel steunt, begint het bij een deel van de studenten door te dringen dat deze partij geen vriend van de studenten is. Als de LSVb een echte voorhoede van de studenten was, had zij dit al eerder duidelijk gemaakt.
Nu met de invoering van het leenstelsel weet de organisatie niet meer wat te doen, waardoor de studentenstrijd verlamd wordt. Ze wil geen grote acties organiseren, ‘omdat studenten niet in actie zullen komen’. Oftewel, ze heeft geen vertrouwen in studenten en geeft praktisch de strijd op. De leiding van de LSVb laat op die manier zien dat zij meer bezig is met het netwerken en ‘cv-builden’, dan met het behartigen van de belangen van de studenten. Het netwerken met de PvdA, GroenLinks en D66 kan nu echter ook stroef verlopen, gezien hun houding tegenover het leenstelsel...
Er is duidelijk noodzaak aan een strijdbare LSVb, geleid door actieve studenten die leiding geven aan de beweging, in plaats van achter deze aan te lopen. Voor mensen die hun eigen cv belangrijker vinden dan de belangen van de studenten, hoort er binnen de beweging geen plaats te zijn.
De weg vooruit
Gezien de verraderlijke houding van de LSVb-leiding, is het niet gek dat er kleinere, radicalere acties zijn geweest van andere groepen. Groepen ‘kritische studenten’, SP-jongerenorganisatie ROOD, en andere linkse groepen hebben bijvoorbeeld een aantal kleine demonstraties georganiseerd van enkele honderden, waarbij actiecomités opgezet zijn. Zij hopen hiermee organisaties als de LSVb onder druk te zetten en grotere landelijke demonstraties voor te bereiden die het kabinet onder druk zet. Hoewel deze acties een logisch gevolg van de houding van de LSVb zijn, is het niet genoeg om alternatieve demonstraties te organiseren.
Een grote noodzaak is er om de studentenbeweging te koppelen aan de arbeidersbeweging. Uiteindelijk is de arbeidersbeweging de belangrijkste motor van verandering. Dat komt door de plaats die de arbeidersklasse inneemt in de samenleving. Zij heeft collectief de macht om het land stil te leggen. Niettemin zijn de laatste echt grote landelijke mobilisaties van de vakbeweging in 2004 geweest. De leiding van FNV en CNV is constant bezig met het sluiten van akkoorden met werkgevers, zodat zij niet hoeft te mobiliseren. Met aanhoudende crisis en bezuinigingen kan er in de toekomst echter druk vanuit de basis komen, wat de leiding van de vakbeweging naar links kan duwen.
Een alliantie tussen de studenten- en arbeidersbewegingen versterkt beide bewegingen. De studenten zijn daarnaast ook geen bevoorrechte laag van de bevolking meer zoals zij dat decennia geleden waren. Een groot deel komt tegenwoordig uit de lagere middenklasse en arbeidersklasse. Een groeiend deel krijgt geen goedbetaalde baan meer, maar sluit zich aan bij de rangen van de werkende klasse, waar zij jaren moeten werken om hun studieschuld af te betalen. De arbeidersbeweging is de enige echte natuurlijke bondgenoot van de studentenbeweging.
De leiding van de studentenbeweging moet echter ook een duidelijk perspectief hebben. Zoals eerder besproken, duldt de kapitalistische klasse in het huidige tijdperk geen verzorgingsstaat en toegankelijk hoger onderwijs meer. Dit betekent dat de omstandigheden voor de nieuwe generatie flink zullen verslechteren, met een groei aan studieschuld, werkloosheid en laagbetaald werk.
Het gevolg is dat een strijd voor behoud van hoger onderwijs voor iedereen, enkel een strijd voor socialistische maatschappijverandering kan zijn. Om gratis onderwijs voor iedereen te kunnen financieren, is het noodzakelijk om de sleutelsectoren van de economie, de banken en grote multinationale bedrijven te nationaliseren onder democratische controle van de werknemers. Dit is tevens de enige manier om nuttig werk te scheppen voor alle huidige en toekomstige studenten.
Velen zullen zeggen dat niet ‘realistisch’ zal zijn. De zogenaamde realisten zullen zelf echter geen alternatieve oplossingen aandragen. Zij hopen dat op magische wijze het tij keert, terwijl de volgende bezuinigingen alweer worden voorbereid.
Als marxisten zijn we echter niet bang om de waarheid te vertellen. Hoger onderwijs dat zowel kwalitatief hoogstaand als toegankelijk is, kan enkel gerealiseerd worden door socialistische maatschappijverandering. Het is de taak van studentenactivisten om binnen de LSVb, lokale studentenorganisaties en actiecomités voor een socialistisch actieprogramma te vechten.
· Kwijtschelding van alle studieschuld
· Geen invoering van het leenstelsel
· Schaf het collegegeld af
· Nationalisatie van de banken en multinationals die de economie controleren