De Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart zullen belangrijke verkiezingen zijn. Niet enkel vanuit Nederland, maar ook vanuit het buitenland wordt er gekeken naar de peilingen en de ontwikkelingen. In de traditioneel stabiele landen van Noord-Amerika en Europa was het decennia lang gebruikelijk dat de heerschappij van conservatieve en liberale kapitalistische partijen zich afwisselde met die van de sociaal-democraten. Af en toe waren er kleine bewegingen naar links en naar rechts over secundaire vraagstukken, maar de heerschappij van de bankiers en multinationale bedrijven was onbetwist. Dit artikel verschijnt in Vonk nr. 14 (maart 2017).
De laatste jaren is deze oude zekerheid als sneeuw voor de zon gesmolten. De opkomst van zowel linkse als rechtse 'anti-establishmentpartijen' bedreigt de traditionele burgerlijke orde. Sinds het Brexit-referendum en de verkiezing van Donald Trump houden buitenlandse politieke en economische analisten ook Nederland in de gaten, wegens de hoge positie in de peilingen van Geert Wilders' PVV. Er is angst voor een verdere 'besmetting van het populistische virus' naar Frankrijk en Duitsland, waar dit jaar ook verkiezingen zijn en respectievelijk Front National en Alternativ für Deutschland op winst staan.
Een groots herstel?
Deze Tweede Kamerverkiezingen vinden plaats nu er overal groots wordt aangekondigd dat Nederland weer uit de crisis is (zonder serieuze analyses hoe dat komt) en we ons weer op de toekomst moeten richten. De oorzaak voor het herstel is echter voor een groot deel te vinden in de enorme export, met een handelsoverschot van rond de 10% van het BBP. Als we de gulden nog zouden hebben, zou deze enorm in waarde zijn toegenomen. De euro wordt echter laag gehouden door de moeilijkheden in Zuid-Europa, waardoor het Nederlands kapitalisme in verhouding eigenlijk een veel te goedkope munt heeft. Het Nederlandse herstel vindt aldus plaats ten koste van economische stagnatie in Zuid-Europa. Een nieuwe eurocrisis als gevolg van bijvoorbeeld een bankencrisis in Italië, kan dan ook tot een nieuwe recessie leiden.
Het opnoemen waard is dat de daling van de werkloosheid voor het overgrote deel plaatsvindt door de groei van uitzend- en flexbanen. Een terugkeer naar de zekerheid van het verleden zit er niet in. Dit vormt een tegenstelling binnen het Nederlandse kapitalisme, aangezien dit historisch een bepaalde zekerheid nodig heeft waarbij de middenklasse en beter betaalde arbeiders een huis kunnen kopen door middel van een hypotheek. In het verleden hield dit de legitimiteit van het systeem in stand. Met de groei van flexcontracten gaat dit steeds lastiger worden. De huidige nieuwe stijging van huizenprijzen zal een nieuwe zeepbel zijn, van kortere duur dan de vorige zeepbel.
PVV en VVD
Om de koppositie in de peilingen strijden nu de PVV en de VVD, twee rechtse partijen, beide met zo'n 24-27 zetels. De afgelopen verkiezingen was altijd wel de PvdA aanwezig in deze strijd. Dat deze nu niet meedoet, laat de enorme crisis zien van reformistisch links in Nederland en daarbuiten.
De VVD, de belangrijkste kapitalistische partij, heeft als verhaal dat de brute bezuinigingen en lastenverzwaringen van de afgelopen jaren pijnlijk maar noodzakelijk waren. De VVD heeft Nederland 'uit de crisis getrokken', zo beweert ze. Hierboven hebben we dat al in perspectief geplaatst. Echter, zolang deze groei aanhoudt zullen de illusies ook aanhouden. Verder probeert de VVD zich als een PVV-light te profileren, om de PVV-stemmers naar zich toe te trekken met walgelijke platte retoriek tegen vluchtelingen en 'vreemdelingen'.
De PVV profileert zichzelf als de partij tegen het establishment. Dit is zij echter geenszins. Ondanks dat de partij door de VVD wordt beschreven als ' economisch links', heeft deze ingestemd met marktwerking en bezuinigingen in de zorg, versobering en dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden en verdere liberalisering van de huursector. Zij verhult dit door vooral heel hard te schreeuwen over moslims, Marokkanen en vluchtelingen. Een klassieke verdeel-en-heersstrategie waarbij deze de schuld krijgen voor alle problemen. Echter, dit wordt vermengd met een boodschap van 'verzet tegen de elite' en zelfs oproepen tot revolte. Dit sluit aan bij een verward bewustzijn van secties van de middenklasse en arbeidersklasse die een uitweg zoeken. Er zijn hier parallellen met de Brexit-stem en de Trump-stem.
Het idee dat de VVD van deze twee partijen het mindere kwaad is, heeft ertoe geleid dat sommige stemmers van andere partijen nu ook VVD willen stemmen om de PVV uit te sluiten. Dit is echter een illusie. VVD is de partij die het gemakkelijkst kan samenwerken met de PVV en tevens het meest van alle partijen de standpunten van de PVV heeft overgenomen.
Dat VVD en PVV na de verkiezingen geen coalitie zouden kunnen vormen, is een illusie. Ze zetten zich af van elkaar, maar eigenlijk proberen ze zich samen tegen de andere partijen af te zetten. We zagen de eerste samenwerking al in de manier waarop ze samen de spelregels voor het RTL-debat probeerden te manipuleren door andere partijen uit te sluiten. Dit terwijl het allemaal om parlementaire verkiezingen gaat om zetels te behalen, niet om een presidentiële campagne om wie de regering mag vormen. Samenwerking met de PVV vanuit de VVD kan gerechtvaardigd worden met een verklaring dat het 'voor het landsbelang' noodzakelijk is nu de economie eindelijk weer aantrekt. Desnoods stapt Rutte op en wordt een andere VVD'er premier. Ze hebben immers de PVV reeds als gedoogpartner gehad en maakten in 2012 gemakkelijk een coalitie met 'aartsrivaal' PvdA.
CDA en D66
Het CDA was ooit de grootste burgerlijke partij van Nederland, maar werd in 2010 van de troon gestoten door de VVD. Na een richtingenstrijd is de rechtse conservatieve vleugel aan de macht, met de overname van de VVD-thema's veiligheid en wegen. Ze heeft haar bastion in de meer landelijke middenklasse.
D66 baseert zich daarentegen vooral op de stedelijke middenklasse. Deze partij wordt steevast 'links' genoemd, maar heeft een traditie van dereguleringen ten koste van de werkende klasse. Hun laatste plan is om voor meer vaste contracten te zorgen... door de definitie ervan te veranderen en ze dus flexibeler te maken. D66 en CDA staan beide op 16-18 zetels.
GroenLinks
Jesse Klaver heeft nieuw leven in GroenLinks geblazen, zo lijkt het. De partij staat op 16-18 zetels in de peilingen. Echter, een belangrijke factor voor de groei van GroenLinks is ook de crisis van de PvdA. Klaver appelleert vooral aan de stedelijke hoogopgeleide middenklasse en aan studenten. Hij zet zichzelf neer als jonge frisse liberale leider.
Klavers pleidooi tegen 'economisme' lijkt op het eerste gezicht een koerswijziging, maar is het niet. De partij blijft vasthouden aan de liberale koers die sinds Halsema is ingezet. Klaver stemde in het verleden bijvoorbeeld voor de invoering van het leenstelsel van studenten. De partij propageert een soort gelikt, onecht 'radicalisme'. Klaver kopieert in zijn speeches en imago vooral liberale politici zoals Barack Obama en Justin Trudeau. Het imago is veranderd maar er is absoluut geen breuk met het tijdperk-Halsema.
Crisis van reformistisch links
Dat GroenLinks de koploper op links is, zegt heel wat over de andere partijen op links, vooral de PvdA. In 2012 wist ze de SP te verslaan door zich als zeer links te profileren, om vervolgens de dag na de verkiezingen alles af te zweren en in een coalitie met de VVD te zitten. De deelname aan het kabinet-Rutte II betekende instemming met een groot pakket bezuinigingen en lastenverzwaringen. Daarnaast heeft de partij meegedaan aan de 'decentralisatie' van de zorg, welke samenging met een groot bezuinigingspakket.
De geloofwaardigheid van de PvdA is over. Haar huidige tactiek is om zich opnieuw als links te profileren, met als onderbouwing "de crisis is nu over, nu gaan we ons programma wel uitvoeren." Dit is zeer ongeloofwaardig en het betekent dat de partij mogelijk haar slechtste resultaat behaalt sinds de oprichting.
De crisis van reformistisch linkse partijen is echter geen Nederlands verschijnsel, maar ziet men overal in Europa. De crisis heeft ervoor gezorgd dat het reformisme haar plannen niet meer kan uitvoeren en vrolijk meedoet met de burgerlijke partijen. Dit leidt overal tot een crisis van deze partijen.
Voor de SP is de situatie ook niet goed. Ondanks dat er jaren lang een zeer gehaat bezuinigingskabinet was, is de partij niet in staat geweest om zich op te stellen als het socialistische alternatief dat nodig is. Er zijn zeker goede campagnes geweest, vooral met betrekking tot de zorg (Red de Zorg, Nationaal Zorgfonds). Er is echter ook veel matiging van standpunten geweest, waarbij de partij zich richt op meebesturen in lokale raden.
De matiging van de SP is in contrast met de radicalisering van de retoriek van de PVV, die spreekt van een 'revolte tegen de elite'. Dat deze partij met radicale retoriek (hoe vals het ook is) om de eerste plaats vecht, terwijl de SP niet boven haar huidige zeteltal van 15 uitkomt in de peilingen, laat zien dat er ook een potentieel is voor een radicaal links-socialistisch alternatief.
Dat betekent niet dat de SP deels de punten van de PVV moet overnemen. Lange tijd had de partij weinig te zeggen over de kwestie racisme, ogenschijnlijk uit een angst om PVV-stemmers af te schrikken. Ze steunde vaak de eisen van de politiebonden. Dit terwijl de politie voor veel niet-witte arbeiders en jongeren een symbool is voor etnisch profileren en geweld. Daarnaast keerde de partij zich traditioneel tegen arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Nu is het thema racisme eindelijk door de campagne Samen Nederland bij de campagne binnengekomen. Een stap vooruit, maar niet voldoende. Het standpunt over arbeidsmigratie is ongewijzigd. Dit terwijl het de taak van de arbeidsbeweging en socialisten is om werkers van alle nationaliteiten en achtergronden te verenigen om zo verenigd een vuist te maken tegen de bazen.
Andere partijen
De Partij voor de Dieren zal met enkele zetels groeien. Deze partij streeft naar een ander economisch model met meer kleinschaligheid en mens en milieu centraal. Hoewel we als marxisten hun visie van 'no growth' niet delen, is de groei van deze partij een interessant fenomeen welke duidt op het in vraag stellen van de huidige productiewijze door een groeiende laag mensen.
Verder hebben we nog enkele kleine nieuwkomers die voor een paar zetels strijden. VNL en Forum voor Democratie als de zoveelste initiatieven om een rechts alternatief voor de PVV op te richten, geleid door een woedende kleinburger en conservatieve intellectueel, welke zogenaamd 'realistischer' zijn maar niet minder plat en racistisch.
DENK ontstond omdat er ter linkerzijde een gebrek was aan anti-racistische politiek. Het initiatief komt echter van rechtse ex-PvdA'ers en het resultaat is een partij met conservatieve trekjes. Diens afsplitsing Artikel 1 is van een meer linkse en progressieve signatuur en wordt om die reden gesteund door sommige linkse activisten. Deze partijen zouden het thema discriminatie op de agenda kunnen zetten wanneer zij in de kamer komen. De strijd tegen discriminatie kan echter enkel succesvol gevoerd worden wanneer deze verbonden wordt met de bredere strijd tegen het kapitalistische systeem.
Nood aan een socialistisch alternatief
Na de verkiezingen zal er een coalitieregering gevormd worden. Dit wordt of een coalitie van VVD en PVV met andere conservatieve krachten ter aanvulling, of een brede coalitie zonder de PVV met minstens vier partijen. In beide gevallen zal er sprake zijn van een instabiele regering.
Een grotere PVV betekent een groter podium voor diens ideeën. Indien de PVV niet meeregeert, zal ze zich permanent als de 'underdog' gedragen. Dit zal echter ook een tegenreactie oproepen, net zoals dat gebeurde in de VS met Trumps verkiezing. Veel jongeren zullen gepolitiseerd raken in de komende jaren als gevolg. De mythes van een nieuw tijdperk van voorspoed zullen doorbroken worden wanneer er een nieuwe recessie plaatsvindt, want de huidige omstandigheden waarin het herstel plaatsvindt zijn onhoudbaar op de langere termijn.
Wat Nederland nodig heeft, is een partij die een links-socialistisch alternatief presenteert. Enkel wat economische hervormingen doorvoeren is niet genoeg, aangezien alles in dit tijdperk onder druk staat. De SP is nog steeds de meest linkse partij, met een basis van een kleine 40.000 leden. Zij zal echter koerswijzigingen moeten doorvoeren om uit de huidige stagnatie te komen: een einde aan de matiging en het meebesturen, meer nadruk op acties, een consistent anti-racistisch en internationalistisch standpunt, en een socialistisch programma waarin de banken en grote bedrijven genationaliseerd worden en er duurzaam geproduceerd wordt in het belang van de grote massa.