In Nederland heerst het idee dat er hier sprake is van gelijkheid tussen man en vrouw. Er zijn immers gelijke rechten. Als er geen gelijke uitkomsten zijn, bijvoorbeeld op het gebied van betaling of parttime werk, dan zou dat komen doordat vrouwen 'minder ambitieus' zijn of 'nu eenmaal liever voor de kinderen zorgen'.
In werkelijkheid is de keuze om parttime te werken of met flexibele uren te werken een keuze, omdat er geen andere opties zijn. De enigen die waarschijnlijk in staat zijn om voor een minder stressvol leven te kiezen en niet gedwongen zijn om onmogelijke werkuren in slecht betaalde banen met familie te combineren, zijn de vrouwen van de hogere klassen. Werkende vrouwen zijn degenen die dubbel onderdrukt worden: thuis en op de werkplek.
Wat is de realiteit?
Afgelopen november maakte vakbond FNV bekend dat de salariskloof tussen mannen en vrouwen 13% bedraagt: in feite werken vrouwen gratis voor ongeveer 34 dagen per jaar! Dus, terwijl de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt in Nederland een van de hoogste is in Europa, aangezien 77,1% van de vrouwen een baan heeft, spelen biologische verschillen nog steeds een rol wanneer een baas besluit om een promotie of een contract met betere arbeidsvoorwaarden te geven: vrouwen zijn minder 'betrouwbaar' dan mannen, omdat ze zwanger kunnen worden, beschikbaar moeten zijn om voor familieleden te zorgen, etc.
Eeuwen na het begin van de klassenmaatschappij is de gelijkstelling 'mannen werken, vrouwen zorgen' nog steeds zeer aanwezig. Niets nieuws natuurlijk, maar achter het percentage van arbeidsparticipatie aan parttime werk en flexibel werk liggen alle tegenstellingen van het kapitalistische systeem verborgen. Bijvoorbeeld, de inflatie raakt ook de prijzen van de kinderopvang en in 2023 zal de prijs voor één uur opvang gemiddeld 8,5% duurder zijn. Het percentage verschilt per provincie en kan oplopen tot 11,15% in de Randstad. Gezinnen met een inkomen tot €27.000 zullen €745 extra betalen voor het brengen van twee kinderen voor twee dagen naar de kinderopvang, wat 40% meer is dan vorig jaar, en gezinnen met een inkomen van € 60.000 zullen €850 meer betalen, dus 22% meer. Gezinnen met een inkomen van €120.000 betalen 13% meer, ongeveer €1103. Kinderopvang is een van de sectoren waarin een hoog percentage vrouwen werkzaam is, maar het is ook een van de sectoren waarin de salarissen laag zijn, er een breed gebruik wordt gemaakt van flexibele contracten (zelfs nulurencontracten), waar de werkdruk hoog is en waar het risico op burn-out altijd op de loer ligt. In het algemeen zouden we hetzelfde kunnen zeggen over het basisonderwijs, waar het tekort aan leraren een enorm probleem is. De meeste basisscholen hebben niet eens een kantine of gezinnen moeten extra betalen voor de kantine. Omdat dit weer een extra kostenpost is en veel gezinnen zich dat niet kunnen veroorloven, leidt dit tot een situatie waarin de moeder tijd nodig heeft om extra maaltijden te bereiden en de kinderen het risico lopen om ongebalanceerde maaltijden te hebben tijdens de week, omdat gezond voedsel duur is. Veel vrouwen in Nederland kiezen niet voor parttime werk omdat ze dan meer vrije tijd hebben, maar omdat ze meer vrije tijd moeten hebben, vooral wanneer ze de rol van vervangend leraar thuis moeten spelen of om andere redenen. Het probleem is dat banen die de mogelijkheid bieden om 3 of zelfs 2 dagen per week te werken vaak de slechtst betaalde banen zijn in de horeca, in de detailhandel of bij schoonmaakbedrijven, dat wil zeggen in die sectoren waar salarissen het meest stagneren.
Het probleem is het kapitalisme!
Het is duidelijk dat de problemen waarmee werkende vrouwen worden geconfronteerd, problemen zijn die eigen zijn aan hun klasse, de arbeidersklasse, en daarom verdienen ze een klassenantwoord. Het is onmogelijk om de strijd voor gelijkheid niet te koppelen aan een meer algemene strijd tegen het kapitalistische systeem. Het feit dat kinderdagverblijven te duur zijn, dat de wachtlijsten in ziekenhuizen te lang zijn, dat onze geest voortdurend bezig is met het zoeken naar een manier om aan het eind van de maand te raken, het feit dat het echt moeilijk is om een goede, betaalbare woning te vinden, waardoor het risico bestaat om vast te zitten in een situatie van huiselijk geweld, maken allemaal deel uit van hetzelfde labyrint waaruit er binnen dit systeem geen uitweg is. De strijd voor gendergelijkheid is zeker deel van de strijd tegen dit systeem, maar deze is breder dan dat.
Sinds het voorjaar van 2022 hebben we een hogere deelname van werknemers gezien aan acties zoals stakingen en demonstraties tegen inflatie en voor betere arbeidsomstandigheden. Wat we hier moeten benadrukken, is dat de deelname van vrouwelijke werknemers nu ook hoger is. Werknemers van Bijenkorf gingen al 13 keer in staking; bij Etos en Kruidvat werd ook gestaakt; en er komt in maart een reeks stakingen in de ziekenhuizen. Bij die stakingen is de deelname van vrouwen en jonge vrouwen opmerkelijk en dat betekent maar één ding: de groeiende actiebereidheid is de sleutel tot de oplossing. Alleen door het organiseren van vrouwen in een strijdbare arbeidersbeweging kunnen we vechten voor materiële verbeteringen en uiteindelijk de omverwerping van het kapitalistische systeem dat werkende vrouwen en mannen in permanente onzekerheid houdt.