Het kapitalisme bevindt zich in zijn diepste crisis in de geschiedenis. Het is een economische, maatschappelijke en politieke crisis, die zich nu uitdrukt in politieke onrust en groeiende klassenstrijd overal ter wereld. Terwijl de heersende klasse het marxisme probeert te begraven, is het in feite nooit zo relevant geweest als vandaag de dag. In dit bijgewerkte artikel legt Alan Woods de essentie uit van het marxisme en zijn rol vandaag de dag.
In 1992 publiceerde Francis Fukuyama een boek met als titel Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, wat direct een bestseller werd. Hierin verkondigde hij luidkeels de neergang van het socialisme, communisme en marxisme en de definitieve overwinning van de markteconomie en de burgerlijke democratie. De val van de Sovjet-Unie betekende dat er vanaf nu slechts één systeem mogelijk was - de kapitalistische markteconomie – en dat in die zin de geschiedenis was geëindigd.
Dit idee leek bevestigd te worden door het ogenschijnlijke succes van de markteconomie, gekenmerkt door jaren van stijgende winsten en vrijwel ononderbroken economische groei. Politici, centrale bankiers en Wall Street-managers waren overtuigd dat ze eindelijk de cyclische aard van de kapitalistische ontwikkeling hadden weten te temmen. Alles was zo goed als het kon zijn in de beste van alle kapitalistische werelden.
Maar de geschiedenis laat zich niet zo gemakkelijk uit het veld slaan. Sindsdien is het rad van de geschiedenis 180 graden gedraaid. Slechts zestien jaar na het verschijnen van Fukuyama's boek bracht de crisis van 2008 het hele bouwwerk van het mondiale kapitalisme tot instorting en stortte de wereld in de diepste crisis sinds de jaren 1930. En de wereld worstelt nog steeds om zich uit de afgrond te bevrijden.
Alle zelfverzekerde voorspellingen van Fukuyama zijn door de gebeurtenissen vervalst. Vóór de ineenstorting van 2008 pochten de burgerlijke economen dat er geen hoog- en laagconjunctuur meer zouden zijn; dit is de ‘efficiënte markthypothese’, volgens welke de markt, aan zichzelf overgelaten, alles zou oplossen.
Er is in feite niets nieuws aan dit idee. Het is slechts een herhaling van het oude idee in de Wet van Say, dat in een markteconomie vraag en aanbod elkaar in evenwicht houden, waardoor een crisis van overproductie onmogelijk wordt. Marx heeft die onzin meer dan een eeuw geleden met de grond gelijk gemaakt. Op de bewering dat ‘vroeg of laat’ de marktkrachten alles zullen oplossen, gaf John Maynard Keynes het beroemde antwoord: "Op de lange termijn zijn we allemaal dood."
Vandaag de dag blijft er helemaal niets overeind van de oude illusies. De bourgeoisie en haar strategen bevinden zich in een staat van zeer diepe depressie. In de jaren 1930 stelde Trotski dat de burgerij ‘met gesloten ogen naar een ramp toe rodelde.’ Deze woorden passen perfect bij de huidige toestand. Ze hadden evengoed gisteren geschreven kunnen zijn.
Het wordt alsmaar duidelijk dat het kapitalisme zijn progressief potentieel heeft uitgeput. Industrie, wetenschap en technologie worden langzamerhand ondermijnd in plaats van ontwikkeld. Niemand gelooft meer in de constante verzekeringen dat we aan de rand van een economisch herstel staan. De productiekrachten stagneren of vervallen, fabrieken worden gesloten alsof het luciferdoosjes zijn en miljoenen mensen worden afgedankt.
Dit zijn allemaal symptomen die aantonen dat de ontwikkeling van de productiekrachten op wereldschaal de nauwe grenzen van het privébezit en de natiestaat heeft overschreden. Dat is de meest fundamentele reden voor de huidige crisis, die het failliet van het kapitalisme in de meest letterlijke zin van het woord heeft blootgelegd.
Overal manifesteren zich de symptomen van de crisis, op economisch, sociaal en politiek vlak. De enorme Chinese economie, die een belangrijke rol speelde bij het stimuleren van de wereldhandel en de economische groei, is sterk aan het vertragen, terwijl Japan stagneert. De zogenaamde opkomende economieën verkeren allemaal in zekere mate in crisis. De VS maken een sociale en politieke crisis door die zijn weerga in de moderne tijd niet kent.
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan verkeert het Europese kapitalisme in een kritieke toestand. De benarde toestand van Griekenland bevestigt op grafische wijze de zieke toestand van het Europese kapitalisme. Maar Portugal en Spanje doen het niet veel beter. En Frankrijk en Italië liggen niet ver achter op de rest. Na het besluit om zich uit de EU terug te trekken is Groot-Brittannië, dat als een van de meest stabiele landen in Europa gezien werd, in een neerwaartse spiraal terechtgekomen van economische crisis, een dalende pond en chronische politieke instabiliteit.
De burgerlijke economen en politici en, bovenal, alle reformisten, zoeken wanhopig naar tekenen van een herstel om uit deze crisis te geraken. Ze kijken naar het herstel van de conjunctuurcyclus als verlossing. De leiders van de werkende klasse, de vakbondsleiders en de sociaaldemocratische leiders geloven dat deze crisis iets tijdelijk is. Ze verbeelden zich dat deze opgelost kan worden door enkele aanpassingen aan het bestaande systeem te doen, dat alles wat we nodig hebben wat meer controle en regulatie is, en dat we kunnen terugkeren naar eerdere omstandigheden.
Maar deze crisis is geen normale crisis en is ook niet tijdelijk. Ze wijst op een grondig keerpunt in het proces, een punt waarop het kapitalisme in een historische impasse terechtkomt. Het beste dat kan worden verwacht is een zwak herstel dat hand in hand gaat met hoge werkloosheid en een lange periode van soberheid, bezuinigingen en een dalende levensstandaard.
De crisis van de burgerlijke ideologie
Het marxisme is in de eerste plaats een filosofie en een wereldvisie. In de filosofische werken van Marx en Engels vind je geen gesloten filosofisch stelsel, maar een reeks briljante inzichten en aanwijzingen. Indien verder ontwikkeld, zouden deze kunnen zorgen voor een waardevolle bijdrage tot het methodologische arsenaal van de wetenschap.
Nergens is de crisis van de burgerlijke ideologie zo duidelijk als op het vlak van de filosofie. Oorspronkelijk stond de bourgeoisie voor vooruitgang en was ze in staat grote denkers voort te brengen, zoals Hobbes, Locke, Kant en Hegel. Maar nu de bourgeoisie een periode ingaat van seniel verval, is ze niet meer in staat grote ideeën voort te brengen. Ze is in feite niet in staat om enig nieuw idee voort te brengen.
Aangezien de moderne bourgeoisie niet in staat is tot gedurfde generalisaties, ontkent ze het begrip ideologie zelf. Dit is waarom de postmodernisten praten over ‘het einde van de ideologie’. Ze ontkennen het begrip van vooruitgang, omdat er simpelweg onder het kapitalisme geen vooruitgang meer mogelijk is. Engels schreef ooit: “Filosofie en de studie van de reële wereld verhouden zich tot elkaar als onanie [masturbatie] en geslachtsliefde [seks].” De moderne burgerlijke filosofie verkiest het eerste boven het tweede. In haar obsessieve strijd tegen het marxisme sleept ze de filosofie terug naar de ergste periode van haar oude, versleten en steriele verleden.
Het dialectisch materialisme is een dynamische visie op de werking van de natuur, de maatschappij en het denken. Het is allesbehalve een achterhaald 19e-eeuws idee, maar een opvallend moderne kijk op de natuur en de maatschappij. De dialectiek doet afstand van de rigide, vaste, levenloze kijk op de zaken die zo typisch is voor de oude mechanische school van de klassieke fysica. Ze toont aan dat dingen onder bepaalde omstandigheden in hun tegendeel kunnen veranderen.
De dialectische opvatting dat een geleidelijke opeenstapeling van kleine veranderingen op een kritiek punt tot een reusachtige sprong kan leiden, kreeg een opvallende bevestiging in de moderne chaostheorie en de afgeleiden ervan. De chaostheorie maakte een einde aan het soort eng mechanisch reductief determinisme dat de wetenschap meer dan een eeuw lang heeft overheerst. Al in de 19e eeuw liep de marxistische dialectiek vooruit op wat de chaostheorie nu wiskundig uitdrukt: de onderlinge samenhang der dingen, de organische aard van de relaties tussen verschillende entiteiten en processen.
De studie van faseovergangen vormt een van de belangrijkste terreinen van de hedendaagse fysica. Er zijn oneindig veel voorbeelden van hetzelfde fenomeen. De omzetting van kwantiteit in kwaliteit is een universele wetmatigheid. In zijn boek Ubiquity toont de Noord-Amerikaanse wetenschapper Mark Buchanan dit aan bij zulke uiteenlopende verschijnselen als hartaanvallen, lawines, bosbranden, het krimpen en uitbreiden van dierenpopulaties, beurscrises, oorlogen en zelfs veranderingen in de mode en kunstrichtingen. Nog verbazingwekkender is dat deze gebeurtenissen kunnen worden uitgedrukt in een wiskundige formule die bekend staat als een machtswet.
Deze opmerkelijke ontdekkingen werden lang geleden voorzien door Marx en Engels. Zij slaagden erin de dialectische filosofie van Hegel een rationele grondslag te geven, d.w.z. een materialistische basis. In zijn Wetenschap van de Logica (1813) schreef Hegel: “In de geschiedenis is het een grap die gewoonte is geworden om grote werkingen uit kleine oorzaken te laten ontstaan.” Dit was lang voordat er sprake was van het ‘vlindereffect’. Net als vulkaanuitbarstingen of aardverschuivingen, zijn revoluties het resultaat van een trage opeenstapeling van tegenstellingen over een lange periode. Vroeg of laat bereikt het proces een kritiek punt waarop er een plotse sprong plaatsvindt.
Historisch materialisme
Elk maatschappelijk systeem beschouwt zichzelf als de enige mogelijke menselijke bestaansvorm. Haar instituties, haar religie, haar moraal zouden het hoogtepunt van de menselijke evolutie zijn. Hiervan waren zowel de kannibalen als de Egyptische priesters, Marie Antoinette als tsaar Nicolaas, heilig van overtuigd. Francis Fukuyama wilde iets soortgelijks aantonen, door zonder het minste bewijs te beweren dat het zogenaamde systeem van ‘vrij ondernemerschap’ het enig mogelijke systeem was, net nu het begint mank te lopen.
Charles Darwin verklaarde dat soorten niet onveranderlijk zijn, dat ze over een verleden, heden en toekomst beschikken, dat ze veranderen en ontwikkelen. Marx en Engels stelden op soortgelijke wijze dat een gegeven maatschappelijk stelsel niet voor altijd en eeuwig bestaat. De vergelijking tussen natuur en maatschappij gaat natuurlijk niet volledig op. Maar zelfs het meest oppervlakkige onderzoek van de geschiedenis toont aan dat de gradualistische (geleidelijke) interpretatie op niets gebaseerd is. De maatschappij kent net zoals de natuur lange periodes van trage en geleidelijke verandering. Die ontwikkelingslijn wordt onderbroken door explosieve gebeurtenissen zoals oorlogen en revoluties. Het veranderingsproces komt dan in een grote stroomversnelling terecht. Het zijn in feite deze gebeurtenissen die de motor van de historische ontwikkeling vormen.
De voornaamste oorzaak voor revolutionaire veranderingen is het feit dat een bepaald sociaal-economisch stelsel op zijn eigen grenzen botst. De productiekrachten kunnen niet meer ontwikkeld worden zoals voorheen. Het marxisme analyseert de verborgen drijfveren van de menselijke ontwikkeling, van de vroege stammensamenlevingen tot de dag van vandaag. De materialistische opvatting van de geschiedenis stelt ons in staat deze te begrijpen, niet als een reeks onsamenhangende en onvoorziene incidenten, maar als onderdeel van een duidelijk en wederzijds verbonden proces. Het gaat om een reeks acties en reacties die de politiek, de economie en het hele spectrum van maatschappelijke ontwikkeling omvatten.
De relatie tussen al deze verschijnselen is ingewikkeld en dialectisch. Zeer dikwijls wordt er gepoogd het marxisme in diskrediet te brengen door een karikatuur te maken van haar analysemethode van de geschiedenis. Zo is er de veel voorkomende bewering dat Marx en Engels “alles herleidden tot economie.” Deze overduidelijke absurditeit werd vele malen beantwoord door Marx en Engels, zoals in het volgende uittreksel van een brief van Engels aan Bloch:
“Volgens de materialistische geschiedenisopvatting zijn de productie en reproductie van het werkelijke leven in de geschiedenis het moment dat in laatste instantie bepalend is. Meer hebben Marx noch ik ooit beweerd. Wanneer iemand dat nu zo verdraait dat het economisch moment het enig bepalende is, dan verandert hij deze stelling in een nietszeggende, abstracte, absurde frase.”
Het Communistisch Manifest
Het modernste boek dat men vandaag kan lezen is het Communistisch Manifest, geschreven in 1848. Toegegeven, sommige details zouden best herschreven kunnen worden, maar wat betreft alle fundamentele ideeën blijven de stellingen van het Communistisch Manifest vandaag de dag even relevant en juist als op de dag dat het werd geschreven. De overgrote meerderheid van de boeken die anderhalve eeuw geleden geschreven werden, behouden daarentegen nog slechts een historische betekenis. En onze moderne ‘experts’ zouden zich vandaag schamen voor wat ze pas gisteren schreven.
Het meest opvallend in het Manifest zijn de voorspellingen over fundamentele hedendaagse wereldfenomenen. Laten we een voorbeeld bekijken. Toen Marx en Engels aan het schrijven waren, was de wereld van de grote multinationale ondernemingen nog maar verre toekomstmuziek. Desondanks verklaarden ze hoe ‘vrij ondernemerschap’ en concurrentie onvermijdelijk zouden leiden tot de concentratie van kapitaal en de monopolisering van de productiekrachten.
Het is werkelijk komisch om de verklaringen te lezen van de verdedigers van de ‘markt’ over de vermeende vergissing van Marx in dit vraagstuk. In feite gaat het om een van zijn meest briljante en nauwkeurige voorspellingen. Vandaag de dag is het proces van kapitaalconcentratie, zoals Marx het voorspelde, een onbetwistbaar feit. In de laatste decennia heeft het inderdaad ongekende niveaus bereikt.
Decennialang hebben burgerlijke sociologen geprobeerd deze beweringen te weerleggen en te ‘bewijzen’ dat de gelijkheid in de maatschappij toenam. Bijgevolg zou de klassenstrijd even ouderwets zijn als de houten ploeg of het handweefgetouw. Volgens hen is de arbeidersklasse verdwenen en behoren we allemaal tot de middenklasse. Wat de kapitaalconcentratie betreft, behoorde de toekomst toe aan de kleine ondernemingen: ‘small is beautiful’.
Hoe ironisch klinken deze beweringen vandaag! De hele wereldeconomie wordt vandaag overheerst door niet meer dan 200 reuzenondernemingen, waarvan de grote meerderheid in de Verenigde Staten zijn gevestigd. Het proces van monopolievorming heeft een ongekende omvang bereikt. De grootste bedrijven ter wereld hebben een rijkdom die boven die van vele natiestaten uitstijgt – een treffende illustratie van de groeiende macht van het grote bedrijfsleven. Een onderzoek van liefdadigheidsinstelling Global Justice Now, dat zich tegen armoede inzet, wees uit dat het aantal bedrijven in de top 100 economische entiteiten was gestegen tot 69 in 2015, vergeleken met 63 in het jaar ervoor.
Slechts 147 bedrijven die een ‘super-entiteit’ vormen, hebben de controle over 40% van het vermogen op aarde. Deze megabedrijven zijn de ware heersers van de wereldeconomie. De 10 grootste bedrijven – waaronder Walmart, Apple en Shell – verdienen meer geld dan de meeste landen ter wereld samen. De waarde van de top 10 bedrijven was $285 biljoen (€266 biljoen [2023 wisselkoers – red.)], meer dan de $280 biljoen waarde van de 180 minst rijke landen, waaronder Ierland, Indonesië, Israël, Colombia, Griekenland, Zuid-Afrika, Irak en Vietnam vallen.
Lenin wees erop dat in het imperialistische (monopolie-kapitalistische) ontwikkelingsstadium, de economische macht geconcentreerd is in de handen van de grote banken. Die analyse wordt volledig bevestigd door de situatie in het heden. De wereldeconomie wordt gedomineerd door het financierskapitaal. De ETH Zürich publiceerde een onderzoek met als titel “The Network of Global Corporate Control”, wat uitwees dat een klein consortium van bedrijven – voornamelijk banken – de wereld bestuurt.
Onder de machtigste banken bevinden zich:
- Barclays • Goldman Sachs • JPMorgan Chase & Co • Vanguard Group • UBS • Deutsche Bank • Bank of New York Mellon Corp • Morgan Stanley • Bank of America Corp • Société Générale
De speculatieve activiteiten van deze machtige financiële instituties, die nauw met elkaar verbonden zijn door een complex web van investeringsschema’s, derivaten e.d., was de katalysator voor de globale financiële ineenstorting. Zoals James Glattfelder, een theoreticus van complexe systemen aan de ETH, uitlegt: “In feite was minder dan één procent van de bedrijven in staat om 40 procent van het hele netwerk te controleren.”
De concentratie van kapitaal gaat samen met een constante toename van de ongelijkheid. In alle landen bevindt het aandeel van de winsten in het nationaal inkomen zich op een recordniveau, terwijl het aandeel van de lonen een recorddiepte bereikt. De ongelijkheid op wereldschaal neemt ook toe; de helft van de rijkdom op aarde bevindt zich in de handen van slechts 1% van de bevolking.
Als een bende vraatzuchtige kannibalen verslinden deze reusachtige bedrijven elkaar voortdurend, door middel van fusies en overnames, waarbij miljarden dollars worden verkwist in een verwoede poging om de schaal en winstgevendheid van de grote monopolies te vergroten. Deze koortsachtige activiteit betekent geen echte ontwikkeling van de productiekrachten, integendeel. Dit bedrijfskannibalisme leidt onvermijdelijk tot de verkoop van waardevolle activa, fabriekssluitingen en ontslagen. Het is de moedwillige en grootschalige vernietiging van productiemiddelen en het offeren van duizenden banen op het altaar van de Winst.
Terwijl ze prediken dat er bezuinigd moet worden, verrijken de bankiers en kapitalisten zichzelf voortdurend, door een recordhoeveelheid meerwaarde aan de arbeidersklasse te onttrekken. In de VS produceren de arbeiders gemiddeld een derde meer dan tien jaar geleden, maar stagneren of dalen de reële lonen. De winsten zijn daarentegen enorm gestegen en de rijken worden steeds rijker, ten koste van de arbeidersklasse.
Globalisering
Laten we nog een ander opvallend voorbeeld onder ogen nemen: de globalisering. De verpletterende overheersing van de wereldmarkt is het belangrijkste fenomeen van ons tijdperk. Sommigen beweren dat het een recente ontdekking is. In feite was de globalisering al door Marx en Engels voorspeld en uitgelegd, meer dan 150 jaar geleden. In de inleiding van dit opmerkelijke document lezen we het volgende:
“De bourgeoisie heeft door haar exploitatie van de wereldmarkt de productie en consumptie van alle landen kosmopolitisch gemaakt. Zij heeft tot groot verdriet van de reactionairen aan de industrie de nationale bodem onder de voeten weggetrokken. De eeuwenoude nationale industrieën zijn vernietigd en worden nog dagelijks vernietigd. Zij worden verdrongen door nieuwe industrieën, waarvan de invoering tot een levenskwestie voor alle beschaafde volkeren wordt, door industrieën, die niet meer inheemse grondstoffen, maar grondstoffen uit de verste streken van de aarde verwerken en waarvan de fabrikaten niet alleen in het land zelf, maar in alle werelddelen tegelijk worden verbruikt. In de plaats van de oude, door producten van het eigen land bevredigde behoeften komen nieuwe, die de producten van de verste landen tot hun bevrediging vereisen. In de plaats van de oude lokale en nationale zelfgenoegzaamheid en afgeslotenheid komt er een veelzijdig verkeer, een veelzijdige afhankelijkheid van de volkeren onderling. De geestelijke voortbrengselen van de afzonderlijke naties worden gemeengoed. De nationale eenzijdigheid en beperktheid wordt meer en meer onmogelijk, en uit de vele nationale en lokale literaturen vormt zich een wereldliteratuur.”
Vandaag de dag is deze analyse briljant bevestigd. Bij het schrijven van het Manifest was er echter nauwelijks empirisch bewijsmateriaal beschikbaar om deze hypothese te staven. De enige echt ontwikkelde kapitalistische economie was Engeland. De jonge industrieën van Frankrijk en Duitsland (dat toen eigenlijk niet eens bestond als verenigde entiteit) gingen schuil achter hoge tariefmuren, een feit dat vandaag – uit eigenbelang – wordt vergeten door de westerse regeringen en economen die de wereld graag de les leren over het belang van open economieën.
De zogenoemde globalisering is een uitdrukking van de onvermijdelijke tendens van het kapitalisme om buiten de nauwe grenzen van de nationale markt te treden en een internationale arbeidsdeling te ontwikkelen en te intensiveren. Dit opent een duizelingwekkend perspectief van toekomstige welvaart en samenwerking tussen alle volkeren op aarde. Maar onder het kapitalisme wordt dit prachtige potentieel voor menselijke ontwikkeling in het keurslijf van de winstgerichte productie gedwongen. Verre van dat het de vooruitzichten op economische en maatschappelijke vooruitgang vergroot, wordt het een kant-en-klaar recept voor het plunderen van de hele planeet in het belang van gigantische bedrijven. Verre van dat het de tegenstellingen verzacht en het risico op oorlogen en conflicten verkleint, heeft het ze juist versterkt, met de ene na de andere oorlog als gevolg.
Op wereldschaal zijn de resultaten van de geglobaliseerde ‘markteconomieën’ weerzinwekkend. Volgens de Verenigde Naties leven 1,2 miljard mensen met minder dan twee dollar per dag [cijfers van 2012*]. Hiervan sterven er ieder jaar 8 miljoen mannen, vrouwen en kinderen omdat ze niet genoeg geld hebben om te overleven. Iedereen is het er over eens dat de massamoord van 6 miljoen tijdens de nazi-holocaust een vreselijke misdaad tegen de mensheid was. Maar elk jaar vindt er een stille holocaust plaats die 8 miljoen onschuldige mensen doodt en geen haan die ernaar kraait.
Naast deze weerzinwekkende armoede en dit menselijk leed zijn wij getuige van een orgie van obsceen winstbejag en pronkzieke rijkdom. Volgens de Bloomberg Billionaires Index controleren rijkste 30 mensen ter wereld een verbijsterend deel van de wereldeconomie: $1,23 biljoen. Dat is meer dan het jaarlijkse bbp van Spanje, Mexico of Turkije.
Achttien leden van deze groep komen uit de VS. De acht rijkste miljardairs ter wereld controleren samen evenveel rijkdom als de armste helft van de wereldbevolking, het meest treffende symptoom van een steeds groter wordende en gevaarlijke concentratie van rijkdom. Liefdadigheidsinstelling Oxfam, die de cijfers publiceerde, zei dat het “meer dan grotesk” was dat een handjevol rijke mannen, geleid door Microsoft-oprichter Bill Gates, $426 miljard (€398 miljard [2023 wisselkoers – red.]) bezitten, evenveel rijkdom als de 3,6 miljard armste mensen op aarde bezitten.
Behalve Gates maken Amancio Ortega, oprichter van de Spaanse modeketen Zara, en Warren Buffet, de grote investeerder en CEO van Berkshire Hathaway, onderdeel uit van de groep.
Anderen op de lijst zijn Carlos Slim Helú, de Mexicaanse telecom-tycoon en eigenaar van het conglomeraat Grupo Carso; Jeff Bezos, de oprichter van Amazon; Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook; Larry Ellison, CEO van het Amerikaanse techbedrijf Oracle; en Michael Bloomberg, voormalig burgemeester van New York en oprichter en eigenaar van de nieuws- en financiële informatiedienst Bloomberg.
Voor een rationeel productieplan
Het is een absolute noodzaak geworden om de uitgestrekte hulpbronnen van onze planeet te harmoniseren door middel van een rationeel productieplan. Het kapitalistisch systeem is een stuurloos systeem, gebaseerd op hebzucht en de constante zoektocht naar nieuwe manieren om de planeet te verminken en uit te buiten, om zo de rijkdom en macht van een kleine minderheid te vergroten. De grote bedrijven hebben laten zien dat ze roekeloos omgaan met het milieu en er niets om geven. In hun verwoede zoektocht naar winst hebben ze regenwouden verwoest, de zeeën vergiftigd, en planten- en diersoorten uitgeroeid. Ze hebben de lucht die we inademen, het water dat we drinken en het voedsel dat we eten vervuild. De voortzetting van het kapitalistische systeem vormt een dodelijke bedreiging voor de planeet waar we op leven en het voortbestaan van de mens zelf.
Objectief gezien zijn alle voorwaarden aanwezig voor het oplossen van ieder probleem waarmee we geconfronteerd worden. Het menselijk ras heeft alle noodzakelijke technologische en wetenschappelijke middelen in zijn handen om armoede, ziekten, werkloosheid, honger, dakloosheid en alle andere kwaden uit te roeien die voor eindeloze ellende, oorlogen en conflicten zorgen. Als dit niet gebeurt, dan is dit niet omdat het niet kan, maar omdat we tegen de grenzen aanlopen van een economisch systeem dat zuiver op winst gebaseerd is.
De behoeften van de mensheid worden niet meegenomen in de serieuze berekeningen van de bankiers en kapitalisten die over de planeet heersen. Dit is het centrale vraagstuk. Het antwoord hierop zal bepalend zijn voor de toekomst van het menselijk ras. Liefdadigheidsinstelling Oxfam roept op tot een nieuw economisch model om de onverbiddelijke trend naar ongelijkheid te keren. Wat we nodig hebben is echter geen gesleutel aan het systeem, maar de volledige omverwerping ervan.
Het was de historische taak van de bourgeoisie om alle barrières uit de weg te ruimen die de ontwikkeling van de productiekrachten onder het feodalisme tegenhielden: lokale belastingen, valuta en tariefbarrières, de eindeloze tolheffingen die de vrije ontwikkeling van de handel belemmerden, de parochiale bekrompenheid en de idiotie van het plattelandsleven. De grote verovering van de bourgeoisie was de oprichting van de nationale markt en, op die basis, de natiestaat in de moderne zin van het woord.
Maar de ontwikkeling van de productiekrachten onder het kapitalisme is lang geleden buiten de nauwe grenzen getreden van de nationale markt, die nu is veranderd in een barrière voor economische ontwikkeling, net zoals de oude lokale particularismen van het feodalisme dit in het verleden waren. De komst van globalisering is slechts een uitdrukking van het feit dat de natiestaat zijn nut heeft overleefd en een obstakel op het pad van de menselijke vooruitgang is geworden.
De twee belangrijkste barrières voor de ontwikkeling van de mensheid zijn: enerzijds, het private eigendom van de productiemiddelen, en anderzijds, dat overbodige overblijfsel van de barbarij, de natiestaat. Het is de historische taak van het proletariaat om deze barrières voor de voortgang van de beschaving neer te halen. Het private eigendom zal vervangen worden door een democratisch productieplan. En de natiestaat zal worden verwezen naar een kamertje in het museum van oudheden.
De socialistische revolutie zal alle nationale barrières wegvagen en het enorme potentieel voor de ontwikkeling van de productiekrachten bevrijden, door de creatie van een Socialistische Wereldfederatie. Deze zal de grenzeloze hulpmiddelen van onze planeet op een geplande en harmonieuze wijze samenbrengen voor de bevrediging van de behoeften van de mensheid, en niet de hebzucht van een handjevol superrijke parasieten.
Klassenstrijd
Het historisch materialisme leert ons dat de omstandigheden het bewustzijn bepalen. Idealisten hebben altijd het bewustzijn afgeschilderd als de motor van alle menselijke vooruitgang. Maar zelfs de meest oppervlakkige bestudering van de geschiedenis laat zien dat het menselijk bewustzijn altijd de neiging heeft om achter de gebeurtenissen aan te lopen. Verre van revolutionair te zijn, is het van nature diep conservatief.
De meeste mensen houden niet van verandering en nog minder van gewelddadige omwentelingen die de bestaande omstandigheden veranderen. Ze klampen zich vast aan ideeën die ze kennen, aan vertrouwde instellingen, aan de traditionele moraal, godsdienst en de waarden van de bestaande maatschappijorde. Maar op een dialectische wijze kunnen deze zaken in hun tegengestelde veranderen. Vroeg of laat komt het bewustzijn in overeenstemming met de werkelijkheid, op een explosieve wijze. Dat is precies wat we een revolutie noemen.
Het marxisme legt uit dat de verklaring van alle maatschappelijke ontwikkeling in laatste instantie bij de ontwikkeling van de productiekrachten ligt. Zolang de maatschappij vooruitgaat, d.w.z. zolang ze in staat is de industrie, de landbouw, de wetenschap en de technologie te ontwikkelen, denken de meeste mensen dat het een leefbare maatschappij is. In het algemeen worden de bestaande maatschappij en de bijhorende moraal en wetten in dergelijke omstandigheden niet in vraag gesteld. Integendeel, de maatschappij wordt beschouwd als zijnde natuurlijk en onvermijdelijk. De bestaande orde lijkt net zo natuurlijk als het op- en ondergaan van de zon.
Er zijn grote gebeurtenissen om de massa’s de kans te geven de zware last van de traditie, gewoonte en routine van zich af te schudden en nieuwe ideeën te omarmen. Dat is het standpunt van de materialistische opvatting van de geschiedenis. Marx vatte dit briljant samen in een beroemde zin als “het maatschappelijk zijn dat het bewustzijn bepaalt”. Er zijn grote gebeurtenissen nodig om de ondeugdelijkheid van de oude orde bloot te leggen en de massa's te overtuigen van de noodzaak om deze volledig omver te werpen. Dit proces verloopt niet automatisch, maar heeft tijd nodig.
De laatste tijd was het alsof de klassenstrijd in Europa iets uit het verleden was. Maar al de opgestapelde tegenstellingen komen nu aan de oppervlakte. Dit baant overal de weg voor een uitbarsting van de klassenstrijd. Overal, zelfs in de Verenigde Staten, worden stormachtige gebeurtenissen voorbereid. Scherpe en plotse veranderingen zijn eigen aan de huidige toestand.
Toen Marx en Engels het Manifest schreven, waren ze twee jonge mannen, respectievelijk 29 en 27 jaar oud. Ze schreven het Manifest op een moment van gitzwarte politieke reactie. De arbeidersklasse leek ogenschijnlijk niet te bewegen. Het Manifest werd in Brussel geschreven, de stad waar ze als politieke vluchtelingen asiel hadden gevonden. Net toen het Manifest het licht zag in februari 1848, borrelde de revolutie op in de straten van Parijs. Als een savannevuur verspreidde de revolutie zich door heel Europa.
Er treedt nu een bewogen periode aan die verschillende jaren zal duren. We kunnen het vergelijken met de periode van 1930 tot 1937 in Spanje. Tegenslagen en nederlagen zijn onvermijdelijk, maar ze vormen ook een leerschool. In deze omstandigheden leren de massa’s zeer snel. We moeten natuurlijk niet overdrijven. Dit proces van radicalisering staat pas in zijn kinderschoenen. Eén ding is echter vandaag al duidelijk: het bewustzijn van de arbeidersklasse is aan het veranderen. Een groeiend aantal mensen plaatst vandaag een vraagteken bij het kapitalisme. Nooit eerder stonden ze op deze manier open voor marxistische ideeën. In de komende periode zullen de ideeën waarvan enkel kleine revolutionaire groepen overtuigd waren, door miljoenen mensen worden gesteund.
Ons antwoord op meneer Fukuyama is daarom dan ook dat de geschiedenis niet ten einde is. Eigenlijk is ze nauwelijks begonnen. De toekomstige generaties zullen terugblikken op de huidige ‘beschaving’ op min of meer dezelfde manier zoals wij vandaag terugkijken naar het kannibalisme. De eerste voorwaarde voor het bereiken van een hoger niveau van menselijke ontwikkeling is het beëindigen van de kapitalistische anarchie en het opzetten van een rationeel en democratisch productieplan waarin mannen en vrouwen hun leven en lot in eigen handen kunnen nemen.
Zogenaamde ‘realisten’ zullen ons vertellen dat dit allemaal onmogelijk en utopisch is. Het is echter totaal onrealistisch om je in te beelden dat de problemen van de mensheid kunnen worden opgelost op basis van het huidige systeem, dat de wereld in de huidige erbarmelijke staat heeft gebracht. Beweren dat de mensheid niet in staat is een beter alternatief uit te werken op de wetten van de jungle, is uitermate beledigend voor de menselijke soort.
Bevrijd van de vreselijke ketenen van het privébezit en de natiestaat, kan het reusachtig potentieel van de wetenschap en de technologie ingezet worden om een oplossing te vinden voor alle problemen die onze wereld onderdrukken en bedreigen met vernietiging. De echte menselijke geschiedenis begint pas wanneer we erin slagen de kapitalistische slavernij te beëindigen en de eerste stappen te zetten richting het rijk van de vrijheid.
Londen, 16 juni 2017
* In 7 jaar tijd daalde het aantal mensen in extreme armoede tot 648 miljoen in 2019. Echter, met de covid-crisis, klimaatverandering, stijgende voedselprijzen en andere inflatie, is de extreme armoede daarna weer gestegen met een geschatte 75-95 miljoen in 2022.