Op 8 maart is het Internationale Werkende Vrouwendag. In dit artikel gaat Marie Frederiksen, van onze Deense zusterorganisatie, in op de strijd voor vrouwenemancipatie en de lessen van Lenin en de bolsjewieken. Wat zijn de lessen voor communisten en vrouwenstrijd vandaag de dag?
De meeste vrouwen op de wereld zijn vandaag de dag nog ver verwijderd van gelijkheid, laat staan bevrijding. De loonkloof tussen mannen en vrouwen is één ding, maar ongelijkheid en onderdrukking gaan over zoveel meer dan dat. Van de angst om onze drankjes onbeheerd achter te laten tijdens een avondje uit; tot de angst om alleen naar huis te lopen en voortdurend seksistische opmerkingen en blikken te moeten verdragen; tot het verrichten van het merendeel van het huishoudelijk werk; tot artsen die 'vrouwenziekten' niet serieus nemen en in het algemeen als minderwaardig worden behandeld, de lijst gaat maar door en door...
Ongelijkheid en onderdrukking zitten zo diep ingebakken in de structuren van de maatschappij, dat ze het hele leven van een vrouw doordringen, waar ter wereld ze ook woont. Ze krijgen hun eigen weerzinwekkende uitdrukking onder het kapitalisme, maar ze zijn doorgegeven door duizenden jaren van klassenmaatschappij.
De vermeende oplossingen die politici en de top van de samenleving ons aanreiken, zijn allesbehalve bevredigend. Ze zijn doordrenkt van een individualistisch perspectief dat klassenstrijd en systeemverandering verwerpt ten gunste van het promoten van een 'girl boss'-ideologie, waarin seksisme en onderdrukking worden voorgesteld als iets dat door individuen kan worden overwonnen binnen het kader van het kapitalisme.
De grootste vooruitgang op het gebied van vrouwenemancipatie is echter niet te danken aan onafhankelijke verlichting of individuele strijd tegen een systemisch kwaad. Ze kwam tot stand door collectieve, revolutionaire strijd om de samenleving fundamenteel te veranderen.
Daarom is het moeilijk om iemand te noemen die een grotere invloed heeft gehad op vrouwenemancipatie dan Lenin. Die uitspraak zal waarschijnlijk heel wat feministen ineen doen krimpen. Wat heeft een 'dode witte Russische man' te zeggen over de strijd voor vrouwenemancipatie vandaag de dag? Maar de Russische Revolutie, geleid door Lenin, liet zien dat het mogelijk is om het kapitalistische systeem waaronder we leven af te schaffen en te beginnen met het opbouwen van een maatschappij zonder ongelijkheid en onderdrukking. Eindelijk stond echte vrouwenemancipatie op de agenda. Dit werd echter niet alleen aan het individu overgelaten, maar maakte deel uit van een collectieve strijd van alle onderdrukte lagen van de samenleving. Rusland vóór 1917 was een samenleving met een extreem onderdrukkende patriarchale cultuur. De Oktoberrevolutie was een aardbeving die de fundamenten van die cultuur deed schudden. In één klap werden alle wetten afgeschaft die vrouwen in een minderwaardige positie ten opzichte van mannen plaatsten en werd homoseksualiteit uit het strafrecht gehaald. Dat was nog maar het begin.
De 100e sterfdag van Lenin is natuurlijk beantwoord met een lastercampagne van de kant van de kapitalistische pers. Maar Lenin wordt ook afgeschreven door veel feministen die op papier beweren progressief te zijn. Ze schrijven Lenin, samen met Marx en Engels, af als 'oude witte mannen'. Maar degenen die op die kar springen, helpen in werkelijkheid op politiek gebied de heersende klasse. Ze schrijven het revolutionaire idee af dat je de klassenmaatschappij moet afschaffen om een einde te maken aan de onderdrukking van vrouwen. En daar zijn alleen de rijksten mee gediend, degenen wier macht en privileges afhankelijk zijn van onderdrukking en ongelijkheid als een ingebouwd onderdeel van hun systeem.
Vrouwenstrijd en de revolutie
Lenins gehele politieke strijd was gericht op één doel: de revolutionaire omverwerping van de klassenmaatschappij en de opbouw van een geheel nieuwe maatschappij, zonder ongelijkheid en onderdrukking: een communistische maatschappij. De reden waarom de kapitalistische klasse zo'n extreme haat heeft voor deze man, is dat hij de enige succesvolle arbeidersrevolutie in de wereldgeschiedenis leidde: een revolutie waarbij de werkende klasse de macht greep en ook liet zien dat het mogelijk is om de maatschappij te organiseren in overeenstemming met de behoeften van mensen, in plaats van de winsten.
De Russische Revolutie ging verder dan enige andere gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid om vrouwen te bevrijden van de slavernij van de klassenmaatschappij. De bolsjewieken namen reuzenstappen in de richting van echte vrouwenemancipatie, stuurden schokgolven door de wereld, schudden de machthebbers grondig door elkaar heen en inspireerden werkende vrouwen (en mannen) wereldwijd. Het is dan ook geen toeval dat vrouwen in vele delen van de wereld stemrecht kregen (samen met vele andere rechten) in de jaren vlak na de revolutie.
De Russische Revolutie blijft de belangrijkste bijdrage aan de strijd tegen vrouwenonderdrukking in de wereldgeschiedenis. Meer dan 100 jaar later zijn de maatregelen die Lenin en de rest van de Bolsjewistische Partij na de revolutie namen, nog steeds de meest progressieve in de wereldgeschiedenis.
De bolsjewieken schaften alle wetten af die ongelijkheid tussen de seksen afdwongen. Vrouwen kregen het recht op abortus en echtscheiding en het onderscheid tussen buitenechtelijke en binnenechtelijke kinderen werd afgeschaft. Ter vergelijking: in Denemarken werd het recht op echtscheiding pas in 1925 ingevoerd en het recht op abortus in 1973! Deense schoolkinderen leren dat de sociaaldemocraat Nina Bang de eerste vrouwelijke minister ter wereld was. Ze werd echter pas minister in 1924, zeven jaar nadat Aleksandra Kollontaj was benoemd tot Volkscommissaris (d.w.z. minister) in de Sovjet-Unie.*
Een van de eerste decreten van Kollontaj ging over moederschap en voerde onder andere 16 weken betaald zwangerschapsverlof in en beperkte de werkweek van vrouwen die borstvoeding geven tot slechts vier dagen. Nogmaals, we mogen niet vergeten dat zwangerschapsverlof in die tijd in het grootste deel van de wereld nog helemaal niet bestond. In Denemarken werd pas in 1960 een wet op zwangerschapsverlof voor alle vrouwelijke werknemers ingevoerd. En dat was slechts voor 14 weken, en niet met behoud van loon, maar op het niveau van een werkloosheidsuitkering. 16 weken betaald zwangerschapsverlof is tot op de dag van vandaag meer dan waar vrouwen zelfs recht op hebben in het rijkste land ter wereld, de VS, waar vrouwen recht hebben op slechts 12 weken onbetaald zwangerschapsverlof.
Maar gelijkheid voor de wet was slechts de eerste stap van de bolsjewieken. Dit is slechts de formele voorwaarde om ongelijkheid uit te roeien. Om echte gelijkheid te bereiken is het niet genoeg om nieuwe wetten op papier te zetten. Het vereist radicale veranderingen in de sociale en economische omstandigheden van de samenleving.
Hier begon het echte werk van de bolsjewieken voor de emancipatie van vrouwen: het veranderen van de materiële omstandigheden, het wegnemen van de wortel van de ongelijkheid, namelijk de klassenverdeling. Daarvoor was het nodig dat er een einde kwam aan het privé-eigendom van de productiemiddelen, d.w.z. het eigendom van de fabrieken, bedrijven en het land door de kapitalisten en landheren. In de plaats daarvan begonnen ze met het opzetten van een democratisch productieplan dat gericht was op het oplossen van de sociale behoeften van de grote meerderheid, de arbeidersklasse en de armste boeren.
Nadat de eerste stap van gelijkheid voor de wet was bereikt, beschreef Lenin de volgende taken:
“De tweede en belangrijkste stap is de afschaffing van het privé-eigendom van het land en de fabrieken. Dit alleen baant de weg naar een volledige en werkelijke emancipatie van de vrouw, haar bevrijding van "huishoudelijke slavernij" door de overgang van kleine individuele huishouding naar grootschalige gesocialiseerde huishoudelijke diensten.
“Deze overgang is moeilijk, omdat het gaat om het omvormen van de meest diepgewortelde, verstokte, verborgen en rigide 'orde' (onfatsoenlijkheid en barbaarsheid zou dichter bij de waarheid liggen). Maar de overgang is begonnen, de zaak is in gang gezet, we zijn de nieuwe weg ingeslagen.” (Lenin, ‘International Working Women’s Day, 1921 - onze vertaling)
Om vrouwen vrij te maken moest er een einde komen aan het huishoudelijk werk dat, in de woorden van Lenin, vrouwen in "huiselijke slavernij" houdt. Huishoudelijk werk moest gesocialiseerd worden, wat concreet betekende dat er crèches, kleuterscholen, gemeenschapskeukens, openbare wasserijen, enz. moesten worden opgericht.
Vrouwen zijn - sinds de opkomst van de klassenmaatschappij, dus al duizenden jaren - aan huis gekluisterd. Het kapitalisme heeft een belangrijke rol gespeeld door vrouwen als arbeiders en dus als deelnemers aan de klassenstrijd de bredere samenleving in te trekken. Maar het is er niet in geslaagd om de huisslavernij van vrouwen uit te bannen, wat betekent dat werkende vrouwen onder het kapitalisme een dubbele last dragen: als arbeiders en als vrouwen.
Zelfs in ontwikkelde kapitalistische landen komt het grootste deel van het huishoudelijk werk op de schouders van vrouwen terecht. In Denemarken, waar de arbeidsparticipatie van vrouwen bijna gelijk is aan die van mannen, doen vrouwen gemiddeld een uur meer huishoudelijk werk per dag dan mannen. Wanneer er kinderen worden geboren, heeft dit een aanzienlijke invloed op het salaris en het pensioen van de vrouw en, niet in de laatste plaats, de tijd die ze hebben voor andere dingen dan het gezin, zoals betrokkenheid bij cultuur of deelname aan politieke activiteiten.
Ingeperkt door de materiële omstandigheden
De ambities van de bolsjewieken konden echter niet verder reiken dan de materiële realiteit van de Sovjetrepubliek. Lenin had vanaf dag één duidelijk gemaakt dat de revolutie zich moest verspreiden naar de meer ontwikkelde kapitalistische landen om het socialisme te kunnen opbouwen. Helaas bleef de Russische Revolutie geïsoleerd en in de eerste jaren na 1917 moest de jonge Sovjetstaat vechten om te overleven in de burgeroorlog die de machtigste kapitalistische staten in Rusland hadden ontketend en om hongersnood af te wenden.
De middelen waren uiterst beperkt, en daarmee ook de mogelijkheid om de plannen voor het socialiseren van huishoudelijk werk te realiseren. In deze context was het indrukwekkend dat de Sovjetstaat ook maar iets bereikte. Maar met de dictatoriale machtsovername van Stalin werd een groot deel van de vooruitgang die vrouwen na de revolutie hadden geboekt teruggedraaid, bijvoorbeeld met betrekking tot het recht op abortus en echtscheiding.
Ondanks de degeneratie en achteruitgang onder Stalin en zijn opvolgers, bracht de planeconomie enorme vooruitgang voor vrouwen. De levensverwachting voor vrouwen werd meer dan verdubbeld, van 30 jaar in de tijd van de tsaar tot 74 jaar in de jaren 1970. In 1971 waren er meer dan 5 miljoen kleuterscholen en was 49 procent van de studenten in het hoger onderwijs vrouw. De enige andere landen waar meer dan 40 procent van het hoger onderwijs uit vrouwen bestond, waren Finland, Frankrijk, Zweden en de VS.
Lenins politieke ideeën waren gebaseerd op een materialistische filosofische basis, d.w.z. het inzicht dat het de materiële omstandigheden zijn die het bewustzijn, de gedachten, de ideologie, de cultuur, enz. bepalen.
De eerste voorwaarde om een einde te maken aan de seksistische en vrouwenhatende cultuur die al duizenden jaren vrouwen minder waardeert dan mannen en ze uit het openbare leven houdt, is daarom een verandering in de materiële omstandigheden. Dat betekent de afschaffing van het privé-eigendom van de productiemiddelen.
Maar de bolsjewieken leunden niet achterover nadat ze de economie hadden genationaliseerd; ze gingen uitgebreid aan de slag om de chauvinistische cultuur van Rusland aan te pakken. Er werden speciale programma's gelanceerd om analfabetisme onder vrouwen uit te roeien en hen actief te betrekken bij het leiden van de staat en de partij. Tegelijkertijd deden de bolsjewieken hun best om het culturele niveau in het algemeen te verhogen, waardoor religieuze vooroordelen en andere vormen van chauvinisme werden bestreden.
Lenin voerde een strijd voor de gelijkheid van vrouwen, niet alleen voor de wet, maar op alle gebieden. Daarom beschouwen wij ons als communisten als de meest consequente voorvechters van vrouwenemancipatie. In tegenstelling tot liberale feministen bleef Lenin niet binnen het kader van het kapitalisme. Het meeste dat binnen dit systeem bereikt kan worden is gelijkheid voor de wet. En zoals iedereen in Scandinavië je kan vertellen, waar gelijkheid voor de wet al lang bereikt is, blijft dit ver verwijderd van het afschaffen van de onderdrukking van vrouwen. Liberale feministen hebben formele gelijkheid verworven en helpen tegelijkertijd de maatschappelijke en culturele ongelijkheid in stand te houden die nog steeds de overhand heeft.
Voor Lenin was klasse het brandpunt van de vrouwenstrijd. Alleen klasse doorsnijdt alle andere vormen van onderdrukking, en is waar deze allemaal omheen draaien. De heersende klasse is een verwaarloosbare minderheid in de samenleving en doet alles wat ze kan om de werkende klasse te verdelen langs lijnen van gender, etniciteit, religie, enz., om te proberen verschillende groepen arbeiders tegen elkaar uit te spelen.
Communisten en de vrouwenstrijd
Voor Lenin is de revolutie niet alleen noodzakelijk voor de bevrijding van vrouwen, maar is de deelname van vrouwen doorslaggevend voor een succesvolle revolutie. Dit is geen secundaire kwestie.
Het waren de werkende vrouwen die de Russische Revolutie ontketenden toen ze gingen staken op Internationale Vrouwendag in 1917. Tijdens de revolutie in de aanloop naar Oktober, drong Lenin steeds weer aan op de noodzaak om vrouwen te organiseren in de strijd. In een van zijn Brieven van ver - geschreven vóór zijn terugkeer uit ballingschap in 1917 - schreef hij: “Als vrouwen niet betrokken worden in de openbare diensten, in de militie, in het politieke leven, als vrouwen niet uit hun bedwelmende huis- en keukenomgeving worden gehaald, zal het onmogelijk zijn om echte vrijheid te garanderen, zal het onmogelijk zijn om zelfs maar democratie op te bouwen, laat staan socialisme.” (Lenin, Letters from Afar, third letter, ‘Concerning a Proletarian Militia’ - onze vertaling)
Zonder de deelname van vrouwen kon de revolutie niet winnen. En de kwestie van het organiseren van arbeidersvrouwen in de strijd voor het communisme werd niet alleen door Lenin als kritiek beschouwd in de aanloop naar de Oktoberrevolutie, maar ook daarna en bij de opbouw van de Derde Internationale als een instrument om de revolutie wereldwijd te verspreiden. De onderdrukking van vrouwen onder het kapitalisme betekent echter ook dat er over het algemeen minder vrouwen dan mannen georganiseerd zijn in de strijd. Ook dit was een probleem dat Lenin aanpakte:
“Waarom hebben wij nergens, ook niet in Sovjet-Rusland, net zoveel vrouwen in de partij als mannen? Waarom is het aantal beroepsmatig georganiseerde vrouwen zo klein? Die feiten zetten je aan het denken. […] [W]ij kunnen de proletarische dictatuur niet verwezenlijken zonder miljoenen vrouwen, zonder hen kunnen wij de communistische opbouw niet uitvoeren. Wij moeten de weg naar hen weten te vinden, wij moeten daar nog hard op studeren; en veel moeten we nog uitproberen om die weg te vinden.
“Daarom is het volkomen juist dat wij de eisen ten gunste van de vrouwen naar voren brengen. […] De rechten en de maatschappelijke maatregelen die wij van de burgerlijke samenleving [voor vrouwen] eisen, dienen als bewijs dat wij de positie en de belangen van de vrouwen begrijpen en daar onder de proletarische dictatuur ook rekening mee houden. En natuurlijk niet via een sussend paternalisme. Nee, natuurlijk niet, maar wel als revolutionairen, die de vrouwen oproepen, als gelijkberechtigden, om zelf te werken aan de herstructurering van de economie en de ideologische bovenbouw!” (Clara Zetkin, Herinneringen aan Lenin)
Lenin benadrukte herhaaldelijk dat de strijd voor de bevrijding van werkende vrouwen niet los gezien kan worden van de strijd voor de socialistische revolutie. Ongelijkheid en onderdrukking kunnen niet beëindigd worden zonder een einde te maken aan de klassenmaatschappij. Dat betekent echter niet dat hij daarom de strijd voor de eisen van vrouwen vóór de revolutie afwees.
Communisten worden er soms ten onrechte van beschuldigd dat ze de vrouwenstrijd verwaarlozen als iets dat door de revolutie opgelost zal worden. Maar dat is duidelijk niet waar. Het klopt dat we denken dat revolutie de enige manier is om een einde te maken aan de onderdrukking van de vrouw, maar dat betekent niet dat we de strijd voor democratische eisen in het hier en nu afwijzen.
Wij communisten gaan niet zitten wachten op de revolutie, maar storten ons in de dagelijkse strijd. Zoals Lenin uitlegde, kunnen arbeiders gemobiliseerd worden door de alledaagse strijd voor hervormingen en democratische eisen, en door deze strijd worden de beperkingen van de kapitalistische democratie duidelijk. Het is de taak van de communisten om de dagelijkse strijd te gebruiken om de noodzaak van een strijd voor een revolutie aan de orde te stellen. Lenin legde uit dat hoe vrijer en democratischer een samenleving is, hoe duidelijker het wordt dat het probleem niet slechts deze of gene wet is, maar het kapitalisme zelf:
“Het recht op echtscheiding zal onder het kapitalisme in het merendeel van de gevallen niet realiseerbaar zijn, omdat het onderdrukte geslacht economisch geknecht wordt en omdat de vrouw onder het kapitalisme, van welke aard de democratie ook moge zijn, de ‘huisslavin’, de in slaapkamer, kinderkamer en keuken opgesloten slavin blijft. […]
“Alleen mensen die totaal niet in staat zijn om te denken of wie het marxisme volkomen vreemd is concluderen daaruit: dus is de republiek niets waard, dus is de vrijheid op echtscheiding niets waard, dus is de democratie niets waard en dus is de zelfbeschikking van de volkeren niets waard! Maar de marxisten weten dat de democratie de klassenonderdrukking niet liquideert, maar slechts zuiverder, breder, openlijker en scherper vorm geeft aan de klassenstrijd, en dat is nu net wat wij nodig hebben. Hoe completer de vrijheid op echtscheiding is, hoe duidelijker het de vrouw is dat de bron van haar ‘huisslavernij’ het kapitalisme is en niet de rechteloosheid. Hoe democratischer de ordening van de staat is, hoe duidelijker het de arbeiders is dat de wortel van het kwaad het kapitalisme is en niet de rechteloosheid. [...] Enzovoorts.” (Lenin, Over een karikatuur op het marxisme en over het ‘imperialistische economisme’)
Hoe uitgebreider de democratie, hoe duidelijker het wordt dat niet alleen het gebrek aan democratie schuldig is aan onderdrukking, maar dat onderdrukking veel dieper geworteld is: in het kapitalisme en de structuren van de klassenmaatschappij zelf.
Zoals eerder gezegd is vrouwenonderdrukking verre van verdwenen uit landen in Scandinavië, ondanks gelijke democratische rechten voor mannen en vrouwen. Het wordt steeds duidelijker voor steeds meer vrouwen dat de oplossing voor seksisme, geweld tegen vrouwen en hun status als tweederangsburgers niet in het parlement ligt, maar in een diepere herziening van de structuur van de samenleving. Het is onze taak als communisten om ons te storten in deze dagelijkse strijd van vrouwen en deze tegelijkertijd te gebruiken om te laten zien hoe ze verbonden zijn met klassenonderdrukking en de noodzaak om het kapitalisme te bestrijden.
Lenin was duidelijk dat dit vitale werk, om klassenbewuste vrouwen in de revolutionaire beweging te krijgen, niet alleen de taak van vrouwen was, en hij was tegen een aparte communistische vrouwenbeweging. Het was de taak van de hele partij. Het was noodzakelijk om alle communisten te scholen in en te betrekken bij de kwestie van vrouwenonderdrukking en het belang van revolutionair werk onder vrouwen, ook mannelijke kameraden, om het werk überhaupt met succes te kunnen uitvoeren. Dat betekende soms zelfs het overwinnen van de weerstand van mannelijke kameraden, zoals de Duitse marxiste Clara Zetkin zich herinnerde dat Lenin zei:
“Het agitatie- en propagandawerk onder de vrouwenmassa’s, hun opwekking en het revolutioneren ervan, beschouwen zij als iets van de tweede rang, als een zaak die alleen communistische vrouwen aangaat. De communistes krijgen het verwijt te horen dat de zaak niet snel en energiek genoeg vooruit komt. Dat is onjuist, tot in de wortel onjuist! Het is je reinste separatisme en gelijkheid voor de vrouw ‘à la rebours’, zoals de Fransen zeggen, d.w.z. gelijkheid van de vrouw omgekeerd. [...]
“Er zijn maar heel weinig mannen, zelfs onder de proletariërs, die er bij stilstaan in welke mate zij de lasten en de zorgen van de vrouw zouden kunnen verlichten of die zelfs helemaal van haar schouders zouden kunnen lichten als zij haar maar wilden helpen bij dat ‘vrouwenwerk’. Maar nee, dat is immers tegen ‘het recht en de waardigheid van de man’ in. Hij eist voor zichzelf rust en comfort. Het huiselijke leven van de vrouw is een dagelijkse opoffering van zichzelf aan duizenden minuscule kleinigheden. Het oude heersersrecht van de man blijft in verhulde vorm voortbestaan. Objectief gezien neemt zijn slavin daarvoor wraak — ook in verhulde vorm: de achterlijkheid van de vrouw en het ontbreken van begrip voor de revolutionaire idealen van de man verzwakken zijn monterheid en zijn vastberadenheid voor de strijd. Dat zijn die kleine wormen die onmerkbaar en langzaam, maar zeker ondermijnen en aanvreten. Ik ken het leven van de arbeiders — en niet alleen uit boeken. Ons communistische werk onder de massa’s van de vrouwen en ons politieke werk omvatten een aanzienlijk stuk opvoedend werk onder de mannen. Wij moeten het oude slavenhoudersstandpunt tot aan de kleinste wortels uitrukken. Zowel in de partij als onder de massa’s. En dat slaat evenzeer op onze politieke taken als op de dringend noodzakelijke vorming van een staf uit kameraden — mannen en vrouwen — die een fundamentele theoretische en praktische scholing hebben gehad om het partijwerk onder de werkende vrouwen te verrichten en vooruit te brengen.” (Clara Zetkin, Herinneringen aan Lenin)
Vrouwenstrijd en het communisme
Het kapitalisme bevindt zich in een diepe crisis. Het is niet louter een economische crisis, maar een historische crisis die tot in elke porie van de samenleving doordringt. Overal waar je kijkt lijkt de wereld af te stevenen op oorlogen en klimaatrampen. Seksisme, racisme, transfobie en andere vormen van discriminatie en onderdrukking tieren welig. Deze crisis wordt vooral gevoeld onder jongeren, die het op alle gebieden van het leven ervaren. Het betekent een verslechtering van de cultuur, menselijke relaties en onze psyche, zoals we zien bij de geestelijke gezondheidscrisis.
Het enige wat jongeren en werknemers wordt geboden is hopeloos pessimisme en individuele oplossingen. Maar de crisis van het kapitalisme leidt niet alleen tot pessimisme. De doodlopende weg van het systeem veroorzaakt een kwalitatieve bewustzijnsverandering bij steeds meer mensen die niet tevreden zijn met individuele oplossingen. Ze zijn op zoek naar ideeën die een uitweg uit deze crisis kunnen bieden. Miljoenen vrouwen en mannen wereldwijd mobiliseren zich in de strijd tegen ongelijkheid en onderdrukking.
Het alternatief voor pessimisme en individuele oplossingen is te vinden bij Lenin en de bolsjewieken. Hun antwoord was een collectieve strijd tegen het gehele systeem. Ze stopten niet binnen het kader van het kapitalisme. Ze ontwortelden de oorzaak van onderdrukking en ongelijkheid.
Dit is de traditie waarop wij communisten vandaag de dag voortbouwen. We werpen ons in de vrouwenstrijd, maar gewapend met het duidelijke perspectief dat deze niet los kan worden gezien van de strijd voor het communisme, en dat iedereen die serieus wil strijden tegen de onderdrukking van de vrouw, zich moet organiseren in de strijd voor het communisme. Lenin en de bolsjewieken zijn de strijd begonnen. Het is aan ons om hem voor eens en altijd te voltooien en een maatschappij te creëren waarin vrouwen en mannen een menselijk bestaan kunnen leiden, zonder ongelijkheid en onderdrukking.
*In Nederland werd echtscheiding pas echt volledig gelegaliseerd in 1971. Daarvoor was het alleen mogelijk in geval van mishandeling, curatele op grond van verkwisting, veroordeling tot gevangenisstraf van minstens vier jaar, of overspel. Als partners vóór 1971 wilden scheiden, claimden ze veelal dat er sprake was van overspel. Abortus werd in Nederland pas officieel toegestaan in 1984, na vele jaren van strijd.