Maakt het kapitalisme je gelukkig?

 Artikel van Dana Cooper uit de VS over geluk en kapitalisme.

Sinds de oprichting van de Verenigde Staten van Amerika, maakten de slogans voor het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk zoals die in de “Declaration of Independence” vastgelegd zijn, steevast deel uit van het ideologische fundament van het kapitalisme.

In 1776, betekende de “pursuit of happiness” het nastreven en het vergaren van privé-eigendom. Iedereen - behalve de slaven, de “Native Americans” en de vrouwen - beschikte over de vrijheid om “zijn eigen geluk na te streven”. De Verenigde Staten was een land van overvloed waar vruchtbare velden, bossen, meren en bergen enkel wachtten om te worden “ontdekt”, verworven en ontgonnen door ijverige en ondernemende zielen.
Sindsdien zijn we getuige geweest van een burgeroorlog, zijn de wereldmarkten verdeeld en herverdeeld, en is al de bewoonbare grond van de Verenigde Staten in bezit genomen en ontgonnen. Het land is nu het meest geavanceerde en rijkste kapitalistische land ter wereld – maar in géén geval het gelukkigste.
Onderzoek naar de ware aard van geluk heeft in de afgelopen decennia veel aan populariteit gewonnen. Met de regelmaat van de klok verschijnt er een nieuw artikel dat steevast dezelfde conclusie trekt: geld maakt mensen niet gelukkig. “Wat is dan de materiële basis voor geluk?”, vragen we ons dan af. Waarom maakt geld mensen wel of niet gelukkig? En waarom is dit een belangrijk onderwerp voor marxisten?

Is er een materiële basis voor geluk?

In het recente verleden, dat samenviel met het toenemende onvermogen van het kapitalisme om de mensheid vooruit te stuwen en om de levensomstandigheden van de arbeidersklasse te verbeteren, zijn mensen zich vragen gaan stellen bij de aanname dat geld je gelukkig zou maken. Zoals we elders meer gedetailleerd hebben uitgelegd, bezit slechts een erg klein deel van de Amerikaanse bevolking het gros van de rijkdom, ondanks het feit dat de VS het rijkste land ter wereld is. Opwaartse mobiliteit is statistisch gezien zo goed als onbestaande, en de zo verheerlijkte “trickle down”-economie zien we enkel terug in het groeiende aantal mensen die in nijpende armoede terecht komen.

Onder deze omstandigheden, kun je het mensen niet kwalijk nemen dat ze tot de sombere conclusie komen dat geluk niet van deze wereld is. Nadat je je hele leven 40 à 50 uren per week gewerkt hebt om de eindjes aan elkaar te knopen, of om een goed betaalde carrière uit te bouwen, eindig je hoogstwaarschijnlijk toch nog ongelukkiger dan dat je meer tijd doorgebracht zou hebben met je familie en vrienden. Overwerktheid wordt dan ook gezien als een ziekte van de éénentwintigste eeuw. De Japanners hebben hier zelfs een woord voor: karochi, dat letterlijk “dood door overwerk” betekent.

Een recent artikel in The Guardian (1) gaf een overzicht van de dingen waar stervende mensen het meest spijt van hadden als ze achterom keken. De twee meest voorkomende verzuchtingen waren: "Ik wou dat ik de moed had gehad om een leven te leiden waarin ik trouw was aan mezelf, en niet aan wat anderen van mij verwachtten" en "Ik wou dat ik niet zo hard had gewerkt." Deze verzuchtingen zijn een triest, maar duidelijk, bewijs dat doen wat de samenleving van je verwacht - wees een goede werker en verdien zo veel geld als mogelijk- niet overeenstemt met wat werkelijk van belang is in het leven, los van de vraag of je deze carrièredoelstellingen of rijkdom al dan niet bereikt hebt.


Het wordt algemeen aanvaard dat niemand blij zou zijn indien geld alles zou zijn wat ze hadden. Maar eigenlijk is dit een erg eenzijdige en oppervlakkige manier om naar het leven en welzijn van de mens te kijken. Veel rechtsen beweren dan ook dat, omdat geluk en welzijn niet met geld gekocht kunnen worden, armen hun tijd niet moeten verdoen door te proberen hun levensvoorwaarden te veranderen en te verbeteren. De armen zouden beter ophouden met zeuren en naar de zonnige kant van het leven kijken, gaan dergelijke moraalridders verder, en simpelweg de “keuze” moeten maken om gelukkig te zijn.

Hoe geluk meten?

Psychiaters, psychologen en neurologen zijn het er allen over eens dat de stemming van een persoon, hoewel die van tijd tot tijd verandert, de neiging heeft om rond hetzelfde algemene niveau te schommelen. Dit algemene niveau verschilt van persoon tot persoon en kan drastisch verschuiven door veranderingen in de levensloop van die persoon.

In de afgelopen 20 jaar, heeft het “onderzoek naar geluk” aan populariteit gewonnen in de wereld van de neurologie. Voor die tijd was de wetenschap van de geest meer gericht op psychische aandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer, schizofrenie, depressie, bipolaire stoornis, enz.

De media en wetenschappers hebben ons altijd een zeer deterministische kijk geboden op de onderlinge relatie tussen genetica, geestelijke gezondheid, en sociale omgeving. De stelling die op dit moment naar voor wordt gebracht, is dat de geestelijke gezondheid van een persoon voor 50 procent genetisch is bepaald, voor 40 procent intentioneel is, en voor 10 procent indirect door de omgeving bepaald wordt (2). Dit betekent dus dat je mentale gezondheid voor de helft genetisch voorbestemd is, voor 40 procent afhankelijk is van "hoe je ervoor kiest om je leven te leven" en ten slotte voor 10 procent wordt bepaald door materiële rijkdom. Dit heeft ertoe geleid dat de meest vooraanstaande onderzoekers naar menselijk geluk, de idee hebben naar voor gebracht dat geld en rijkdom er niet toe doen – je moet gewoon je levensstijl veranderen en meer betekenis aan je leven geven als je gelukkig wilt zijn.

De conclusie uit dit onderzoek herbevestigt opnieuw zowel het genetisch determinisme als het idee dat individuen bij machte zijn om zichzelf gelukkig te maken, ongeacht de omstandigheden. Maar het meest opmerkelijke aan dit onderzoek is wel dat het laat zien dat factoren die eerder genegeerd werden, een veel grotere rol spelen in het welzijn van een mens dan eerder werd gedacht.

Deze factoren zijn: deel uitmaken van een gemeenschap, het gevoel hebben dat je bijdraagt aan iets zinvols, hechte menselijke relaties met vrienden en familie, bijdragen aan het welzijn van anderen, lichaamsbeweging en je sociale leven kunnen uitbouwen (3).

Genetica en gedrag

Het Human Genome Project, voltooid in 2003, had als doel om alle genen in het menselijk lichaam in kaart te brengen. Een van hun grote conclusies was dat genen veranderen in de tijd, ze schakelen aan en uit in overeenstemming met- en als reactie op- veranderingen in hun omgeving. Er is dus geen wetenschappelijke basis voor genetisch determinisme (4). Dit betekent dat hoewel veel mensen potentieel vatbaar zijn voor een of andere mentale of fysieke aandoening, het verre van zeker is dat dit genetisch potentieel ook tot uiting komt.


Hoewel er ziektes zijn die als voornamelijk erfelijk worden gezien, is er nog steeds geen verklaring over het hoe en waarom deze erfelijke aandoeningen zich bij de ene wel, en bij de andere niet effectief gaan ontwikkelen. Onderzoekers hebben veel energie besteed aan gedragsgenetica; hoewel nog niemand schizofrenie, bipolaire stoornissen of depressie aan één enkel gen hebben kunnen linken. Wat we wel weten, is dat wetenschappers niet kunnen voorspellen of deze ziektes actief zullen worden, en indien wel, wanneer of wat de oorzaak van deze activering is. Het is onwaarschijnlijk dat een "schizofrenie" of "bipolair" gen zal kunnen worden geïsoleerd. Deze ziekten worden immers hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door een complexe keten van genetische- en omgevingsfactoren.

Het "nature vs. nurture”-debat gaat nog steeds door, maar het is zinloos om de vraag als een "of/of"-kwestie op te vatten. Studies van het Center of the Developing Child van de Universiteit van Harvard (5) en van andere onderzoekers (6) naar de hersen- en gedragsontwikkeling van kinderen, hebben aangetoond dat gedurende de periode waarin de hersenen in hun prille ontwikkelingsfase zijn, de omstandigheden waarin het kind opgroeit van essentieel belang zijn. Blootstelling aan mishandeling, instabiele ouders, ecologische ontbering, enz., kunnen niet alleen het kind mentaal beïnvloeden, maar ook fysiek de manier waarop de hersenen van het kind zich ontwikkelen veranderen.



Hersenscans (7) van twee driejarige kinderen tonen een gruwelijk en extreem verschil in hersenengrootte en -ontwikkeling, afhankelijk van hun omgeving en opvoeding tijdens hun kinderjaren. Deze ontwikkelingsfase legt ook de basis voor de toekomst van de fysieke en gedragsmatige ontwikkeling van het kind.

De hersenen blijven gedurende het ganse leven ven een persoon veranderen. In het bijzonder bij kinderen wordt de genetische expressie duidelijk beïnvloed door de levensomstandigheden. Zo is het niet echt mogelijk, althans niet op basis van het huidige onderzoek, om de mate waarin genen onze mentale gezondheid beïnvloeden vast te leggen. Het is dan ook een grote fout om te stellen dat omgevingsfactoren slechts voor 10 procent meetellen voor het geluk van een mens. Noch genen, noch mensen leven in een vacuüm. Door te stellen dat 50 procent van iemands geluk bepaald is door zijn of haar genen, vergeten de onderzoekers te vermelden, of zelfs maar te overwegen, hoe de genen zélf beïnvloed worden door de omstandigheden.

Wat betekent dit?

Dit betekent dat materiële omstandigheden een veel belangrijker rol in ieders welzijn spelen dan momenteel erkend wordt. Statistieken tonen aan dat mentale, fysieke en verbale agressie, afwezige ouders, ondervoeding, dakloosheid, algemene chaos en instabiliteit veel meer bij gezinnen met lage inkomens voorkomen. Kinderen uit gezinnen met lage inkomens -of de ouders misbruikend dan wel verzorgend zijn- hebben minder toegang tot kwalitatief hoogstaand onderwijs, gezondheidszorg, gezonde voeding en educatieve ondersteuning, simpelweg omdat hun ouders het zich niet kunnen veroorloven. Genetische aanleg of niet, als je uit een achtergrond komt waar je basisbehoeften niet gedekt worden en waar de materiële welvaart en omstandigheden niet voldoende zijn, loop je veel meer kans op een psychische aandoening of een gedragsstoornis - zonder degelijke hulp of behandeling.

Als je uit een familie komt met voldoende geld voor voedsel, huisvesting, onderwijs, enz., maar je ouders gaan wel onder stress gebukt en zijn vaak afwezig omdat ze de hele tijd werken, dan zal de manier waarop je omgaat met andere mensen fundamenteel anders zijn dan wanneer je komt uit een familie met gelukkige ouders, die tijd en energie hebben om voor hun kinderen te zorgen. Met andere woorden: als je uit een liefdevol gezin komt met een zekere materiële welvaart, dan zal het minder waarschijnlijk zijn dat je genetische aanleg geactiveerd zal worden. Als dat toch gebeurt, zul je (gelukkig) toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardige behandeling en zullen je kansen hoog zijn om een productief lid van de maatschappij te worden.

Bovendien willen we erop wijzen dat onder het kapitalisme de gezinsdynamiek waarin je opgroeit grotendeels te wijten is aan het toeval: biologisch gezien, is niemand rijk of arm, of heeft niemand “goede” of “slechte” ouders. Maar de sociale en familiale structuren die bestaan onder het kapitalisme, zetten een buitensporige hoeveelheid druk op het individuele gezin om aan de behoeften van het opvoeden van een nieuwe generatie te voldoen, in plaats van deze opvoeding en onderwijs, met al zijn hoogtes en laagtes, op een sociale manier aan te pakken.

Wat zijn basisbehoeften?

De meeste onderzoekers (8) zijn het erover eens dat zolang je "basisbehoeften" gedekt zijn, je materiële rijkdom niet eens een beslissende rol in je algemeen geluk speelt. Sommige onderzoekers hebben geprobeerd te weten te komen waar juist materiële rijkdom ophoudt het niveau van geluk van een persoon te bepalen. Sommigen beweren dat de armoedegrens de scheidingslijn is, anderen beweren dat een jaarlijks inkomen van meer dan $ 75.000 je geluk niet meer doet toenemen.

De menselijke basisbehoeften in het hedendaagse Amerika, en over de hele wereld, omvatten onder meer toegang tot voedsel, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, vervoer, en een sociaal leven. Om deze behoeften te dekken, heb je economische middelen nodig. Geen van deze zaken zijn tenslotte gratis. Maar niet alleen kosten ze geld, hun kwaliteit heeft ook nog eens de neiging om evenredig met hun prijs te stijgen.

Thans bezitten in de VS de meeste werknemers die een huis kopen het eigenlijk niet zelf: het is eigendom van een bank. De meeste arbeidersgezinnen zijn niet in staat om een goede kwaliteitsvolle kinderzorg te betalen of om hun kinderen naar een goede universiteit te sturen. De meeste arbeidersgezinnen kunnen het zich niet veroorloven om biologische levensmiddelen of zelfs gezonde voeding te kopen die geen schadelijke hormonen, pesticiden en antibiotica bevat. En de meeste arbeidersgezinnen worden geconfronteerd met serieuze financiële problemen als een lid van de familie ernstig ziek valt.

Met andere woorden, zelfs aan de meest elementaire menselijke behoeften wordt niet voldaan voor de meerderheid van de Amerikanen. Dit betekent dat de meeste mensen de overgrote meerderheid van hun tijd bezig zijn om deze behoeften te dekken. We leven in een wereld waarin de meeste mensen al hun tijd en energie besteden aan het betalen van rekeningen, ten koste van hun eigen lichamelijke en geestelijke gezondheid en hun sociale relaties.

Denemarken staat al jaren aan de top van de lijst van "gelukkigste landen ter wereld." Veel onderzoekers koppelen het geluk om de vrije toegang tot gezondheidszorg en onderwijs en goed openbaar vervoer. De documentaire "Happy" benadrukt het feit dat in Denemarken een groot percentage van de bevolking, althans in vergelijking met de rest van de wereld, in sociale collectieven leeft. In deze collectieven leven mensen wel in aparte huizen maar eten elke avond samen. Om de beurt koken ze een keer per week om de 3 of 4 maanden. Er is altijd iemand om mee te praten en de kinderen hebben altijd iemand om voor hen te zorgen.

De film stelt dat, als je je geen zorgen hoeft te maken over het doen van de boodschappen en de avondkook, of geen babysitter hoeft te betalen elke keer dat je je huis verlaat, je gelukkiger zal zijn. Met andere woorden: je hebt meer tijd om te ontspannen en voor een sociaal leven, en om een goede relatie met je familie en vrienden te ontwikkelen, zonder dat je je hoeft te bekommeren over alledaagse trivialiteiten. Bovendien voelen mensen zich, zoals reeds eerder vermeld, over het algemeen gelukkiger als ze bijdragen tot andermans welzijn en het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een gemeenschap.


Maar zelfs in Denemarken zijn mensen steeds minder tevreden. Inflatie, werkloosheid, stijgende transport-en kinderopvang kosten en de algemene besparingsgolf beginnen ook daar gevoeld te worden. De Scandinavische verzorgingsstaat is een goed voorbeeld van wat er zelfs binnen het kapitalisme mogelijk is, maar het toont ook aan dat als het kapitalisme in crisis is, het welzijn van de mensen het eerste is waarin gesneden wordt. Geen enkele sociale verworvenheid die door de arbeidersklasse door strijd veroverd is, is veilig zolang het kapitalisme in stand blijft.

Zijn de mensen in de VS gelukkig?

Het is moeilijk om geluk precies te meten, maar door te kijken naar het tegengestelde -depressie-kunnen we een idee krijgen van het algemene gelukspeil van de Amerikaanse bevolking. Het Center for Disease Control and Prevention (CDC) voerde tussen 2006 en 2008 een groot onderzoek uit naar de mate van depressie bij de Amerikaanse bevolking (9). Volgens de enquête gaf 1 op 10 Amerikaanse volwassenen toe te maken te hebben met een depressie. Bij een onderverdeling van de bevolking, bleek 11,7 tot 12,9 procent van de personen met Latijns-Amerikaanse afkomst en van de zwarten depressief te zijn. Van degenen die hun middelbare school nooit hadden beëindigd was 17,4 procent depressief, vergeleken met 6,7 procent bij personen die een of andere vorm van universitaire opleiding hadden genoten.

Van de mensen die werk hadden was 6,6 procent depressief, dit in vergelijking met 21,5 procent bij de werklozen. Van degenen die niet in staat waren om überhaupt te kunnen werken, was 39,3 procent depressief. Tot slot werd 8 procent van de mensen met een ziektekostenverzekering depressief, in vergelijking tot een goede 15 procent van de mensen zonder ziekteverzekering.

Deze cijfers dateren meestal van voor de economische crisis, en tonen heel duidelijk dat mensen met een lager opleidingsniveau, niet-blanken, werklozen en diegenen die niet kunnen werken, duidelijk meer de de neiging hebben om een depressie te ontwikkelen dan de rest van de bevolking.

Een andere weerspiegeling hiervan is de dramatische stijging van zelfmoorden in het afgelopen decennium: het is nu de 10e belangrijkste doodsoorzaak in de VS. Ongeveer een miljoen mensen per jaar doen een zelfmoordpoging. 90 procent van degenen die sterven door zelfmoord hebben een diagnosticeerbare en behandelbare psychiatrische stoornis (10). Het aantal zelfmoorden onder veteranen is altijd veel hoger dan in de rest van de bevolking. Naar schatting plegen elke dag 22 oorlogsveteranen zelfmoord (11).

Deze cijfers zijn op zijn zachtst uitgedrukt verontrustend. Het is een duidelijk bewijs dat een toenemend aantal mensen niet alleen ongelukkig zijn, maar wanhopig, zonder enig toekomstperspectief.

Zoals we hebben gezien, is de oorzaak van veel ellende de gebrekkige toegang tot de basisbehoeften. De economische crisis heeft dit enkel nog maar verergerd. Het percentage van de Amerikaanse bevolking dat onder de armoedegrens leeft, is vier jaar op rij gestegen. In 2011, stond het armoedecijfer op 15 procent, wat betekent dat 46,2 miljoen mensen in armoede leefden (12). Er zijn geen tekenen dat deze cijfers in de komende jaren zullen afnemen, gezien de besparingen die ons te wachten staan.

Kan geld je geluk kopen?

Uit het bovenstaande kunnen we besluiten dat het niet alleen geld is wat mensen gelukkig maakt, het is wat geld je kan bezorgen. Wat mensen gelukkig maakt is dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over hun werk en veiligheid, en dat ze toegang hebben tot een degelijke woonst, ziekteverzekering, voedsel en onderwijs. Het onderzoek toont aan dat mensen deel willen uitmaken van de samenleving. Maar het voortdurende gevecht om hun dagelijkse rekeningen te betalen, vervreemdt hen van hun medemens. Nogal letterlijk, want ze hebben geen tijd meer om met hun medemensen sociaal om te gaan en om betekenisvolle relaties met vrienden en familie uit te bouwen. Dit is de reden waarom één van de belangrijkste eisen van marxisten de drastische verkorting van de werkweek is.

Het onderzoek toont ook aan dat mensen zich beter voelen als ze deel uitmaken van een gemeenschap, en als ze het gevoel hebben dat ze macht hebben over de beslissingen die hun leven beïnvloeden. Onder het socialisme zouden werknemers met elkaar verbonden zijn in verregaande, reële sociale netwerken, en zouden ze rechtstreeks deelnemen aan de democratische planning van de economie.

Zonder de historisch achterhaalde en parasitaire kapitalistische klasse, kan de rijkdom die door de samenleving is gecreëerd, door de maatschappij worden besteed om ieders basisbehoeften te waarborgen. Zo kan iedereen meer tijd besteden aan dingen die ze zinvol vinden. Zoals Engels zei, zal het socialisme de sprong van de mensheid tonen van het rijk van de nood naar het rijk van de vrijheid. Enkel in een socialistische samenleving zullen het leven, de vrijheid en de zoektocht naar het geluk een recht zijn, niet enkel een abstracte term en voor de minderheid, maar voor iedereen.

 

 

 

  1. Top five regrets of the dying”, The Guardian 01/02/2012/
     http://www.guardian.co.uk/lifeandstyle/2012/feb/01/top-five-regrets-of-the-dying

  2. “C'mon, get happy”, Los Angeles Times 08/09/2008,
     http://www.latimes.com/la-he-happy8-2008sep08,0,3585890,full.story

  3. Moeller, Philip,“Why seeking more money hurts happiness”, Money.USNews 09/04/2012, http://money.usnews.com/money/personal-finance/articles/2012/04/09/why-seeking-more-money-hurts-happiness?vwo=5bd53

  4. Behavioral Genetics (Chapter 2: How do genes work within their environments?), http://www.aaas.org/spp/bgenes/Chapter2.pdf

  5. Nelson,Charles,“The Effects of Early Life Adversity on Brain and Behavioral Development”, Dana Foundation 10/2012,
     http://www.dana.org/news/features/detail_rop.aspx?id=39774

  6. Early Experiences Can Alter Gene Expression and Affect Long-Term Development. Working paper #10”,National Scientific Council on the Developing Child (2010),
     http://developingchild.harvard.edu/index.php/resources/reports_and_working_papers/working_papers/wp10/

  7. Reilly, Gill,“Horrifying scans that show the real impact of love: Brain of neglected child is much smaller than that of a normal three-year-old”, Dailymail 28/11/2012,
     http://www.dailymail.co.uk/health/article-2224393/Why-mothers-love-really-priceless-Shocking-scans-maternal-care-determine-size-childs-brain.html

  8. Moeller, zie hoger.

  9. An Estimated 1 in 10 U.S. Adults Report Depression”, CDCP 31/03/2012, http://www.cdc.gov/features/dsdepression/

  10. “Key Research Findings” AFSP,
     http://www.afsp.org/understanding-suicide/key-research-findings

  11. Haiken, Melanie, “Suicide Rate Among Vets and Active Duty Military Jumps - Now 22 A Day”, Forbes05/02/2013, http://www.forbes.com/sites/melaniehaiken/2013/02/05/22-the-number-of-veterans-who-now-commit-suicide-every-day/

  12. “Highlights”, ASCB (2012), 
     http://www.census.gov/hhes/www/poverty/about/overview/

 


Zoek op deze site

Manifest van de RCI

Op een rode achtergrond staat "ben je een communist? organiseer je!". Rechts zie je Karl Marx naar je wijzen.

Sluit je aan!

Klik hier voor meer informatie

Op een rode achtergrond staat "ben je een communist? organiseer je!". Rechts zie je Karl Marx naar je wijzen.

Abonnement

Wil je ons steunen? Neem dan een abonnement!
Klik hier voor meer info.

Abonneer je op De Communist!

Doneer aan Revolutie

Nieuwsbrief

Schrijf je in!
Gebruiksvoorwaarden