In Spanje is er een nieuwe ontwikkeling in de politieke situatie. De linkse partijen Podemos en Izquierda Unida hebben een electorale overeenkomst gesloten.
Op 3 mei verliep de grondwettelijke termijn waarbij een regering moest gevormd worden na de verkiezingen van 20 december 2015. Op 26 juni komen er nieuwe verkiezingen. Het Spaanse kiesstelsel bevoordeelt de grootste partijen. Tot nog toe behaalde altijd één partij de absolute meerderheid en kon ze alleen een regering vormen. Gedurende tientallen jaren waren dat slechts twee partijen: het socialistische PSOE en de rechtse PP. De PP had de laatste regering gevormd onder de gehate premier Rajoy en een politiek gevoerd van besparingen en sociale afbraak. Links van de PSOE was er wel altijd Izquierda Unida (Verenigd Links, verder afgekort als IU) maar dat haalde te weinig zetels. De grote verandering kwam er met de opkomst van een andere partij ter linkerzijde van de PSOE: Podemos, dat in de verkiezingen van 20 december de derde grootste partij werd. Een andere nieuweling was Ciudadanos, een nieuwe rechtse partij, gepresenteerd al een soort liberale tegenhanger van Podemos en sterk gepromoot door de kapitalistische pers. Zij werd weliswaar de vierde partij maar behaalde niet het resultaat dat voorspeld was. Een coalitie regering was nodig, maar werd niet gevonden. Niemand wilde in zee met de PP. De PSOE probeerde een coalitie te vormen met Ciudadanos en IU, maar deze laatste weigerde en stelde in de plaats daarvan een coalitie voor met IU en enkele regionale partijen. Het volgende artikel legt uit hoe een nieuwe verkiezingsalliantie alles zou kunnen veranderen.
Electorale overeenkomst Podemos en IU
Op 9 mei werd de electorale alliantie tussen Verenigd Links (IU) en Podemos voor de algemene verkiezingen van 26 juni aangekondigd. Leden van beide organisaties zullen zich over het akkoord kunnen uitspreken gedurende deze week.
De overeenkomst zal ook de gemeenschappelijke lijsten bevatten die al werden ingediend bij de verkiezingen van 20 december vorig jaar in de regio’s Catalonië, Galicië en Valencia. Op dat ogenblik al hadden de marxisten van Lucha de Clases gepleit voor een dergelijke overeenkomst voor heel Spanje. Enkel het kortzichtig eigenbelang van enkelen in de besturen van beide organisaties had dat toen verhinderd. Dit keer werden degenen die binnen Podemos en IU voor verschillende redenen een eenheidsovereenkomst wilden beletten, verslagen.
De overeenkomst werd met enthousiasme ontvangen door duizenden activisten en heeft het potentieel om het scenario van de verkiezingen van 26 juni volledig te veranderen. Deze verkiezing werd uitgeroepen nadat er geen regering kon gevormd worden na de verkiezingen van 20 december. Het zwaartepunt van de discussies rond de mislukte regeringsvorming was het volgende: verkoos de sociaaldemocratische PSOE een coalitie met de rechtse “reformisten” Ciudadanos dan wel met de politieke partijen aan haar linkerzijde, met inbegrip van Podemos en IU.
Podemos stelde de PSOE kundig voor dit dilemma: kiezen voor een regering ter linkerzijde of één ter rechterzijde. Dat is interessant, want het spoort helemaal niet met het discours dat Podemos voordien hanteerde. Vroeger zegden ze steeds dat het niet over links of rechts ging, dat het verouderde categorieën waren, maar over “die van onder tegen die van boven”.
Een gewone herhaling van de verkiezingen van december had waarschijnlijk geen wezenlijke verandering gebracht in het politieke landschap, met een nieuwe patstelling als gevolg. Deze electorale overeenkomst wijzigt echter de situatie. Opiniepeilingen tonen dat het samenvoegen van de stemmen van Podemos en IU hen in staat kan stellen om de PSOE voorbij te steken in aantal stemmen en waarschijnlijk zelfs in aantal zetels. Het Spaanse systeem, met provinciale kieskringen, was nadelig voor Podemos bij de vorige verkiezingen. In vele kleinere provincies waar slechts 3 of 4 verkozenen te verdelen waren kwamen ze maar enkele stemmen tekort om een zetel te behalen. De toevoeging van de stemmen van IU zou een winst kunnen betekenen van 15 tot 20 zetels.
Het is zelfs mogelijk dat de impact van zo’n verenigde lijst hen in staat zou stellen de PP van de troon te stoten als grootste partij. De overeenkomst voorziet in een gezamenlijk platform, maar laat aan beide organisaties ruime autonomie om andere punten te verdedigen en hun campagne afzonderlijk te organiseren. Het is wel waarschijnlijk dat ze samen massameetings zullen organiseren waar bekende leiders zoals Alberto Garzón en Pablo Iglesias zullen spreken. Dergelijke bijeenkomsten zullen een elektrificerend effect hebben door gans het land.
Een recente opiniepeiling van CIS, uitgevoerd in april, toonde dat de gezamenlijke lijst beter scoorde dan de PP (IU+Podemos 19,8%; PP 19,2%; PSOE 18,0%). Natuurlijk is dit slechts het prille begin en valt er nog veel te doen. De echte campagne start pas op 10 juni. Maar het perspectief om eindelijk de gehate PP regering te verslaan kan een gedeelte van de jongeren, die vorige keer niet zijn gaan stemmen, enthousiasmeren. Het is ook mogelijk om een aantal socialistische stemmers, die ontevreden zijn dat de PSOE geweigerd heeft een linkse regering te vormen, te winnen. Het is ook veelzeggend dat de Podemos+IU lijst in de zelfde peiling de eerste partij is in de bevolkingsgroep tussen 18 en 55.
Zelfs als de alliantie IU-Podemos slechts tweede wordt, zal dat de PSOE in een onmogelijke positie brengen. Ze zullen moeten kiezen tussen een PP-regering (en nog meer kiezers verliezen) en als tweede viool in een linkse regering stappen. De heersende klasse heeft veel schrik van een dergelijk scenario.
We zullen een vicieuze campagne met aanvallen laster en leugens van de kant van de kapitalistische massamedia zien tegen deze gemeenschappelijke lijst. Zij zullen overleden burgerlijke politici en staatsmannen terugroepen (we denken bv. aan Gonzáles) om kritiek te spuien over Podemos en IU en om te wijzen op de “gevaren” voor het land als ze verkozen zouden worden. Een “opiniestuk” in het rechtse ABC schreef al over een “coalitie tussen bejaarde stalinisten en jeugdige fascisten”!!
De socialistische partijleider Sanchez heeft het een “uiterst links akkoord” genoemd, terwijl de PP-leider Rajoy het beschreef als “een coalitie van extremisten en radicalen”. De parlementaire woordvoerder van de PP beschreef het als een “alliantie tussen het Venezolaanse en het Cubaanse communisme” en vergeleek het met “de marxistisch-leninistische regimes van Noord Korea, China, Bolivia, Venezuela en Cuba”. Al die leugens zullen zich tegen hen keren. Zoiets hebben we al eerder gezien.
Het programma van de IU-Podemos lijsten is gebaseerd op het programma waarmee beide partijen naar de verkiezingen van december zijn getrokken. Die programma’s waren wezenlijk gelijklopend: een breed programma van hervormingen, tegen soberheid, intrekken van de slechtste wetten die de vorige regering heeft ingevoerd (inzake onderwijs, democratische rechten, arbeidsrecht…), maatregelen tegen de huisuitzettingen, tragere reductie van de schuld, meer staatsuitgaven…
Het enthousiasme dat de Podemos-IU overeenkomst bij activisten en brede lagen van de bevolking opwekt, is een uitdrukking van een diep verlangen naar fundamentele veranderingen, van een diepe afkeer van het falende economisch systeem en het rotte politiek regime. Het probleem met dit programma, is dat het niet uitlegt waar men het geld zal halen om zo’n ommekeer van de bezuinigingspolitiek te bewerkstelligen en dat is nu net een sleutelkwestie.
Het Spaanse kapitalisme is in crisis. Het Europese kapitalisme is in crisis. Het wereldkapitalisme is op weg naar een nieuwe recessie. De EU verlangt reeds opnieuw een besparingspakket van de volgende Spaanse regering van tussen de 10 en de 12 miljard euro vermits de vorige PP-regering bijna 1 procent beneden de doelstellingen voor de schuldafbouw is gebleven. De leiders van Podemos-IU, als en wanneer ze aan de macht komen, zullen voor dezelfde vraagstukken komen te staan zoals Syriza en Tsipras: binnen de grenzen van een kapitalisme in crisis zijn hervormingen niet echt mogelijk.
De taak van de Spaanse marxisten bestaat erin de arbeiders en jeugd in dit leerproces en deze ervaring bij te staan. De nederlaag van de PP en het aan de macht komen van Podemos, in één of andere vorm, is een noodzakelijk stadium hierin. Wij moeten deelnemen aan hun electorale en dagelijkse strijd en ondertussen geduldig uitleggen dat wat zij willen, pas echt kan bereikt worden door de omverwerping van het verrotte kapitalistische bouwwerk.