Op 7 januari overleed Jan Blommaert, een Belgische hoogleraar superdiversiteit aan de Tilburg University en een levenslange strijder voor een betere wereld. In dit eerbetoon gaat zijn voormalig student en collega-onderzoeker Jenny-Louise van der Aa in op zijn werk en strijd.
Jan Blommaert is ons ontvallen in de vroege ochtend van donderdag 7 januari. Zoals velen was ook hij het slachtoffer van de ziekte die kanker heet. Na een korte maar intense doodsstrijd begaf zijn lichaam het. Blommaert werd 59 en was hoogleraar superdiversiteit aan de Tilburg University.
Professor Blommaert is goed gekend in linkse middens. Zijn engagement strekte zich uit van vakbondsvoordrachten in godvergeten dorpen over bezoekjes aan stakingspiketten tot zijn lespraktijk. Duizenden eerbetonen van studenten, vakbondslui, verpleegsters, academici… verspreidden zich als een lopend vuurtje over sociale media de laatste dagen. Iedereen had wel een herinnering aan Jan. In dit eerbetoon focus ik op de revolutionaire strijd van Jan, hetgeen hij zelf kennisactivisme noemde.
Ik leerde Jan kennen als twintigjarige student aan de vakgroep afrikanistiek van de Universiteit Gent. In de vuile kelder van de Blandijn kwam een kalende reus binnengestapt met een zware politievest, die de ene na de andere sigaret opstak. Hij wees naar een kaart van Afrika en zei “Sommige mensen denken dat Afrika een land is”, terwijl hij uit het raam hing om rustig verder te roken. Hoe bizar dat toen klonk, zo reëel werd deze uitspraak in de buitenlandpolitiek en -visie van politieke idioten als Palin en Trump. Jaren later kwam ik Jan terug tegen en reisde hem achterna, eerst naar Finland als doctoraatsstudent en daarna als collega-onderzoeker aan de Tilburg University. Een ding bleef constant, waar Jan ook ging, of wie je ook over hem sprak; hij was genereus en zette overal waar hij kwam een systeem op van democratische kennisdeling. Als sociolinguist was hij een ware rockster en indien je Jan op een congres of op kantoor wilde spreken, waren er lange wachtrijen. Maar die tien minuten die je dan met hem kreeg, waren zo inspirerend dat je weer maanden verder kon.
De laatste jaren was Blommaert ook overijverig op sociale media als Facebook, waar hij door middel van ingenieus bedachte zinsnedes een publieke ‘debathygiene’ probeerde te introduceren. Na zijn kankerdiagnose voelde hij de nood om nog snel allerlei filmpjes rond belangrijke onderwerpen op te nemen voor zijn YouTube kanaal om onafgewerkt materiaal grondig in de steigers te zetten, zodat dit kon worden doorgegeven aan volgende generaties. Dit kennisactivisme is de kern van Blommaerts werk: hij verdedigde ‘open access’, en altijd kon je zijn boeken wel eerst als ‘working papers’ ergens gratis vinden, vaak tot ergernis van zijn uitgevers.
De democratische opbouw van kennis reflecteerde zich ook in zijn lespraktijk. Studenten werden uitgedaagd waardoor ze net dat tikje hoger moesten mikken, echter zonder hen te vernederen. Studenten waren medestrijders voor het democratische ideaal dat Jan probeerde te verwezenlijken. Die wil van het volk was ook zichtbaar in zijn onderzoek. Door de praktijk van etnografische monitoring werden onderzoekssubjecten niet als dusdanig behandeld, maar als echte specialisten in hun eigen levenssituatie. Blommaert was slechts de commentator, de verzamelaar, de organische theoreticus, die op gramsciaanse wijze mensen uit het veld tot het hoogste theoretische niveau verhefte. Voorbeelden hiervan zijn legio, o.a. zijn werk met Afrikaanse asielzoekers.
En bovenal, Blommaert was een socialist in hart en nieren. Naast zijn gerenommeerde internationale werk (geen enkele Belgische wetenschapper in de geesteswetenschappen werd zo vaak internationaal geciteerd als Blommaert) schreef hij voor zijn geliefde uitgeverij EPO twee handen vol boekjes die op het scherpst van de snee moeilijke theoretische inzichten toegankelijk maakten voor arbeiders, vakbondslui en anderen: dezelfde mensen met wie hij in berenmuts en regenjas gehuld boven de piketten uittorende. Vandaag gedenk ik de strijd van Jan Blommaert. Rust in vrede Jan! Leve het socialisme en de democratie!