De Europese arbeidersklasse begint in beweging te komen. In het ene na het andere land worden arbeiders zich bewust van hun macht en komen ze in actie om te strijden voor een beter salaris en betere werkomstandigheden. Lees hier het redactioneel artikel van Revolutie 28.
De mobilisaties van de Britse en Franse werkers zijn tot nu toe het hoogtepunt van deze stakingsgolf, maar we moeten ook de algemene staking in Griekenland noemen, welke 8 maart plaatsvond na de treinramp die een duidelijk gevolg was van de privatisering van het spoor. Op 27 maart stond Duitsland helemaal stil, want het land werd opgeschrikt door de grootste staking in 30 jaar, georganiseerd door twee van de grootste vakbonden van het land.
De staking in Duitsland is van bijzonder belang, omdat dit land gezien werd als het stabiele hart van het Europese kapitalisme en de Duitse arbeidersklasse, samen met de Franse, de grootste en dus de sterkste van Europa is. Reeds enkele maanden geleden behaalden de postwerkers een loonsverhoging van 11,5%; elke andere toekomstige overwinning van de Duitse arbeiders zou als voorbeeld kunnen dienen voor de werkers van de rest van Europa. Het is mogelijk te staken en te winnen, zelfs in landen waar het kapitalisme oppermachtig lijkt.
In Nederland is in de eerste drie maanden van 2023 al de helft van het totale aantal stakingen van heel 2022 bereikt. Net als in de rest van Europa voeren de arbeiders hier een economische strijd, waarbij in sommige gevallen belangrijke resultaten worden geboekt, zoals in de vervoersector (NS; streekvervoer). Wat we hier zien is dus geen afzonderlijk proces, maar een onderdeel van een algemeen proces in Europa waarbij de arbeiders, en niet alleen de meest gevorderde lagen, zich bewust worden van hun macht.
Volgens een onderzoek dat de vakbond CNV onder zijn leden heeft gehouden, is de helft van de ondervraagden bereid om te staken voor meer loon. Vier op de tien werkers zijn bereid langer dan 24 uur te staken. CNV-voorzitter Piet Fortuin verklaarde: “Deze hoge stakingsbereidheid hebben we niet eerder gezien. Maar dit is wel zeer goed te verklaren. Werkend Nederland zit steeds meer klem door de hogere boodschappen en energierekening.”
De stakingsgolven komen niet uit de lucht vallen: het proces is verbonden met de organische crisis van het kapitalisme en het vuur wordt aangewakkerd door een extreem zware werklast in alle sectoren, dalende reële lonen door de inflatie, precaire contracten en groeiende ongelijkheid.
De intelligente delen van de heersende klasse zijn nu niet bang voor de stakingen zelf, maar vrezen wel dat de economische strijd een politieke strijd wordt. Het wordt voor meer werkers namelijk duidelijk dat economische strijd alleen niet voldoende is om de situatie radicaal te veranderen.
De heersende klasse is zwak
Met deze situatie tegenover zich, probeert de heersende klasse de groeiende klassenstrijd tegen te gaan met repressie en het opleggen van (steeds strengere) wetgeving die de meest elementaire democratische rechten omzeilt, wat eens te meer laat zien dat burgerlijke democratie een farce is.
Dit geldt zeker voor Frankrijk, waar Macron artikel 49.3 van de grondwet gebruikte om de hervorming van de pensioenleeftijd op te leggen zonder goedkeuring van het parlement. Op dezelfde manier heeft hij per decreet de arbeiders van de raffinaderijen en van de vuilophaaldiensten verplicht de strijd te staken. Desondanks tonen de arbeiders weerstand en bereidheid om te strijden, zoals in de Total-raffinaderij in Normandië, waar de arbeiders de staking niet opgaven en de stakingspost, die enkele dagen door de politie was ‘bezet’, terug konden veroveren.
Directe repressie is niet het enige instrument dat de heersende klasse gebruikt: ze gebruikt ook een van haar grootste bondgenoten, de burgerlijke pers. Zo lezen we sensationele artikelen als ‘artsen staken: 3.000 extra doden in Groot-Brittannië’. In Nederland lezen we ‘door de stakingen van het streekvervoer kunnen studenten niet naar college’ of ‘lege schappen doordat werknemers van de distributiecentra staken’.
Dit zijn oude methoden die de heersende klasse gebruikt om de werkende klasse te verdelen. Het is waar dat er een probleem is met het gebrekkig openbaar vervoer in Nederland buiten de grote steden. Dat komt echter niet door de stakingen, maar door jaren van privatisering en bezuiniging op personeel, waardoor de werkdruk enorm toenam, de kwaliteit van de dienstverlening verslechterde en hun salaris stagneerde. Hetzelfde geldt voor de detailhandel, gezondheidszorg, kinderopvang, logistiek, etc.
De heersende klasse gebruikt dus de laatst beschikbare middelen om de groeiende strijd tegen te gaan en toont zwakte in plaats van kracht. Vroeg of laat komt ook het moment dat ze de bureaucratie van de vakbonden niet meer als brandblusser kan gebruiken.
Strijd voor radicale verandering!
De reformisten en vakbondsbureaucratie zijn bang voor het ontwaken van het klassenconflict; ze hopen nog steeds dat alles aan tafel kan worden opgelost op een ‘nette’ manier. Maar de druk van de basis is te groot en zij zijn gedwongen stakingen te organiseren, om zo hun positie te kunnen behouden.
Maar zoals we al eerder zeiden, zijn er al aanwijzingen dat het conflict radicaliseert, niet alleen op economisch maar ook politiek niveau. De ‘nette mensen’ waarmee de reformisten aan tafel willen gaan zitten om alles weer op de rails te zetten, zullen hun privileges niet opgeven. En waarom zouden ze?
Ondanks de verdeeldheid en de repressie die de heersende klasse op de werkers inzet, steunt de meerderheid van de bevolking in Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland de stakende arbeiders. In Nederland zijn we misschien nog niet zover, maar er is in ieder geval veel sympathie, precies vanwege de materiële economische toestand waarin iedere Nederlandse student en arbeider zich bevindt.
Het bewustzijn van miljoenen studenten en arbeiders verandert snel: in het Verenigd Koninkrijk denkt 43% van de bevolking dat socialisme het ideale economische systeem is; in Frankrijk is 19% van de bevolking voor het communisme, onder jongeren zelfs 29%. 80% is ervan overtuigd dat onderwijs en gezondheidszorg niet privé moeten zijn.
Deze ideeën hebben nog geen georganiseerde politieke massa-expressie. In de komende jaren zullen er tendensen zijn in de ontwikkeling van zulke politieke organisaties. Als marxisten zullen wij daaraan deelnemen, door een revolutionaire organisatie op te bouwen die met correcte methoden en analyses de arbeidersklasse eindelijk naar de macht kan leiden! Sluit je aan!