Dit artikel behandelt de opkomst van de islamitisch fundamentalistische beweging ISIS in Irak, en de hypocriete houding van het Amerikaanse imperialisme daartegenover.
Voor de vierde keer in 24 jaar komen er Amerikaanse bommen neer op Iraaks grondgebied. De officiële reden is dat de Amerikanen de dreigende genocide willen voorkomen die Noord-Irak in zijn grip houdt. De morele verontwaardiging is echter volledig misplaatst. De zorgen over het lot van de Yezidi’s in Noord-Irak staat in schril contrast met de afwezigheid van enige zorgen voor de duizenden burgers die zijn omgekomen tijdens de militaire operaties in Afghanistan en Irak. Deze hypocrisie wordt alleen maar groter als we kijken naar de Amerikaanse steun voor het geweld van Israël jegens Gaza. Bovendien is de opkomst van IS(I) reeds begonnen in juni 2014, maar grijpen de Amerikanen pas in wanneer de olierijke gebieden rond Erbil en Kirkuk bedreigd worden. Het is juist dit imperialistische denken dat deze situatie heeft doen ontstaan. De opkomst en het succes van de Islamitische Staat (IS), een vrij kleine gewapende organisatie, moet dan ook in deze context begrepen worden.
Het vuile gezicht van het imperialisme
In maart 2003 vallen de Anglo-Amerikaanse gevechtstroepen in groten getale Irak binnen. Men wil dictator Saddam Hoessein afzetten en hem ontdoen van zijn arsenaal aan massavernietigingswapens. Achter deze redenen gaan echter imperialistische motieven schuil. Irak beschikt over de op vier na grootste oliereserves ter wereld en het is de Amerikanen en de Britten veel aan gelegen om hier de beschikking over te krijgen. Hun doel is duidelijk: men wil een welwillende regering opzetten die de exploitatie van de olie toevertrouwt aan bedrijven die nauwe banden onderhouden met het Witte Huis, zoals Halliburton waar toenmalige vicepresident Dick Cheney van 1995 tot 2000 de CEO was.
De werkelijkheid houdt zich ver op van het gedroomde eindresultaat. De opeenvolgende kabinetten van premiers A’yad Allawi (2004-2005), Ibrahim al-Jaafari (2005-2006) en Nouri al-Maliki (2006-2014) slagen er niet in het land te stabiliseren. De Amerikanen en hun bondgenoten spenderen vele miljarden dollars aan de militaire bezetting en in december 2011 keren de laatste Amerikaanse militairen terug. Ze laten een zeer instabiele regering achter die te maken krijgt met een toenemende werkloosheid, sektarisch geweld en een stijgende armoede.
De regering-Maliki speelt zelf een kwalijke rol in de groei van sektarisch geweld. In een poging haar machtspositie te behouden leunt het zwaar op de sjiitische meerderheid in het land. De sjiieten waren tijdens de heerschappij van Saddam tweederangsburgers en zij zijn ook degene die het meest hebben geprofiteerd van de Anglo-Amerikaanse invasie. De regering gebruikt deze situatie in een ‘verdeel-en-heersstrategie', waarbij de aandacht van de bevolking voor hun wanbeleid wordt verschoven naar woede jegens landgenoten die op een andere wijze de islam belijden.
Deze verderfelijke machtspolitiek doet niets aan de stijgende armoede, de dalende levensstandaard en de massawerkloosheid. De Iraakse bevolking ziet haar economische positie achteruit gaan en dit leidt tot stijgende onvrede. In december 2012 barst de bom. In het hele land vinden demonstraties plaats tegen het wanbeleid van de regering. Deze demonstraties worden met harde hand neergeslagen, waarbij er mensen op arbitraire wijze worden gearresteerd en gemarteld. Het hardhandige optreden leidt tot verdere onvrede onder de bevolking.
Deze onvrede en de zwakte van de regering schept een situatie waarin Al-Qaeda en soortgelijke militante organisaties, zoals ISIS, hun intrede kunnen doen in Irak. De ironie is dat er voor de invasie van Irak geen enkele terroristische organisatie aanwezig was in Irak. Het is moeilijk voor te stellen dat IS hetzelfde succes had kunnen behalen als Saddam Hoessein nog aan de macht was geweest. De opkomst en het plotselinge succes van de ISIS kan dan ook alleen begrepen worden als een gevolg van het imperialistische beleid van het Westen.
De kans is groot dat er een herhaling van de bezetting gaat plaatsvinden, wellicht op kleinere schaal. President Obama benadrukt dat het militaire ingrijpen beperkt zal blijven tot luchtaanvallen, maar sinds het uitbreken van de crisis zijn er honderden Amerikaanse militairen naar Irak gestuurd om daar de Koerden te ondersteunen in hun strijd tegen de IS. Achter deze schijnbaar ‘humanitaire steun’ schuilt altijd het kwade gezicht van het imperialisme. De Iraakse bevolking moet dan ook geen enkel vertrouwen hebben in het Amerikaanse ingrijpen. De enige macht waar zij op kunnen vertrouwen is die van henzelf. Dit geldt niet alleen voor Irak, maar ook zeker voor Syrië, Palestina en de rest van het Midden-Oosten.
Een tweede Arabische revolutie
De Arabische Lente van 2011 liet zien waar een volk toe in staat is als het zich verenigd. In Tunesië en Egypte werden decennia durende dictaturen in een paar weken tijd beëindigd. De oorzaken van deze opstanden – afnemende levensstandaarden, hoge inflatie, massawerkloosheid – zijn nog steeds aanwezig in de regio. De woede en de wens om verandering zijn niet verdwenen, maar sudderen nog steeds onder de oppervlakte. Dit sudderen kan echter in korte tijd overgaan tot overkoken. Alleen een tweede Arabische revolutie biedt een oplossing voor de problemen van de massa’s in het Midden-Oosten. Een machtige en sterke arbeidersklasse bestaat in landen zoals Egypte, Iran en Turkije. Met het juiste leiderschap kunnen revolutionaire bewegingen in al deze landen de machtsbalans in de regio drastisch veranderen. De huidige reactionaire golf kan alleen dan worden gestopt en verandert worden in een golf van revolutionaire verandering in Syrië, Irak, Palestina en de rest van het Midden-Oosten.
Een kapitalistische toekomst heeft de massa’s in het Midden-Oosten niets te bieden dan sektarisch geweld waarbij de bevolking op kunstmatige wijze tegen elkaar wordt uitgespeeld zodat de imperialisten hun natuurlijke rijkdommen kunnen plunderen. Er is een beweging nodig die niet verdeeld is langs nationalistische, etnische of religieuze lijnen, maar alle arbeiders en jongeren in zich verenigt tegen de repressieve regimes en kapitalistische regeringen, en die vecht voor een socialistische transformatie van de maatschappij. Alleen een Socialistische Federatie van het Midden-Oosten kan blijvend vrijheid, vrede, eenheid en welvaart brengen voor de massa’s in de regio.
· Tegen de imperialistische interventie!
· Voor een tweede Arabische revolutie!
· Voor een Socialistische Federatie van het Midden-Oosten!