De Libanese regering is onder druk van de massa’s afgetreden. Dit is een inspirerende prestatie, maar de revolutie moet hier niet stoppen. In plaats daarvan zou ze de macht met haar eigen handen moeten grijpen.
Op 10 augustus 2020 gaf Hassan Diab zijn afscheidstoespraak. Hij betreurde het corrupte en criminele politieke stelsel en sprak de wens uit om samen met het volk te staan. Verder sprak hij langdurig over de moedige hervormingen die ze hadden geprobeerd door te voeren. Op het einde sloot hij af door drie keer te zeggen: “Moge God Libanon beschermen.”
Libanon heeft zeker bescherming nodig - tegen de heersende klasse die het aan het verwoesten is. Het aftreden van de premier is het gevolg van een moedige massabeweging in Beiroet. Met een indrukwekkend machtsvertoon hebben duizenden mensen drie dagen achter elkaar door de straten gemarcheerd. Rubberen kogels en traangas schrikten de massa’s niet af. In feite werd de beweging door zulke repressie enkel aangemoedigd. De Libanese regering, zoals altijd zwak en verdeeld, verklaarde snel dat ze zou aftreden.
Dit is een grote overwinning, die de kracht van de doorgaande massabeweging laat zien. In minder dan een jaar tijd hebben de Libanese massa’s niet één, maar twee corrupte regeringen omvergeworpen. Het is echter belangrijk dat de beweging niet op haar lauweren rust, maar in plaats daarvan de lessen opneemt van de protesten van het laatste jaar. Hassan Diab, laten we dit niet vergeten, werd binnengeleid als premier met de belofte om Libanon te hervormen. Dit bleek een lege belofte te zijn geweest. De omstandigheden van de werkende mensen in Libanon zijn dramatisch verslechterd. De druppel die de emmer deed overlopen was de explosie in Beiroet, die de hoofdstad verwoestte en meer dan 300.000 mensen dakloos heeft gemaakt. Dit aftreden brengt de Libanese bevolking in een soortgelijke situatie als vorig jaar, toen de regering-Hariri aftrad.
Het is duidelijk geworden dat het niet genoeg is om simpelweg de regering te doen vallen. Er moet nog iets gebeuren.
Hassan Diab: een nalatenschap van mislukkingen
In de aanloop naar de formatie van de Hassan Diab regering, was er veel discussie in de beweging rondom de noodzaak voor een ‘technocratische regering’. Toentertijd legden we uit dat dit geen oplossing zou zijn. Het is een utopische droom om te denken dat er onbevooroordeelde en onpartijdige staatsfunctionarissen uit een corrupt systeem getrokken kunnen worden, om de massa’s gerechtigheid te brengen. We hoeven enkel te kijken naar de prestaties van de Hassan Diab regering, die gevuld was met technocraten die werden geacht professioneel en gescheiden van de bestaande politieke orde te zijn, om dit aan te tonen.
Het is niet moeilijk om de prestaties van de regering waar te nemen - precies omdat er niets is veranderd. Hassan Diab schepte na de eerste 100 dagen van zijn ambtstermijn op dat er veel veranderingen waren doorgevoerd. De regering voerde anti-corruptiewetgeving door, waaronder een audit van de centrale bank. Deze zou de corruptie helpen aanpakken, Libanon op het pad van het economisch herstel plaatsen, en buitenlandse investeerders het vertrouwen geven om in de Libanese economie te investeren. Zulke wetgeving had echter in de praktijk geen effect. Ze werd in het parlement geblokkeerd. De kleine bepalingen die werden aangenomen, werden niet gehandhaafd door corrupte functionarissen. De heersende klasse van Libanon heeft doorgaans iedere maatregel binnen handbereik gebruikt om de benodigde hervormingen te blokkeren.
Dit zou niet als een grote verrassing moeten komen. Veel van de technocraten zelf waren in werkelijkheid verbonden aan het politieke establishment en niet gewillig om openlijk de gevestigde machten te bestrijden. Diab was een bondgenoot van Hezbollah, welke de regering steunde. President Michel Aoun bleef ook stevig in de regering zitten. Om deze regering te vragen het systeem te hervormen, is alsof men een tijger vraagt zijn strepen te verliezen. Het zijn dezelfde boeven en misdadigers die baat hebben, en blijven hebben, van de corruptie die Libanon geteisterd heeft. Met andere woorden, zij zijn één en dezelfde heersende klasse.
Terwijl Diab en zijn vrienden in de regering van het pluche genoten, bleven de massa’s honger lijden. Het is overduidelijk waarom de voortdurende beweging de ‘revolutie van de hongerigen’ genoemd wordt, aangezien het land binnen twee maanden op een hongersnood afstevent. Ondanks de moeilijkheden ging de beweging door, met sporadische protesten, tijdens de ambtstermijn van de regering-Diab. In het kielzog van de explosie in Beiroet werd de beweging herboren, met vele duizenden mensen in de straten. Deze beweging heeft de slogan “met [weg met] iedereen bedoelen we iedereen” hernieuwd en benadrukt, die wezenlijk juist is. Hierin ligt het antwoord op Libanons ellende. Het probleem in Libanon is niet deze of gene politicus, maar het gehele corrupte systeem en de heersende klasse die daarvan profiteert. Technocraten zijn niet het antwoord, en de regering-Diab heeft dat laten zien.
De revolutie moet doorgaan
Hoewel de meeste mensen vieren dat deze regering omgevallen is, is Hassan Diab nog niet vertrokken. Hij blijft voor een tijdje in een ‘overgangsregering’, die de onderhandelingen tussen alle verschillende heersende facties zal overzien. Deze onderhandelingen zullen maanden of langer duren, en zonder twijfel eindigen in het opnieuw schudden van de kaarten en het scheppen van een ’nieuwe’ regering. Deze regering zal bestaan uit dezelfde heersende klasse die Libanon in dit slop gebracht heeft, en zal zonder twijfel net zo onmachtig zijn als de Hassan Diab regering vóór haar.
Sommige leden van de heersende klasse hebben deze mogelijkheid benut om opnieuw suggesties op te werpen dat, wat voor regering er ook gevormd wordt, het er één moet zijn die in staat is om met het IMF te onderhandelen. De partijen die door de revolutie van oktober vorig jaar omvergeworpen werden, plaatsen zichzelf al in een positie om terug aan de macht te komen. Geconfronteerd met hongersnood, een feitelijke economische ineenstorting, en een enorme valutadevaluatie, plaatsen velen hun hoop op het IMF voor een bailout van de economie. Het IMF is echter overduidelijk genoeg geweest in dat het zo’n bailout niet zal uitvoeren zonder grote hervormingen. Deze codetaal is niet moeilijk te ontcijferen. Er zullen grootschalige bezuinigingen op de levens van werkende mensen plaatsvinden. Met andere woorden, de heersende klasse in Libanon kan verdergaan met het besturen van het land, terwijl de Libanese massa’s voor de crisis betalen. Allemaal onder de verantwoorde ogen van het IMF natuurlijk. Dit zou de armoede en honger die Libanon confronteert, niet oplossen.
Maar er is een andere weg. De oplossing voor Libanons problemen is niet om te vertrouwen op het IMF of de bestaande heersende klasse, maar in plaats daarvan dat de revolutie de macht in eigen handen neemt. De massa’s in Libanon hebben een lange en dappere strijd gevoerd. Ze hebben pogingen weerstaan om onderling verdeeld te worden en hebben meerdere regeringen omvergeworpen. Nu moeten ze niet alleen deze regering omverwerpen, maar haar vervangen. De revolutie moet alle delen van de arbeiders en armen betrekken, over de sektarische scheidslijnen heen, en zelf de samenleving beginnen te besturen. Onder een democratisch geplande economie, gecontroleerd door de werkende bevolking, kan Libanon de middelen van de heersende klasse gebruiken om Beiroet opnieuw op te bouwen. De rijkdom van de miljonairs en miljardairs van Libanon, fortuinen die door corruptie opgebouwd zijn, zouden door deze nieuwe arbeidersregering in beslag genomen moeten worden, om gebruikt te worden voor de wederopbouw van geheel Libanon. Alleen op die manier kan Libanon uit het slop komen en de corruptie permanent beëindigen.