De veranderde situatie in Israël-Palestina sinds 7 oktober heeft ook zijn gevolgen in Nederland. Terwijl de Nederlandse heersende klasse achter de Israëlische regering staat, zien we in verschillende steden protesten tegen Israëlische militaire acties in Gaza en de bezetting van Palestina in het algemeen.
Direct na de aanval van Hamas haastten de kabinetspartijen zich om zich vierkant achter Israël te scharen. De meeste politieke partijen riepen hard en luid dat ze “Israëls recht op zelfverdediging’’ erkenden, wat in de praktijk neerkomt op het recht van de Israëlische heersende klasse en staat om verdere militaire acties op de Gazastrook uit te voeren en de status quo van bezetting en nationale onderdrukking in stand te houden.
Sommige partijen gingen verder dan dat. De ChristenUnie, die normaal een ‘soft’ imago van christelijke naastenliefde probeert uit te stralen, pleitte zelfs voor militaire steun voor Israël, aangezien de $3,6 miljard per jaar vanuit de VS schijnbaar onvoldoende is. Henri Bontenbal, de nieuwe lijsttrekker van het CDA, gaf een hint dat hij demonstraties voor Palestina net als in Duitsland en Frankrijk verboden zou willen zien.
Uiterst rechtse partijen als de PVV en JA21 spannen de kroon door een hysterische pro-Israëlcampagne te combineren met haatzaaien en verdachtmakingen tegen pro-Palestina-demonstranten en Nederlandse moslims in het algemeen. Hierbij worden ze geholpen door pro-Israël-organisaties als CIDI en reactionaire media als de Telegraaf.
Een deel van de Nederlandse heersende klasse is echter iets meer vooruitziend en weet dat Israëls militaire acties de hele situatie destabiliseren, zowel in het Midden-Oosten als in Europa. Vandaar de oproepen tot ‘nuancering’ en ’context’, die nu zelfs Mark Rutte ertoe hebben aangezet om een toontje lager te zingen, zonder uiteraard de Israëlische regering te laten vallen.
Echter, deze nadruk op ‘proportionaliteit’, ‘internationaal recht’ en ‘mensenrechten’ bij de acties tegen Gaza is hypocriet geneuzel. Zelfs als Israël zich aan al deze ‘normen’ zou houden, zou de bezetting en nationale onderdrukking onverminderd doorgaan.
De Nederlandse heersende klasse heeft daar belang bij. Sinds de oprichting van Israël is het Nederlands kapitaal al betrokken met investeringen, handel en allerhande politieke en militaire samenwerking. Nederland is historisch één van de grootste bondgenoten van Israël in Europa geweest.
Het Nederlands kapitaal profiteert ook direct van de bezetting van Palestijnse gebieden door Israëlische kolonisten. Het rapport Don’t Buy into Occupation van BankTrack, PAX en The Rights Forum, rapporteerde in december 2022 dat 4 in Nederland gevestigde bedrijven actief zijn in de nederzettingeneconomie. Daarnaast hebben 9 Nederlandse financiële instellingen tussen januari 2019 en augustus 2022 gezamenlijk $12,4 miljard geïnvesteerd hierin. ING, Rabobank en ABN AMRO, twee pensioenfondsen (ABP en PFZW), verzekeraar Aegon en drie vermogensbeheerders. Ze kan zich uitspreken voor mensenrechten, ‘de-escalatie’ en een ‘tweestatenoplossing’, maar uiteindelijk zal de Nederlandse heersende klasse achter Israël staan tot op het punt dat haar winsten bedreigd worden.
Een klassenkwestie
De Nederlandse werkende klasse heeft daarentegen geen belang bij de bezetting en onderdrukking van de Palestijnen. Steeds meer werkende mensen en jongeren, en zeker niet alleen van Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse komaf, zien in dat Israël de Palestijnen wreed onderdrukt. De golf van solidariteitsdemonstraties wijst daarop, net als een reeks acties op universiteiten en zelfs een brief van rijksambtenaren die hun ongenoegen uitten met de Nederlandse steun voor Israël.
Er is echter op links geen revolutionair klassenalternatief dat dit geluid kan vertolken. De PvdA-GroenLinks-combinatie steunde meteen een pro-Israëlmotie, die nota bene van de SGP kwam. Dit heeft geleid tot interne spanningen in beide partijen, maar het is duidelijk dat hier sprake is van een verdere verrechtsing en bureaucratisering onder leiding van Frans Timmermans, die teruggrijpt naar een lange traditie van steun van de PvdA-bureaucratie voor Israël.
De SP verdedigde in het verleden wel de Palestijnen, maar heeft nu een positie waarin ze de facto ‘beide zijden’ veroordeelt en met niets meer dan slappe leuzen als ‘de-escalatie’ en ‘vredesgesprekken’ komt. Enkel BIJ1 durft openlijk en dapper voor de Palestijnen uit te komen.
Het gebrek aan steun voor de Palestijnse zaak, uit angst om als ‘terreursympathisant’ of ‘Hamas-aanhanger’ weggezet te worden, toont de zwakte van reformistisch links. Het laat zo ruimte open voor conservatieve en religieuze elementen, maar ook voor revolutionairen en communisten om een rol te spelen.
Als communisten in Nederland is het onze taak om actief te zijn in de solidariteitsbeweging voor Palestina en te strijden tegen de hypocrisie van de heersende klasse en de slappe utopische ‘oplossingen’ van de reformisten. Solidariteit met een nieuwe intifada in Palestina en de rest van het Midden-Oosten is de enige oplossing.
We moeten bouwen aan een communistische tendens in de arbeidersbeweging. Communisten in de vakbeweging moeten strijden voor de terugtrekking van hun pensioenfondsinvesteringen uit de nederzettingeneconomie. Daarnaast moeten we strijden voor de onteigening van de grote bedrijven en financiële instellingen, om zo investeringen in de nederzettingeneconomie te stoppen; en strijden voor een arbeidersregering in Nederland die haar steun aan Israëls bezetting beëindigt.