Er is een arbeidstekort. Elke dag leest men erover in de media. Er stonden vorige maand 133 vacatures open per 100 werklozen. Het tekort leidt tot problemen in essentiële sectoren, zoals zorg, onderwijs en kinderopvang. Daarnaast zijn er flinke tekorten in allerlei andere sectoren, van de horeca en de detailhandel tot de glastuinbouw, de maakindustrie en de krantenbezorging.
De heersende klasse klaagt. Ze kan niet optimaal winsten genereren, want er is niet genoeg beschikbare arbeidskracht. Daarnaast leidt verminderde productie tot tekorten en vertraging verderop in de keten, waardoor de inkoopprijzen voor de kapitalisten ook hoger worden.
Verder betekent deze situatie dat de werknemers veel sterker staan. Ze hebben veel meer keuze om betere banen te kiezen en meer eisen te stellen aan de werkgever. De wetten van vraag en aanbod keren zich nu tegen de kapitalisten, die de vrije markt nu opeens wel een probleem vinden omdat zij de portemonnee moeten trekken.
Hier en daar worden de lonen verhoogd, maar er wordt van alles aan gedaan om andere ‘oplossingen’ te vinden. Als de lonen immers teveel verhoogd worden, snijdt dit in de winsten van de bourgeoisie. Ook schept het een precedent: als kapitalisten nu opeens wel de lonen kunnen verhogen, zal dit de arbeiders stimuleren meer te eisen, vooral nu er hoge inflatie is.
Wat is er aan de hand?
Als eerste moeten we kijken wat er daadwerkelijk gaande is, om ons niet te laten leiden door de propaganda van de kapitalisten. Zij gebruikt altijd de conjuncturele ontwikkelingen om de werkende klasse bang en voorzichtig te maken. Het lijkt inmiddels een tijd geleden, maar in 2013-14 was er sprake van een zeer hoge werkloosheid (rond de 8%). In die tijd stonden de media juist bol van tegenovergestelde verhalen, dat er structureel minder werk zou zijn door automatisering. Er werd gepleit voor aanvallen op vaste contracten, op het flexibiliseren van alle contracten en het stimuleren van arbeiders om allemaal zzp’er te worden, want de tijd van vaste banen was voorgoed voorbij.
Nu is het dus andersom. Er wordt beweerd dat er een structureel arbeidstekort komt vanwege de vergrijzing. Laten we dus niet meegaan met de hypes van de bourgeoisie, maar een nuchtere analyse maken om tot een onafhankelijk klassenstandpunt te komen.
Terwijl het hoge aantal vacatures inderdaad nieuw is, zijn de problemen in sommige sectoren al veel ouder, vooral in de publieke sector. De regeringen-Rutte hebben gezorgd voor een nalatenschap van bezuinigingen en karige investeringen. De laatste jaren hebben we grote mobilisaties gezien van leraren, van zorgmedewerkers en van werkers in de kinderopvang. Deze waren allemaal gericht op meer investeringen en minder werkdruk. Het is de hoge werkdruk die ertoe leidt dat werkers het onderwijs en de zorg verlaten of minder gaan werken, wat dan weer zorgt voor nog meer werkdruk voor de resterende werkers.
Dit wordt buiten beschouwing gelaten door de burgerlijke media, politici en economen, die meteen in paniek naar manieren zoeken om de werkende klasse de rekening te laten betalen. Er wordt meteen gepleit voor later met pensioen gaan, voor langere gemiddelde werkweken, voor minder deeltijd werken, voor herkeuringen van arbeidsongeschikten etc. Alles behalve hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden!
Welke factoren dragen bij aan de huidige situatie? Ten eerste is er nu (nog) een economische hoogconjunctuur, die kunstmatig opgedreven werd door de enorme corona-steunpakketten en jaren van kwantitatieve versoepeling (Quantitative Easing, QE) door de Europese Centrale Bank. De toevoer van goedkoop geld heeft geleid tot een groot aantal ‘zombiebedrijven’, die zonder dit goedkope geld failliet zouden gaan. Deze bedrijven houden personeel ‘vast’ dat niet in andere sectoren kan en wil werken, vooral ook omdat deze andere bedrijven geen hogere lonen of andere betere voorwaarden hebben om dit personeel te trekken.
De coronacrisis heeft gezorgd voor een extra dislocatie. Veel Europese arbeidsmigranten vertrokken terug naar huis en niet allemaal zijn ze teruggekomen. Daarnaast zorgde COVID natuurlijk voor veel ziektegerelateerde uitval. Long covid heeft ertoe geleid dat een groot aantal zorgmedewerkers niet meer terugkomt. Een ander effect is dat de lockdowns voor verandering van het bewustzijn hebben geleid. De lockdowns leidde tot een soort pauze-moment waarop veel werkers gingen nadenken over wat ze met hun leven wilden doen. Sommige jongere werkers gingen deeltijd werken of als zelfstandige beginnen.
Een ander probleem dat met het arbeidstekort overlapt, is de woningcrisis. Werkenden (in binnen- en buitenland) kunnen niet gemakkelijk verhuizen naar de steden waar de arbeidstekorten zijn. De mobiliteit van de arbeidsmarkt loopt hierdoor vast, wat ook een reden is dat de bourgeoisie zelf de woningcrisis als probleem erkent.
Arbeidstekorten leiden veelal tot een hogere werkdruk, waardoor er in sommige sectoren een neerwaartse spiraal tot stand komt met personeelsuitval wegens burn-outs, of mensen die de sector geheel verlaten, met hogere werkdruk als gevolg.
Perspectief
Wat is het perspectief? Zal het arbeidstekort structureel aanhouden? Het moet ten eerste duidelijk gemaakt worden dat de kapitalistische economie niet in een rechte lijn groeit, maar een conjunctuurcyclus kent. Decennialang heeft de kapitalistische klasse getracht deze cyclus te beëindigen of minimaliseren, door middel van keynesiaans uitgavenbeleid, of juist door middel van monetaristisch vrijemarktbeleid. Ze is daar niet in geslaagd, aangezien de conjunctuurcyclus een onlosmakelijk deel van het kapitalisme is. Leon Trotski vergeleek het met de ademhaling bij de mens.
Het is duidelijk dat de post-covid hoogconjunctuur nu haar limieten heeft bereikt. De groei neemt af, daarbij extra geholpen door de hoge inflatie (vooral de hoge olie- en gasprijzen) en de oorlog in Oekraïne. Om de hoge inflatie tegen te gaan zijn de Federal Reserve en de Bank of England al overgegaan naar de eerste renteverhogingen sinds 2008. De ECB gaat nu ook langzaam deze route volgen. Verdere renteverhogingen zullen leiden tot meer sparen (en dus minder uitgeven), wat de vraag vermindert. Daarnaast betekent het einde aan het goedkope geld dat er veel ’zombiebedrijven’ failliet zullen gaan. Het is duidelijk dat we richting een recessie gaan.
Welke gevolgen heeft dit voor de arbeidsmarkt? Met verminderde vraag en een faillissementsgolf van zombiebedrijven zal er een hele reeks werknemers ontslagen worden, die vervolgens ‘vrijkomen’ op de arbeidsmarkt. Hetzelfde is het geval met zzp’ers die failliet gaan en in loondienst zullen moeten gaan. Dit is hoe de vrije markt zorgt voor een ‘correctie’ om de werkloosheid weer op een ‘acceptabel’ niveau te hebben, waarbij de kapitalisten weer meer kunnen eisen van hun werknemers.
De kapitalistische economie maakt altijd grote zwaaien in verschillende richtingen, als een sloopkogel. Het is altijd de werkende klasse die geacht wordt hiervoor te betalen, of het nu om een arbeidstekort of een arbeidsoverschot gaat. Met dit in gedachte, moeten we dan ook niet meegaan met de hysterie, maar met eigen eisen komen.
Kapitalistische oplossingen
De kapitalisten hebben natuurlijk hun eigen ‘oplossingen’ voor het arbeidstekort, hoewel ze als klasse verdeeld zijn. Een deel, vertegenwoordigd door D66, wil actief inzetten op arbeidsmigratie om de tekorten op te vullen. De Europese Commissie kwam met een soortgelijk voorstel, waarbij arbeiders uit Noord-Afrikaanse landen tijdelijk in Europese landen mogen werken. Het gaat hier om programma’s waarbij de gastarbeiders minder rechten hebben en na een bepaalde tijd moeten vertrekken.
We zien al hoe de Oekraïense vluchtelingencrisis gebruikt wordt om Oekraïners in Nederland aan het werk te krijgen in de kassen in het Westland, via schimmige uitzendbureaus die hun het minimum betalen. Oekraïners kregen meer rechten dan andere vluchtelingen om politieke redenen, maar ook omdat verwacht wordt dat de meerderheid relatief snel weer vertrekt. Dit laatste is ook de essentie van gastarbeidersprogramma’s.
Een ander deel van de heersende klasse (vertegenwoordigd door CDA en VVD) is tegen arbeidsmigratie en anticipeert op de reactie van rechtse demagogen als Wilders en Baudet. Zij hanteert zelf anti-immigratiestandpunten, om de werkende klasse te verdelen op basis van ‘Nederlander vs. migrant’ en problemen als woningnood in de schoenen van migranten te schuiven.
Deze mensen hebben andere oplossingen, zoals ‘meer uren werken’ en ‘langer doorwerken’. Het idee is dat de Nederlandse arbeiders te weinig werken, dat ze geprivilegieerd zijn omdat ze zoveel deeltijd werken etc. Dezelfde rechtse partijen en economen die klagen over dat Zuid-Europese arbeiders lui zijn en wat kunnen leren van het Nederlandse arbeidsethos, hebben geen enkele moeite om de Nederlandse arbeider te bekritiseren.
Wat is de realiteit? Nederlanders werken volgens het CBS gemiddeld 32 uur per week. Van de mannen werkt 29% in deeltijd en van de vrouwen werkt 71% in deeltijd. Hier zien we duidelijk de ongelijkheid tussen man en vrouw, waarbij vrouwen in de praktijk minder werken om huishoudelijke taken en de zorg voor kinderen (en/of andere familieleden) op zich te nemen. De vraag is dan ook hoeveel van al deze werkers kiezen voor deeltijd en hoeveel geen andere keuze hebben.
In veel gevallen betekent meer uren werken dat er meer betaald moet worden aan kinderopvang, waar flinke tekorten zijn, of dat er door het bureaucratische toeslagensysteem dan minder ondersteuning komt voor de zorgverzekering, huur en kinderopvang. Ook zijn er banen waar de werkdruk zo intens is, zoals in de zorg en het onderwijs, dat werknemers niet meer uren kunnen werken, in ieder geval zonder een perspectief van structurele verbetering. Als ze het wel zouden doen, zou een deel van hen een burn-out of andere klachten krijgen.
Wat betreft langer doorwerken: de heersende klasse is al langer bezig om te bezuinigen op pensioenen en de pensioenleeftijd omhoog te gooien. Dat heeft niets te maken met het arbeidstekort. De Wet verhoging AOW- en pensioenleeftijd (de basis van de huidige stapsgewijze verhoging) werd ingediend in juni 2012, toen de werkloosheid rond 6% was en verder steeg.
Een kapitalistische oplossing waar we overigens weinig van horen, is die van automatisering om het arbeidstekort op te lossen. Enkele jaren geleden hoorden we nog verhalen over hoe er structureel minder banen zouden zijn door automatisering, maar nu niet meer. Werkgevers zijn huiverig om vergaande automatisering door te voeren, omdat het de productiecapaciteit vergroot en het in de toekomst tot meer ‘overcapaciteit’ (overproductie) kan leiden. Daarom wordt er vooral ingezet op pogingen om meer waarde uit de arbeiders te persen zonder hun beloning significant te verhogen.
Onze eisen
Wat zou het antwoord van de arbeidersbeweging moeten zijn? Als eerste moeten we duidelijk afstand nemen van het hypocriete geweeklaag van de kapitalisten, die zeuren en klagen maar geen hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden willen bieden.
Dat gezegd hebbende, zijn er wel degelijk problemen in sociaal nuttige sectoren die belangrijk zijn voor de werkende klasse. De meeste arbeiders zullen geen traan laten om een arbeidstekort bij commerciële callcenters, maar de situatie is anders als het gaat om essentiële sectoren als zorg, onderwijs en kinderopvang.
De werknemers in deze sectoren zijn al jaren aan het strijden voor structurele investeringen, om meer personeel aan te nemen en hen beter te betalen. De werkdruk moet omlaag; de marktwerking (die tot onnodige administratie leidt) moet verdwijnen. We hebben nood aan een nationaal zorgstelsel en een nationale publieke kinderopvang, die collectief gefinancierd worden, als alternatief voor het toeslagensysteem. Een kosteloze kinderopvang waarin massaal geïnvesteerd wordt, is op zichzelf weer een oplossing om het verschil in deeltijdwerk tussen mannen en vrouwen op te lossen.
Dit is een kwestie voor de hele werkende klasse. We hebben nood aan een strijdbare arbeidersbeweging die met looneisen boven de inflatie komt, die inzet op een flinke verhoging van het minimumloon (en andere lonen) door middel van stakingsacties en het organiseren van de ongeorganiseerden.
De kwestie van migratie mag niet gebruikt worden om ons te verdelen. De arbeidersbeweging moet geen kamp kiezen tussen de liberale en conservatieve vleugels van de bourgeoisie. We zijn tegen gastarbeidersprogramma’s met ingeperkte rechten voor migranten. We moeten migranten samen met de Nederlandse arbeiders organiseren en strijden voor gelijk loon voor gelijk werk en gelijke rechten voor alle arbeiders. We moeten daarom pleiten voor legalisering van alle ‘illegalen’, in het belang van de arbeidersklasse als geheel. Ook moeten we strijden voor gratis taallessen voor wie dat wil. Asielzoekers moeten, na een korte administratieve en procedurele periode, kunnen werken als ze dat willen, ook om niet de hele dag op een locatie te zitten vol trauma en spanning.
Het arbeidstekort is een tijdelijke situatie die de werkende klasse in een sterkere positie zet. Daarom is het van belang voor de arbeidersbeweging om er nu gebruik van te maken en de klasse te organiseren en mobiliseren. De komende jaren zullen turbulent worden en meer strijd zien ter verdediging van de levensstandaard.
De enige manier voor de werkende klasse om voorgoed een einde te maken aan de irrationele fluctuaties en schaarste van het kapitalistische systeem, is om de grote bedrijven en banken te nationaliseren en een einde te maken aan de dominantie van de markt. Op basis van een democratisch geplande productie kunnen we inzetten op sociaal nuttig en zingevend werk, terwijl we het overige noodzakelijke werk zoveel mogelijk automatiseren. Zo bevrijden we de mensheid van de lasten van het werk en scheppen we de voorwaarden voor een menselijke wereld.