De boerenprotesten zijn weer in volle zwang. Nadat de eerste golf van acties in 2019 onderbroken werd door de coronacrisis en lockdowns in 2020, heeft de in juni gepubliceerde ‘stikstofkaart’ geleid tot een nieuwe golf van protesten.
Demonstraties waar met tractoren over snelwegen gereden wordt, blokkades bij distributiecentra van supermarkten, demonstraties en blokkades bij andere uitstoters van stikstof, het ondersteboven ophangen van Nederlandse vlaggen; de media staan er de laatste weken vol mee. Een recenter fenomeen zijn echter ook ‘harde acties’, zoals het blokkeren van snelwegen door afval te dumpen en hooibalen in de fik te steken.
Deze protesten keren zich tegen de maatregelen die de provinciebesturen moeten uitoefenen om de uitstoot van reactieve stikstofverbindingen (stikstofoxiden en ammoniak) te verminderen. Deze maatregelen zijn het gevolg van vele jaren kapitalistisch wanbeleid. Decennia lang werden de Nederlandse boeren gestimuleerd om steeds grootschaliger te opereren, wat heeft geleid tot de zogenaamde bio-industrie.
Dit heeft nu geleid tot zoveel uitstoot van stikstofverbindingen, dat allerlei natuurgebieden aangetast worden. Het Plan Aanpak Stikstof van kabinet-Rutte II, dat boerenbedrijven liet groeien op basis van creatieve boekhouding met beloftes van toekomstige compensatie van stikstof, werd door de rechter in 2019 onwettig verklaard. Nu wil het kabinet maatregelen treffen om de veestapel in te krimpen.
Het is dus duidelijk waarom de boeren boos zijn en het is begrijpelijk dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking begrip heeft voor de boeren. De boeren worden gezien als een hardwerkende laag van de bevolking, die relatief weinig terugziet van de waarde van haar product, terwijl tussenhandelaars en supermarkten er met de winst vandoor gaan.
Toch neemt de steun voor de acties af. Het dumpen van afval (waaronder asbest!) en brandende hooibalen op de snelwegen, met bedreigingen richting werkers die het gedumpte afval van de snelwegen moesten halen, helpt niet mee en zorgt ook voor een scheuring binnen de boerenbeweging.
De meer gematigde vleugel rond belangenorganisatie LTO (Land- en Tuinbouworganisatie) wil concessies afdwingen van de regering, maar staat open voor een compromis met het kabinet. De ultra-rechtse vleugel rond de Farmers Defence Force gaat voor een harde confrontatiekoers en zoekt aansluiting bij rechts-reactionaire partijen en groepen.
Dit heeft nu geleid tot een ‘solidariteitsbeweging’, voornamelijk bestaande uit dezelfde reactionaire groepen en activisten (Nederland in Verzet, Forum voor Democratie, etc.) die achter de anti-lockdown/-vaccinatieprotesten zaten en met de opheffing van de coronamaatregelen een ander thema zochten. Er gaan de meest bizarre complottheorieën en fake news video’s rond, die nu ook in het buitenland worden gedeeld door Fox News, Donald Trump, e.a. De associatie met ultra-rechtse elementen zorgt weer voor minder sympathie onder de bredere bevolking.
Het staatsapparaat treedt zeer zacht op, vooral wanneer we dit vergelijken met hoe de politie optreedt tegen blokkades van anarchisten, Extinction Rebellion, enz. Het kabinet-Rutte wil de beweging uitputten en uiteindelijk een deal sluiten met de gematigde vleugel (LTO, Boer Burger Beweging). Dit is niet moeilijk, want deze boerenbeweging verzet zich niet fundamenteel tegen het kapitalistische systeem dat Mark Rutte vertegenwoordigt.
De boerenbeweging richt zich hoofdzakelijk tegen de regering en haar reguleringen en wordt hierbij gefinancierd door de grote agribusiness, voornamelijk de producenten van veevoer. Bewust of onbewust is ze een speelbal in handen van een deel van de kapitalistische klasse. Om die reden kunnen we geen steun geven aan deze boerenbeweging. Wat overigens niet betekent dat we ook maar enigszins achter het hypocriete zwalkbeleid van Mark Rutte staan.
Om (een deel van) de boeren weg te krijgen bij het kapitaal, is het nodig dat de arbeidersbeweging met eigen eisen komt om de boeren aan haar kant te krijgen. De boeren zijn grotendeels onderdeel van de kleinburgerij, de kleine bedrijfseigenaren die zelf ook voor hun bedrijf moeten werken. Ze worden verdrukt door de grote supermarkten, die het grootste deel van de prijs van de agrarische eindproducten pakken, en de Rabobank, die 80% van de agrarische leningen uitschrijft. De werkende klasse en de boeren hebben gemeenschappelijke vijanden in het grootkapitaal.
De enige oplossing voor de huidige stikstofproblematiek en de andere kwesties van de Nederlandse landbouw, is de integratie van de boeren in een rationeel plan. Door de nationalisering van de grote agribusiness, de Rabobank en de supermarkten, onder democratische controle van de werknemers, zal het mogelijk zijn om de boeren te helpen met verduurzaming van hun productie, maar ook om hun goedkope leningen en goede prijzen aan te bieden. Zo hoeven zij niet te vrezen voor de financiële positie van henzelf en hun gezinnen.
Hiernaast moeten ook de andere vervuilers aangepakt worden. Door nationalisering van de grote industrieconcerns kan er geïnvesteerd worden in verduurzaming van hun productie; door massale investeringen in snelle spoorverbindingen en OV kan de stikstofuitstoot van auto’s en vliegverkeer teruggedrongen worden, etc.
Het alternatief is een doodlopend pad. Na veel acties en uiteindelijke moeheid zal een deel van de boerenorganisaties waarschijnlijk een compromis sluiten met het kabinet-Rutte IV, waarbij er op basis van creatief gesjoemel met cijfers en definities een ‘oplossing’ komt die fundamenteel niets oplost en de kwestie enkel verder naar voren schuift.