Na maanden onzekerheid ligt er een ‘hoofdlijnenakkoord’ van PVV, BBB, NSC en VVD. Terwijl de werkende klasse een paar kleine zoethoudertjes krijgt in ruil voor flinke bezuinigingen en een racistische politiek tegen migranten, profiteert het grootkapitaal. De arbeidersbeweging moet zich voorbereiden op veldslagen.
Terwijl nog niet eens bekend is wie de premier gaat worden van dit ‘extraparlementair’ (d.w.z. technocratisch) kabinet, werd 15 mei het hoofdlijnenakkoord “Hoop, lef en trots”gepresenteerd. Geert Wilders verkondigde trots dat “de zon weer gaat schijnen in Nederland” omdat het nieuwe kabinet het strengste asielbeleid ooit gaat voeren.
Hij moest ook erkennen dat er helaas “pijnlijke bezuinigingen” aan zaten te komen. Dit zou echter noodzakelijk zijn, omdat het enige alternatief voor deze coalitie een regering met de grote boeman Frans Timmermans zou zijn. Wilders heeft constant gesteld dat hij concessies moest doen, waarmee hij de bezuinigingen binnen het akkoord vooral op conto van de VVD wil schuiven. In geval dat het kabinet vroegtijdig valt, hoopt hij hieruit een sterkere positie bij nieuwe verkiezingen te halen. Of dit zal werken hangt van veel factoren af, waaronder het handelen van de leiders van de arbeidersbeweging in de komende periode.
Bestaanszekerheid?
Een van de meest gehoorde begrippen van de afgelopen verkiezingen was ‘bestaanszekerheid’, wat niet gek is gezien de toeslagenaffaire, het woningentekort, de hoge inflatie sinds 2022 en de daarbij achtergebleven lonen en uitkeringen.
Dit rechtse burgerlijke kabinet belooft echter weinig om dit alles te verbeteren. Zo wordt het minimumloon bijvoorbeeld niet verhoogd en worden er geen beloftes gedaan voor verlagingen van de btw en andere indirecte belastingen.
Wat er wel wordt doorgevoerd zijn vooral halfbakken maatregelen. Een van de punten die trots gepresenteerd werd, is het verlagen van het eigen risico in de zorg vanaf 2027 (van 385 naar 165 euro). Het zorgstelsel met particuliere verzekeraars wordt echter niet gewijzigd, wat inhoudt dat deze waarschijnlijk de zorgpremies gaan verhogen. Zonder nationaal publiek zorgstelsel betaalt de werkende klasse altijd linksom of rechtsom voor de particuliere verzekeraars.
Een soortgelijk iets zien we met de kinderopvang. Ouders uit de werkende klasse zullen blij zijn met het voorstel om de kinderopvang zo goed als gratis te maken. Echter, zolang er geen investeringen zijn om de personeelstekorten (wegens ondermaatse betalingen en hoge werkdruk) op te lossen en de kinderopvang geen publieke dienst is, zal dit enkel leiden tot wachtlijsten en meer werkdruk.
Wat betreft de woningbouw, worden er grote beloftes gedaan voor huizen bijbouwen en herbestemming van bestaande leegstaande panden, zoals kantoren. Hier zullen weinig mensen het mee oneens zijn. Echter, we moeten niet vergeten dat Hugo de Jonge ook grote beloftes heeft gedaan, die niet behaald worden. Zolang de private projectontwikkelaars en bouwbedrijven domineren en er geen overkoepelend publiek plan is, zullen marktfluctuaties bepalen hoe snel er gebouwd wordt.
De extra belastingschijf die lastenverlaging betekent voor een deel van de werkende klasse en de middenklasse, zal door hen worden verwelkomd. Feit is echter dat verminderde belastinginkomsten van een bepaalde groep gecompenseerd moeten worden door belastinginkomsten van elders, of door bezuinigingen. Gezien dit niet opgevangen wordt door belastingen op grote bedrijven en de superrijken (deze krijgen ook belastingverlaging!), betekent dat dus inderdaad dat er gesneden gaat worden. En bezuinigingen raken ook zeker de werkende klasse en jeugd.
Bezuinigingen
Het nieuwe kabinet wil bezuinigen op het overheidsapparaat, onderwijs, zorg en sociale zekerheid. Op het ambtelijk apparaat wil het 22% gaan bezuinigen, in de vorm van een vermindering van het aantal ambtenaren (dat betekent natuurlijk verloop, maar zeker ook ontslagen) en het doorvoeren van een nullijn van een jaar voor rijksambtenaren in 2026. Dit is een aanval op een deel van de werkende klasse en daarnaast zal het veel bestaande problemen bij de publieke diensten van de overheid doen verergeren. Jaren van bezuinigingen onder de kabinetten-Rutte hebben de kwaliteit van de diensten al flink uitgehold.
Uitgesloten van deze bezuiniging zijn overigens wel de “onderdelen van de rijksdienst die werken aan de NAVO-doelstellingen, de NCTV, de AIVD en MIVD”. De NAVO-norm van 2% van het bbp wordt wettelijk vastgelegd. De imperialistische belangen van de heersende klasse worden goed gediend, terwijl de werkende klasse en middenklasse maar moeten zien hoe goed de publieke diensten voor hen zullen functioneren.
Werklozen krijgen het sowieso voor hun kiezen, voornamelijk de oudere werklozen met minder baanperspectief. Het plan is de duur van de WW-uitkering in te korten van 24 naar 18 maanden.
Cultuur wordt aangepakt, door middel van het verhogen van het btw-tarief van culturele goederen en diensten van 9% naar 21%. Hier vallen dus ook concerten, musea, boeken en tijdschriften onder. Dit is een ‘cultuuroorlog’-maatregel tegen een vermeende ‘elite’, maar deze treft vooral de werkende klasse.
Onderwijs en zorg
Op onderwijsgebied zien we ook ruim €1,5 miljard aan bezuinigingen: op het hoger onderwijs, op het Fonds Onderzoek en Wetenschap, op subsidies voor hogere lonen voor leraren in de Randstad, en op brede brugklassen.
Er wordt geen woord gerept over het lerarentekort in basis- en voortgezet onderwijs. De taal- en rekenachterstand van kinderen wordt niet geweten aan een te klein aantal leraren met een te hoge werkdruk, maar aan te veel kerndoelen in het onderwijs. De passage “[d]oelen over relationele en seksuele voorlichting zijn neutraal en beter toegesneden op de leeftijd van leerlingen, in het bijzonder in het basisonderwijs” is een sublieme boodschap aan ultra-reactionaire krachten (de FvD; religieuze fundamentalisten) die de laatste jaren veel stampij maken over seksuele voorlichting, in het bijzonder wanneer wordt benoemd dat er ook lhbt’ers bestaan.
Studenten in het hoger onderwijs zijn opnieuw de pineut, voor de zoveelste keer. Terwijl het leenstelsel na jaren van strijd eindelijk is afgeschaft (en is vervangen door een vermagerde versie van de studiebeurs), komt er een oude bekende om de hoek kijken: de langstudeerboete. Het kabinet wil in 2026 deze ordinaire bezuinigingsmaatregel invoeren, waarbij studenten €3.000 meer collegegeld moeten betalen voor elk jaar boven de nominale tijd van hun studie (en onderwijsinstellingen ook nog eens hetzelfde bedrag per student gekort worden op hun financiering). Dit gedrocht werd in 2011 ook al goedgekeurd, om vanaf collegejaar 2012/13 ingevoerd te worden. Na een mobilisatie van de studentenbeweging werd het uiteindelijk in het najaar van 2012 weer ingetrokken, maar al snel gingen veel van de ‘vrienden’ van de studenten (PvdA, GroenLinks, D66) over tot invoering van het leenstelsel als vervangende bezuiniging. De Landelijke Studentenvakbond heeft al aangekondigd klaar te staan voor mobilisaties. Dat is een eerste stap. Belangrijk is ook dat men leert van het verleden en niet de fouten van 2011-12 herhaalt.
In de zorg zien we vooral geschuif met geld. Er wordt trots verkondigd dat er wordt geïnvesteerd in ouderenzorg, maar daartegenover staan bezuinigingen bij de curatieve en langdurige zorg. De vakbonden in de zorg geven al aan dat er veel grotere investeringen nodig zijn om de problemen op te lossen, vooral wat betreft het aannemen van personeel en het verminderen van hun werkdruk. Bij de volgende cao-onderhandelingen later dit jaar zullen we zien wat de houding van het kabinet echt zal zijn. De stakingen van de afgelopen jaren van de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en de ziekenhuizen tonen een groeiende strijdbaarheid van zorgmedewerkers. Enkel hun strijd, in samenwerking met de strijd van de bredere arbeidersbeweging, kan afdwingen dat er geïnvesteerd wordt in personeel. Een nationaal publiek zorgstelsel, onder controle van het medisch personeel, zou een doel moeten zijn voor de gehele arbeidersbeweging, aangezien dit in het belang is van de gehele werkende klasse.
Racistische politiek als bliksemafleider
Om het te doen lijken alsof er hard gewerkt gaat worden voor de ‘gewone man’, legt Wilders vooral de nadruk op de paragraaf over asiel en migratie. Migratie krijgt de schuld voor de toegenomen druk op “wonen, zorg, onderwijs en financiële middelen, en op de sociale samenhang in ons land”, zoals we al jaren horen van rechtse demagogen maar ook van ‘normale’ burgerlijke politici. Onderfinanciering, bezuinigingen en de dominantie van de markt over zorg, onderwijs en huisvesting blijven uiteraard buiten schot, aangezien de partijen op deze vlakken kiezen voor een doorzetting van de lijn van Rutte en zijn voorgangers.
Vluchtelingen en asielzoekers in het bijzonder moeten het ontgelden. Het overvolle aanmeldcentrum Ter Apel (het gevolg van bezuinigingen) dient als schrikbeeld om een Asielcrisiswet door te voeren, om zo uitzettingen door te voeren, asielaanvragen op te schorten, etc. Structureel wordt er ingezet op meer grenscontroles en strengere toelatingsregels, met verminderde rechten voor asielzoekers (minder rechtsbijstand en minder mogelijkheden tot beroep; gesloten inrichtingen voor ‘kansarme’ asielzoekers) en vluchtelingen (gezinshereniging wordt moeilijker; geen asielvergunning voor onbepaalde tijd).
Een andere groep die voor het eerst wordt aangepakt in een regeerakkoord zijn buitenlandse studenten. Terwijl voorgaande kabinetten inzetten op internationalisering van het onderwijs, om zo financiële voordelen binnen te halen voor Nederlandse multinationale bedrijven, krijgen internationale studenten nu de schuld van het studentenkamertekort en de overvolle collegezalen die tot verhoogde werkdruk voor het onderwijspersoneel leiden. Beperkingen tot het krijgen van een basisbeurs en verhoging van het collegegeld voor niet-EU-studenten zijn manieren om de minder rijke buitenlandse studenten te weren.
Uiteraard zijn er wel uitzonderingen. Het grote kapitaal, vooral bedrijven als ASML en andere technologisch geavanceerde spelers, hebben nood aan internationale studenten die zij aan zich kunnen binden. Terwijl er wordt ingezet op een numerus fixus voor buitenlandse studenten en meer opleidingen in het Nederlands, wordt er een uitzondering gemaakt voor “studies waar arbeidsmarkttekorten zijn”. Hetzelfde geldt voor arbeidsmigranten. “Arbeidsmigranten van buiten de EU, met uitzondering van kennismigranten, worden tewerkstellingsvergunningplichtig.” (onze cursivering)
Hier zien we de dubbele rol die migratie speelt onder het kapitalisme. Enerzijds worden migranten als gevaarlijke buitenstaander afgeschilderd, die geld kosten, woonruimte en andere diensten gebruiken. Zo verdeelt men de werkende klasse en studenten, door de frustratie van de Nederlandse werkers over reële problemen te kanaliseren richting de migrant. Anderzijds heeft het kapitaal juist migratie nodig voor het functioneren van de bedrijven en het maken van winst.
We moeten ons met hand en tand verzetten tegen de racistische maatregelen in dit akkoord. Tegelijk moeten we niet simpelweg, zoals de ‘anti-racistische’ liberalen en centrum-linkse partijen, spreken over abstracte waarden als ‘menswaardigheid’ en ‘gastvrijheid’. Zij vertegenwoordigen een andere vleugel van de heersende klasse en zijn niet onze bondgenoot. We moeten in plaats daarvan naar voren komen met een klassenstandpunt en uitleggen dat de heersende klasse ons probeert te verdelen om ons zo te verzwakken; dat Wilders, Van der Plas, Omtzigt en Yesilgöz ook niets geven om de Nederlandse werkers en studenten, die immers ook bezuinigingen op hun dak krijgen; dat de strijd voor gelijke rechten en tegen discriminatie ons juist versterkt tegen de bazen en hun handlangers in de politiek. Een verenigde strijd van de werkende klasse is in het voordeel, niet alleen van de migranten, maar ook juist in dat van de ‘autochtone’ werkers.
Repressie
Een ander punt waarmee het nieuwe kabinet zich wil onderscheiden, is ‘law and order’, het aanpakken van criminaliteit en ordeverstoring. Minderjarigen die delicten begaan, mogen strenger bestraft worden.
De politie wordt op een voetstuk geplaatst. “Politieagenten worden intern volledig gesteund in hun taken, ook door de korpsleiding” lijkt erop te duiden dat politieagenten bijna altijd beschermd zullen worden, ook als zij overduidelijk machtsmisbruik begaan. De terechte woede over geweld tegen hulpverleners zoals brandweerlieden en ambulancebroeders, wordt omgezet in een minimumcelstraf voor geweld tegen hulpverleners, waar volgens de wet ook politieagenten onder vallen: dit is een maatregel die ertoe zal leiden dat mensen die zich verdedigen tegen politiegeweld dus minimaal de cel in moeten.
Wat betreft de drugscriminaliteit wordt er ook alleen ingezet op repressie. Er wordt nadrukkelijk gezegd dat zowel bezit, verkoop als productie verboden blijven. Het is al decennialang bekend dat harde repressie op het gebied drugs in landen als de VS (‘War on drugs’), Italië en Frankrijk niets uithalen. In Nederland zal het niet anders zijn.
De harde aanpak richt zich ook tegen politieke demonstraties. “Er wordt scherper onderscheid gemaakt tussen (vreedzaam) demonstreren en ordeverstorende acties. Wanordelijkheden, bedreigingen tegen anderen en openbaar geweld worden niet getolereerd.” Ordeverstorende acties en wanordelijkheden worden hier expres vaag beschreven. Dit kunnen ook bezettingen of stakingen zijn. En als men zich als demonstrant of staker dus verzet tegen de politie die de 'wanordelijkheid' wil beëindigen, mag je minimaal een celstraf krijgen. Het onderscheid maken tussen demonstraties en wanordelijkheden is een anti-democratische maatregel die bestreden moet worden door de arbeidersbeweging, aangezien deze daar zeker tegen ingezet gaat worden.
Kabinet voor de belangen van het kapitaal
Het nieuwe kabinet toont zich duidelijk als kabinet voor het kapitaal. De verhoging van de energiebelasting voor grootverbuikers wordt teruggedraaid, evenals de verhoging van de belasting in Box 2 (grootaandeelhouders). De vermogensbelasting gaat verlaagd worden, wat gezien de vrijstelling voor minder vermogenden vooral de rijkste individuen rijker maakt.
Van der Plas heeft voor elkaar gekregen dat de boeren meer ruimte hebben gekregen. In feite zijn het vooral de grote bedrijven van de agro-business die hiervan profiteren, aangezien hun winsten veilig zijn gesteld. Het stikstofprobleem waarbij er te veel uitstoot is bij natuurgebieden wordt ingenieus ‘opgelost’ door het aantal natuurgebieden te verminderen. Dit alles geeft de kleinburgerlijke boeren hoogstens wat ademruimte, maar lost niets op. Minder druk vanuit de overheid betekent niet minder druk vanuit de banken, supermarkten en andere grote partijen die het merendeel van de winst opstrijken. De boerenstand zal ook met de BBB in de regering blijven krimpen, waarbij ook nog eens de natuur in Nederland verslechtert. Enkel een verbond met de arbeidersbeweging en een rationeel plan van productie kan de boeren helpen.
Op internationaal vlak blijft de coalitie de belangen van de heersende klasse dienen, zoals gezegd met een duidelijke pro-NAVO-oriëntatie. De waarschijnlijk nieuwe secretaris-generaal, Mark Rutte, zal hiermee blij zijn. Ook wordt de militaire steun aan Oekraïne, in het kader van de proxyoorlog tussen de VS en Rusland doorgezet, tot het punt dat er eens een akkoord komt tussen de imperialistische grootmachten. Waar we sinds oktober een grote golf van protesten tegen het Israëlisch militair geweld in Gaza hebben gezien, wil het nieuwe kabinet zijn steun aan Israël opnieuw verduidelijken en wil het zelfs de ambassade naar Jeruzalem verhuizen!
Ondanks de pro-kapitalistische politiek van de coalitie, is de heersende klasse niet geheel gerust. Sowieso is er een deel niet blij met het verzwakken van de ‘groene’ ambities, aangezien zij zich wilde richten op de ‘Green New Deal’ van de EU en het vooruitlopen op het gebied van bepaalde technologieën.
Daarnaast is er onzekerheid, aangezien veel plannen onderhandeld moeten worden met de EU, vooral die op gebied van migratie en landbouw. We hebben de laatste jaren gezien hoe de Europese heersende klassen met elkaar overhoop lagen en tegelijkertijd probeerden een verenigd protectionistisch front te vormen tegen Rusland, China en zelfs de VS. De Nederlandse heersende klasse wil gerommel voorkomen, omdat ze volledig afhankelijk is van de EU. In de EU zijn ze bang dat als Nederland concessies krijgt, dit een precedent zet voor andere demagogische regeringen in de toekomst. Tegelijk is Nederland een belangrijk land in de EU qua infrastructuur en technologische industrie, dus zal men niet direct de boel vanuit Brussel willen escaleren. Het zullen ongemakkelijke onderhandelingen worden.
Een ander punt is dat het hoofdlijnenakkoord volgens sommige burgerlijke economen en commentatoren is gebaseerd op ‘financieel drijfzand’. Het kan weinig tegenvallers opvangen en zal dan snel een begrotingstekort van 3% overschrijden. Opvallend hierbij is dat het ‘zoet’ eerst komt en pas in latere jaren het ‘zuur’. De partijen weten dat het kabinet instabiel zal zijn en zeker voortijdig kan vallen. Hierop anticiperend kan men de andere partijen de schuld geven als een later kabinet dan nog meer gaat bezuinigen. Tegelijk kan Wilders zeggen dat hij heeft laten zien voor de ‘gewone Nederlander’ te zijn opgekomen. Er zit dus een risico ingebouwd waar de heersende klasse niet blij mee is.
Taak arbeidersbeweging
De arbeidersbeweging moet zich snel voorbereiden, evenals de studentenbeweging. Dit kabinet is geen vriend van de werkende klasse, maar dient overduidelijk het kapitaal, ten koste van werkers en jongeren.
Het jaar 2023 zag het hoogste aantal stakingen in 50 jaar. Het is geen loze kreet dat de arbeidersbeweging uit het slop aan het komen is. Dit moet door de leiding van de vakbonden verder uitgebouwd worden. Als er bezuinigingen komen, moeten er verschillende sectoren gemobiliseerd worden voor nationale demonstraties en stakingsacties.
Jaren en decennia van klassencollaboratie door ‘links’ en de focus van de laatste jaren op een cultuuroorlog (tussen ‘progressief’ en ‘conservatief’; Randstad en provincie) hebben de werkende klasse verdeeld en voor veel verwarring gezorgd over wat links en rechts betekenen.
Dit kabinet zal een harde leerschool vormen voor wat rechtse politiek inhoudt. Het zal laten zien dat het helemaal niet de belangen van de ‘gewone Nederlander’ dient. Volgens FNV-voorzitter Tuur Elzinga stemde zo’n 25% van de FNV-leden op de PVV. Als deze zich moeten mobiliseren tegen een kabinet met deelname van PVV, zal dit het begin zijn van een verschuiving van het bewustzijn.
Naast de vakbond is er een politieke uitdrukking nodig van de klassenstrijd. Het is duidelijk dat de GroenLinks/PvdA-coalitie dit niet is. We zien wel hoe de laatste tijd Jimmy Dijk van de SP het over de werkende klasse en klassenstrijd begint te hebben, al zij het op een reformistische manier. Dit is een kleine stap vooruit die we aanmoedigen, hoewel we zeer kritisch blijven over de beperkingen van de SP.
De SP kan in deze omstandigheden licht herstellen na jaren van neergang. Echter, wat we nodig hebben is niet het reformistische ‘socialisme’ van de SP met zijn nationale oriëntatie, chauvinisme, e.d. We hebben nood aan een communistische partij in Nederland, die strijdt voor de omverwerping van het kapitalisme in Nederland en het invoeren van een democratisch geplande economie, om alle problemen daadwerkelijk te kunnen aanpakken. Revolutie strijdt als Nederlandse groep van de Revolutionaire Communistische Internationale voor de opbouw van zo’n partij. Doe mee en sluit je aan!