Op 21 januari 2024 was het honderd jaar geleden dat Vladimir Iljitsj Oeljanov, beter bekend als Lenin, overleed. Hij was zonder twijfel een van de grootste revolutionairen die ooit heeft geleefd. Door zijn handelingen aan het hoofd van de Bolsjewistische Partij veranderde deze buitengewone man letterlijk de loop van de geschiedenis.
Lenins hele leven was gewijd aan de emancipatie van de arbeidersklasse, die culmineerde in de overwinning van de Oktoberrevolutie in 1917. De betekenis van deze gebeurtenis werd treffend weergegeven door Rosa Luxemburg:
"Wat een partij op een historisch ogenblik kan opbrengen aan moed, energie, visie en revolutionaire consequentie, dat hebben Lenin, Trotski en hun kameraden in ruime mate aan de dag gelegd. De bolsjewieken vertegenwoordigden de revolutionaire eer en daadkracht, waaraan het de westerse sociaaldemocratie zozeer ontbroken heeft. De omwenteling van oktober betekende niet alleen de feitelijke redding van de Russische Revolutie, maar bij deze gelegenheid is tevens de eer van het internationale socialisme gered.”1
Voor het eerst, afgezien van de heroïsche maar korte episode van de Commune van Parijs, veroverde de arbeidersklasse de macht en hield ze eraan vast. Daarom kan de Oktoberrevolutie worden beschouwd als de grootste gebeurtenis in de geschiedenis. Wat de daaropvolgende ontwikkelingen ook mogen zijn, het is een onuitwisbare verovering die nooit kan worden ontkend.
En daarom is Lenin in de handen van de heersende klasse en haar apologeten de meest gehate en belasterde persoon in de geschiedenis geworden.
Laster
Terwijl burgerlijke commentatoren Marx soms een pluim geven voor zijn analyse van het kapitalisme, hoewel ze natuurlijk zijn revolutionaire conclusies verwerpen, is Lenin een compleet schrikbeeld geworden. Dit zou ons natuurlijk niet moeten verbazen.
Net als de schunnige aanvallen op de Franse Revolutie door de verachtelijke Engelse pers destijds, hekelen de broodschrijvers van het kapitalisme Lenin en de Russische Revolutie. Hun doel is om hun werkelijke betekenis in diskrediet te brengen en uit de geschiedenis te wissen. Al meer dan een eeuw is dat hun taak.
Daarom wordt Lenin een 'dictator' genoemd, een Duitse agent, een tsaristische agent, een nieuwe tsaar en ten slotte de voorloper van Stalin en het stalinisme. Het geroezemoes is een crescendo geworden.
De verhalen die ze rondbazuinen zijn zo lachwekkend dat je gaat blozen als je ze leest. Er zijn letterlijk honderden van deze onwetende zogenaamde 'historici', die allemaal uit hetzelfde vaatje tappen en allemaal dezelfde absurde bloedstollende beweringen over Lenin rondstrooien. Slechts weinigen zijn de moeite van het lezen waard. Zelfs de meer 'opgepoetste' werken over Lenin zijn doorspekt met vergif.
"Het bolsjewisme werd gesticht rond een leugen, waarmee een precedent werd gesteld dat de komende 90 jaar zou worden gevolgd. Lenin had geen tijd voor democratie, geen vertrouwen in de massa en geen scrupules wat het gebruik van geweld betreft. Hij wilde een kleine, strak georganiseerde en strikt gedisciplineerde partij van hard-line beroepsrevolutionairen, die precies zouden doen wat hun gezegd werd."2 Dit voorbeeld komt uit de giftige pen van Anthony Read in The World on Fire.
"Hier lagen de kiemen van een regering door terreur, van het totalitaire streven naar volledige controle over het openbare leven en de publieke opinie,"3 merkt Richard Pipes op, in een horrorverhaal geschreven om mensen met een nerveuze inborst bang te maken.
"Lenin was de eerste moderne partijleider die de status van een god bereikte: Stalin, Mussolini, Hitler en Mao Zedong waren allemaal zijn opvolgers in deze zin,"4 schrijft Figes, die erop gebrand is niet door de anderen overtroffen te worden.
Deze welgestelde, goedbetaalde charlatans zullen nooit opgeven. Hun leugencampagne zal doorgaan totdat het kapitalisme zelf omver geworpen is. We moeten ze maar aan hun vuile werk overlaten, zoals de heksen in Macbeth.
Ondanks al hun pogingen om de jeugd tegen Lenin en het bolsjewisme in het harnas te jagen, gaat het niet zoals gepland. Mensen beginnen het officiële 'verhaal' in twijfel te trekken, zoals met de meeste dingen. Helaas voor de literaire lakeien van de bourgeoisie werkt hun anticommunistische gewauwel niet zoals het zou moeten!
Zoals professor Orlando Figes helaas moet toegeven: "De spoken van 1917 zijn nog niet tot rust gekomen."5 En, gezien de periode waarin we zijn aanbeland, zal dat niet gebeuren.
Een baken van hoop
Dit is een tijd van ongekende onrust. Het kapitalisme heeft zichzelf als sociaaleconomisch systeem uitgeput en internationaal trekken tientallen miljoenen mensen de legitimiteit ervan in twijfel. Als gevolg daarvan zijn ze actief op zoek naar een uitweg uit deze impasse. De oude partijen raken echter steeds meer in diskrediet en miljoenen zijn doodziek geworden van de kleingeestige hervormers van allerlei pluimage die het systeem maar tot op zekere hoogte willen 'hervormen'. Maar dit is als vragen aan een luipaard om zijn vlekken te veranderen of proberen de oceaan droog te leggen met een lepel.
Lenin staat als een reus in contrast met alle woorden en daden van de Lilliputiaanse arbeidersleiders, zowel rechts als links, die in de praktijk het kapitalistische systeem hebben geaccepteerd. Samen met de bourgeoisie beschouwen ze Lenin ofwel met afschuw, of in het beste geval als simpelweg 'verouderd', omdat zijn ideeën geen waarde of relevantie zouden hebben.
Maar Lenin en zijn ideeën zijn niet zo gemakkelijk van de hand te doen. "De leer van Marx is almachtig omdat ze juist is," legde hij uit. "Ze (...) geeft de mensen een alomvattende wereldbeschouwing, die onverzoenbaar is met welk bijgeloof, welke reactie, welke verdediging van het juk van de bourgeoisie dan ook.”6
Het is een theorie om de wereld te veranderen, waarin theorie en praktijk niet los van elkaar staan, maar één geheel vormen. Daarom heeft Lenin, een echte marxist, zijn leven gewijd aan de overwinning van de socialistische wereldrevolutie. In dit opzicht is hij een baken voor klassenbewuste arbeiders overal ter wereld.
Vandaag de dag is er een groeiende belangstelling voor Lenin en zijn ideeën en proberen vooral veel jonge mensen het echte programma van het leninisme en bolsjewisme te herontdekken. Deze belangstelling en de diepe crisis van het kapitalistische systeem tonen de relevantie van Lenin voor het hier en nu.
Het bolsjewisme
Lenin stond op de schouders van Marx en Engels en bracht hun ideeën in praktijk. Leninisme is eenvoudigweg marxisme in het imperialistische tijdperk van revolutie en contrarevolutie.
Gezien de meedogenloze strijd tegen de oude kapitalistische orde, benadrukte Lenin de vitale noodzaak om een gedisciplineerde en theoretisch onderbouwde partij op te bouwen. Hij was zo'n vooruitziende revolutionair, dat alleen hij de leider van de meest onbevreesde partij kon zijn, die in staat was om zijn gedachten en daden tot een logisch einde te brengen. Hij versmolt zijn lot met het lot van de proletarische partij en haar doelen.
Gezien het verraad van de oude sociaaldemocratische leiders was het van vitaal belang dat er een nieuw revolutionair leiderschap werd gecreëerd. Dit betekende dat er nieuwe Communistische Partijen moesten worden gevormd om de arbeidersklasse te organiseren om de macht te grijpen. In tegenstelling tot de oude hervormingsgezinde partijen, die vooral verkiezingsmachines waren geworden, zouden deze nieuwe partijen gemodelleerd worden naar de Bolsjewistische Partij, zowel wat betreft organisatie als revolutionair gedachtegoed.
"Maar op het gegeven historische moment is het nu eenmaal zo dat het Russische voorbeeld alle landen iets, en wel iets ongemeen essentieels uit hun onvermijdelijke en niet ver verwijderde toekomst toont,"7 verklaarde Lenin in ‘De linkse stroming, een kinderziekte van het communisme.’
"Alleen de geschiedenis van het bolsjewisme gedurende de gehele tijd van zijn bestaan kan op bevredigende wijze verklaren waardoor het in staat is geweest de voor de overwinning van het proletariaat noodzakelijke ijzeren discipline tot stand te brengen en die onder de moeilijkste omstandigheden te handhaven."8
De Bolsjewistische Partij was in staat zo'n rol te spelen, gezien haar unieke geschiedenis en de rol van Lenin. Zoals hij uitlegde:
"Rusland heeft zich het marxisme als de enig juiste revolutionaire theorie waarlijk door lijden eigen gemaakt, door een halve eeuw van ongehoorde kwellingen en offers, weergaloos revolutionair heldendom, ongelooflijke energie en toegewijd zoeken, leren, in de praktijk beproeven van teleurstellingen, van toetsen en vergelijken met de ervaringen van Europa. Dank zij het door het tsarisme opgedrongen emigrantenleven beschikte het revolutionaire Rusland in de tweede helft van de 19e eeuw over een zodanige overvloed aan internationale verbindingen, over een zo voortreffelijke kennis van alle vormen en theorieën van de revolutionaire beweging van de wereld als geen ander land op de aardbol bezat."9
De Bolsjewistische Partij onder Lenin was de meest revolutionaire partij in de geschiedenis. Lenin begreep dat zo'n partij opgebouwd moest worden voordat de revolutionaire gebeurtenissen losbarstten. Ze kon zeker niet worden geïmproviseerd of spontaan worden opgericht tijdens een revolutie, want dat zou veel te laat komen. De gehele ervaring uit het verleden toont aan dat dit het geval was.
In de eerste plaats was het belangrijk om een netwerk van marxistische kaders te creëren, dat als kader zou dienen waarrond uiteindelijk een massapartij zou kunnen worden opgebouwd. Aangezien revolutie een serieuze zaak was, streed Lenin voor de oprichting van een partij van 'beroepsrevolutionairen' die zich aan de revolutie zouden wijden.
Bovendien moest de revolutionaire partij gebaseerd zijn op het fundament van de marxistische theorie. "Zonder revolutionaire theorie kan er geen revolutionaire beweging zijn"10, legde Lenin uit in Wat te doen?, een werk gewijd aan de opbouw van zo'n partij. Hij was de theoretische poortwachter van de partij, die onder zijn leiding een eigen, proletarische moraal ontwikkelde, gebaseerd op de belangen van de socialistische revolutie.
Voor Lenin was deze strijd om de marxistische theorie een essentiële taak. Daarom was het de rol van Lenins Iskra (Vonk) om "de vastbesloten en hardnekkige strijd voor de grondbeginselen van het marxisme" te voeren, die, zo legde hij uit, weer "op de agenda kwam [...] te staan."11
Lenin schreef Wat te doen? in een periode van theoretische terugval en revisionisme binnen de Russische sociaaldemocratie. Een groot deel van Lenins pamflet is gewijd aan het weerleggen van de argumenten van de 'economistische' stroming, die de politieke strijd afzwoer in naam van 'spontaniteit' en arbeiderisme. Maar het was ook noodzakelijk om te strijden tegen de invloed van het zogenaamde 'legale marxisme', dat het marxisme van al zijn revolutionaire inhoud ontdeed.
Voor Lenin vereiste de verdediging van de marxistische theorie meer dan het herhalen van oude formules; het betekende een toepassing van de methode van het marxisme op de concrete situatie. Het was essentieel om de theorie niet aan de werkelijkheid op te leggen. De werkelijkheid was het uitgangspunt. Zoals Lenin waarschuwde, kan theorie, wanneer ze gereduceerd wordt tot een abstract dogma, misbruikt worden om revisionisme te rechtvaardigen:
"Het marxisme is een buitengewoon diepe en veelzijdige leer. Het valt derhalve niet te verwonderen dat brokstukken van citaten van Marx - vooral als zij te onpas worden aangehaald - steeds aangetroffen kunnen worden onder de argumenten van diegenen, die met het marxisme breken."12
Hij benadrukte dat het marxisme geen levenloos dogma is, of een kant-en-klare, onveranderlijke doctrine, maar een levende gids voor actie. Dit betekende dat het van vitaal belang was om de ideeën van het marxisme te relateren aan de werkelijke situatie, en niet te vervallen in fantasieën. "De waarheid is concreet", herhaalde hij vaak. De grote test voor revolutionairen was om deze ideeën te verbinden met de werkelijke beweging van de arbeidersklasse. Op deze manier konden ze steun winnen en vooruitgang boeken.
Flexibiliteit
Lenin was altijd standvastig wat principes betreft, maar zeer flexibel wat organisatie en tactiek betreft. Dit was een van Lenins grote sterktes. Hij begreep dat het opbouwen van een echte Communistische Partij, net als bij de Bolsjewistische Partij, geen rechte lijn was. Om de arbeiders voor zich te winnen, vooral diegenen die nog onder de invloed stonden van de reformistische partijen, was een flexibele tactiek nodig. Dit was geen bijzaak. In zijn prachtige werk De linkse stroming, een kinderziekte van het communisme, legt Lenin uit:
“Ons ontbreekt slechts één ding om met vaste tred en vol vertrouwen de overwinning tegemoet te gaan: namelijk dat alle communisten in alle landen algemeen en volledig tot het inzicht komen dat hun tactiek uiterst elastisch moet zijn.”13
Lenin ontwikkelde een groot 'gevoel' voor de situatie en was in staat om dingen in te schatten wanneer er een scherpe wending in de gebeurtenissen plaatsvond. Hij kon onderscheid maken tussen wat essentieel was en wat secundair.
Zoals Trotski uitlegde:
"Het was Lenins bijzondere gave, die hij in de hoogste mate bezat. Hij kon met zijn intense revolutionaire blik zien en anderen erop wijzen wat het belangrijkst, het meest noodzakelijk en het meest essentieel was. De kameraden die, zoals ik, de kans kregen om Lenins activiteit en de werking van zijn geest van dichtbij te observeren, konden niet anders dan enthousiast bewonderen - ja, ik herhaal, enthousiast bewonderen - de scherpzinnigheid, de scherpzinnigheid van zijn denken, dat al het uiterlijke, toevallige en oppervlakkige verwierp, tot de kern van de zaak doordrong en de essentiële actiemethoden greep. De arbeidersklasse leert enkel de leiders waarderen die, nadat ze nieuwe wegen hebben geopend, vastberaden voorwaarts gaan, zelfs als de eigen vooroordelen van het proletariaat die vooruitgang tijdelijk belemmeren.”14
Bovenal was Lenin in staat om zich met vooruitziende blik aan te passen aan de veranderingen die plaatsvonden. Dit vereiste meestal een verandering van tactiek om te voldoen aan de nieuwe behoeften van de situatie. Nogmaals, deze veranderingen waren niet altijd rechtlijnig en konden leiden tot scherpe polemieken binnen de partij. Niet voor niets stond het bolsjewisme bekend als de harde leerschool.
In elk stadium van de ontwikkeling van de partij, van de eerste ondergrondse kringen tot het massale werk van 1905, tot 1917 en daarna, moest Lenin de weerstand overwinnen van degenen die vasthielden aan de methoden van het verleden. Bij elke voorgestelde verandering van tactiek stuitte hij over het algemeen op hevige weerstand. De reden voor deze weerstand was dat het leven van de partij altijd een zekere routinematigheid ontwikkelt. Als de situatie verandert, botst deze met de nieuwe eisen. Daar zijn veel voorbeelden van.
De poging van Lenin om de Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (RSDLP) te professionaliseren op haar Tweede Congres in 1903, waar hij probeerde de partij weg te krijgen van de informele, 'kleine kring'-mentaliteit van de beginperiode, leidde in feite tot een breuk tussen bolsjewieken en mensjewieken.
De revolutie van 1905 opende nieuwe uitdagingen. Om te profiteren van de open omstandigheden probeerde Lenin te breken met de methoden van het ondergrondse werk. Dit bracht hem in conflict met de ‘de comité-mannen’. Dit waren toegewijde revolutionairen die waren opgegroeid onder de omstandigheden van het ondergrondse werk, wat hun visie had gevormd. Dus toen de situatie zich opende voor legaal werk, vonden ze het moeilijk om zich aan te passen en werden ze een barrière. Dit leidde tot een enorme rel.
Maar Lenin was niet bereid om toe te geven. De nieuwe kansen vroegen om een andere aanpak. Daarom moest hij de strijd aangaan met de comitéleden en hun methodes. Het was tijd om de partij open te breken! Lenin nam geen blad voor de mond:
"We hebben jonge krachten nodig. Ik ben ervoor om iedereen die durft te zeggen dat er geen mensen te vinden zijn, ter plekke neer te schieten. De mensen in Rusland zijn legio; het enige wat we hoeven te doen is jongeren op grotere schaal en stoutmoediger rekruteren, op grotere schaal en stoutmoediger, en nog eens op grotere schaal en nog eens stoutmoediger, zonder bang voor hen te zijn. Dit is een tijd van oorlog. De jeugd - de studenten, en nog meer de jonge arbeiders. Ontdoe je van alle oude gewoonten van onbeweeglijkheid, van respect voor rang, enzovoort. Vorm honderden kringen van Vperjod-isten onder de jeugd en moedig hen aan om op volle toeren te werken..."15
Lenin eiste dat de bolsjewistische leiders zouden breken met het oude routinematigheid en de organisatie op oorlogspad zouden brengen. Zo niet, dan bestond er een reëel gevaar dat de nieuwe kansen voor de partij verkeken zouden zijn. Lenin riep opnieuw op tot actie:
"Je moet er enkel zeker van zijn dat je honderden kringen organiseert, organiseert en nog eens organiseert, waarbij je de gebruikelijke, goedbedoelde (hiërarchische) stommiteiten van de comités volledig naar de achtergrond duwt. Dit is een tijd van oorlog. Of jullie creëren overal nieuwe, jonge, frisse, energieke strijdorganisaties voor revolutionair sociaal-democratisch werk van alle soorten onder alle lagen van de bevolking, of jullie gaan ten onder met het aureool van 'comité'-bureaucraten."16
De routinematige aanpak van sommige bolsjewistische leiders bepaalde ook hun houding tegenover de nieuw gevormde sovjets. De sovjets werden spontaan opgericht door strijdende arbeiders en waren uitgebreide stakingscomités. Ze werden al snel een alternatieve macht voor het oude tsaristische regime.
In plaats van deze nieuwe klassenformaties te omarmen, beschouwden sommige van de oude bolsjewistische leiders deze als concurrenten van de partij. Ze kozen voor een volledig sektarische benadering. Er was een persoonlijke tussenkomst van Lenin voor nodig om deze fout te corrigeren. In feite beschouwde Lenin de sovjets als "het embryo van een arbeidersregering"17, wat bevestigd werd door de gebeurtenissen van 1917 en zijn vooruitziende blik toont.
In 1905 werd de RSDAP, bestaande uit zowel mensjewistische als bolsjewistische facties, omgevormd tot een massapartij. Dit toonde het enorme potentieel in de situatie, maar het hield geen stand.
De nederlaag van de revolutie van 1905 kondigde een periode van bloedige reactie in Rusland aan. De beweging kreeg een grote terugslag te verwerken. Dit leidde op zijn beurt ertoe dat velen de partij verlieten, vooral de meer kleinburgerlijke types die de druk niet aankonden. De sfeer binnen de partij was erg slecht en de bolsjewieken waren teruggebracht tot een lege huls.
Er waren veel problemen in deze jaren van reactie. Lenin werd gedwongen te breken met degenen die bezweken waren onder wanhoop en zich in ultralinkse richting hadden bewogen, zoals de bolsjewieken die erop stonden de verkiezingen voor de Doema te boycotten lang nadat de revolutie was neergeslagen, en aan de andere kant degenen die de partij volledig wilden ontbinden (de 'liquidatoren').
Opnieuw moest Lenin een strijd op het theoretische vlak aangaan, tegen degenen die probeerden de meest fundamentele filosofische beginselen van de marxistische beweging te herzien, inclusief het materialisme zelf. Het was in deze periode dat Lenin Materialisme en empiriokriticisme schreef als een polemiek tegen een trend in de Russische marxistische beweging die zich afkeerde van het dialectisch materialisme en in de richting bewoog van de filosofisch doodlopende weg van het subjectief idealisme.
Op organisatorisch vlak waren er na de revolutie van 1905 pogingen geweest om de mensjewistische en de bolsjewistische facties samen te voegen. Toenemende politieke verschillen hadden dit echter verhinderd. De mensjewieken keken naar de liberalen als de kracht om de revolutie te leiden, terwijl de bolsjewieken naar de arbeiders en arme boeren keken. Uiteindelijk gingen ze hun eigen weg en in april 1912 werd de Bolsjewistische Partij formeel opgericht.
Het herbewapenen van de partij
Er is een mythe ontstaan dat Lenin de Bolsjewistische Partij met ijzeren hand regeerde, maar dat was beslist niet het geval. Er waren veel momenten waarop Lenin in de minderheid was, zelfs binnen het leiderschap. Lenins gezag was niet gebaseerd op het zwaaien met een stok, maar op zijn politieke gezag, dat voortkwam uit een geduldige aanpak.
Toen Lenin in 1917 geconfronteerd werd met de Februarirevolutie, vond de nieuwe tactiek die hij bepleitte weinig steun.
De revolutie had geleid tot de omverwerping van het tsarisme en de vorming van een Voorlopige Regering, bestaande uit vertegenwoordigers van de bourgeoisie. Tegelijkertijd werden er door de Russische arbeiders op nog grotere schaal Sovjets opgericht dan in 1905. De bolsjewistische leiders in Rusland - vooral Kamenev en Stalin - waren in de waan van de revolutie en de gevoelens van 'eenheid' die in de begindagen heersten. Daardoor namen ze een totaal verkeerde houding aan tegenover de Voorlopige Regering. In plaats van zich tegen de regering te verzetten, gaven ze haar 'kritische steun', inclusief steun aan de imperialistische oorlog.
Lenin was woedend. Terwijl hij nog steeds probeerde Zwitserland te verlaten voor Rusland, schreef hij een hele reeks artikelen - zijn veelgeprezen 'Brieven van ver', die de basis vormden van zijn bekende Aprilstellingen - waarin hij zich verzette tegen de kapitalistische Voorlopige Regering en voor een nieuwe revolutie pleitte.
De bolsjewieken waren lang geschoold met het perspectief van een 'democratische dictatuur van het proletariaat en de boeren', gekoppeld aan het idee om een socialistische revolutie in het Westen uit te lokken. Terwijl deze formulering de komende revolutie beschouwde als een burgerlijke revolutie om de overblijfselen van het feodalisme uit te roeien en de weg te bereiden voor kapitalistische ontwikkeling, zou de leiding van deze revolutie niet bij de bourgeoisie liggen, die een contrarevolutionaire rol speelde, maar bij de arbeiders en boeren. Deze formule had echter een algebraïsch karakter in die zin dat de vraag welke klasse de leidende rol zou spelen in deze alliantie, open werd gelaten, als een 'onbekende grootheid'.
Het bolsjewistische standpunt stond in schril contrast met de mensjewieken, die stelden dat de revolutie burgerlijk was en daarom geleid moest worden door de bourgeoisie. De arbeiders moesten in hun ogen slechts een ondersteunende rol spelen.
Trotski daarentegen stelde als het perspectief voor Rusland zijn eigen theorie voor, van de 'permanente revolutie'. Hoewel hij het met de bolsjewieken eens was dat de bourgeoisie contrarevolutionair was, geloofde hij dat de arbeidersklasse, gesteund door de arme boeren, de enige klasse was die in staat was om de revolutie te leiden. Echter, in plaats van een 'democratische dictatuur' in te voeren, pleitte Trotski voor een arbeidersregering die eerst het feodalisme zou uitroeien (de 'democratische' taken), maar daarna zou overgaan tot de socialistische taken. Deze socialistische revolutie zou op haar beurt de revolutie in het Westen uitlokken, die de Russische arbeiders te hulp zou schieten. Dit gaf het haar 'permanente' karakter.
Het standpunt dat Lenin in april 1917 naar voren bracht was fundamenteel identiek aan dat van Trotski. Dit werd echter tegengewerkt door de 'oude bolsjewistische' leiders, die vasthielden aan de oorspronkelijke formule van 'democratische dictatuur'.
Lenin werd gedwongen zijn gehele politieke gezag te gebruiken om de koers van de partij te veranderen. Op die manier moest hij de confrontatie aangaan met de zelfbenoemde 'oude bolsjewieken', die hem beschuldigden van 'trotskisme'!
In het licht van de ontsporing van de bolsjewistische leiders en rekening houdend met wat er op het spel stond, trad Lenin strijdbaar op:
“Ik verkies zelfs een onmiddellijke breuk met wie dan ook in onze Partij, boven het doen van concessies aan het sociaal-patriottisme van Kerenski en co. of het sociaal-pacifisme en kautskyisme van Tsjcheidze en co. 18
“De arbeiders moet de waarheid verteld worden. We moeten zeggen dat de regering van Goetsjkov-Miljoekov en co. een imperialistische regering is… alle staatsmacht [moet worden overgedragen] in de handen van de arbeidersklasse, de vijand van het kapitaal, de vijand van de imperialistische oorlog, en alleen dan zullen ze het recht hebben om op te roepen tot de omverwerping van alle koningen en alle burgerlijke regeringen.”19
Daarna richtte hij zijn aandacht op de 'oude bolsjewieken':
“Maar op dit punt horen we een protestkreet van mensen die zichzelf graag 'oude bolsjewieken' noemen. Hebben we niet altijd beweerd, zeggen ze, dat de burgerlijk-democratische revolutie pas voltooid is met de 'revolutionair-democratische dictatuur van het proletariaat en de boeren'? Is de agrarische revolutie, die ook een burgerlijk-democratische revolutie is, voltooid? Is het integendeel niet zo dat ze nog niet eens begonnen is?
“Mijn antwoord is: de bolsjewistische slogans en ideeën in het algemeen zijn volledig bevestigd door de geschiedenis; maar concreet zijn de zaken anders gelopen; ze zijn origineler, specifieker, gevarieerder dan door wie dan ook kon worden voorzien.
“Dit feit negeren of over het hoofd zien zou betekenen dat we die 'oude bolsjewieken' zouden navolgen die al meer dan eens zo'n betreurenswaardige rol hebben gespeeld in de geschiedenis van onze Partij, door het herhalen van zinloos uit het hoofd geleerde formules, in plaats van het bestuderen van de specifieke kenmerken van de nieuwe en levende realiteit...…
“De persoon die nu alleen nog maar spreekt over een 'revolutionair-democratische dictatuur van het proletariaat en de boeren' loopt achter de feiten aan, en is dus effectief overgelopen naar de kleinburgerij tegenover de proletarische klassenstrijd; deze persoon zou moeten worden opgeborgen in het archief van 'bolsjewistische' pre-revolutionaire antieke voorwerpen (het zou het archief van 'oude bolsjewieken' kunnen worden genoemd).…
“Voor nu is het essentieel om de onbetwistbare waarheid te vatten dat een marxist kennis moet nemen van het echte leven, van de werkelijke feiten van de realiteit, en zich niet vastklampt aan een theorie van gisteren die, zoals alle theorieën, in het beste geval slechts de grote en algemene lijnen schetst, en slechts in de buurt komt van het omvatten van het leven in al zijn complexiteit.
“‘Grauw, waarde vriend, is alle theorie. En groen de gouden boom des levens.’
“De kwestie van de ‘voltooiing’ van de burgerlijke revolutie op de oude manier behandelen, is het levende marxisme opofferen aan de dode letter.”20
Begin april 1917 was Lenin volledig geïsoleerd binnen de Bolsjewistische Partij toen hij het nieuwe perspectief van de socialistische revolutie naar voren bracht. De oude leiders waren een barrière geworden, net als bij de vroegere comitémannen. De enige leider die hem steunde was Kollontaj. De rest was tegen.
Maar met de kracht van Lenins argumenten en de ervaring van de bolsjewieken op het terrein, wist hij al snel de meerderheid van de Partij voor zich te winnen en de koers naar de Oktoberrevolutie te leiden.
Zelfs toen, in oktober 1917, in de dagen vóór de revolutie, kreeg hij te maken met weerstand binnen het leiderschap, vooral van Zinovjev en Kamenev, die al jaren aan zijn zijde stonden. Opnieuw moest hij zijn gehele politieke autoriteit op het spel zetten om het succes van de revolutie te verzekeren.
Alles had hem op dit moment voorbereid. "Zij durfden!", om Rosa Luxemburg te citeren. Lenin had de ideeën van het marxisme in praktijk gebracht. Er kon niets meer worden gevraagd van de Russische arbeiders. Ze wisten het kapitalisme en het grootgrondbezit omver te werpen en een Sovjetrepubliek van de arbeiders op te richten.
Internationalisme
Voor Lenin was de Oktoberrevolutie geen doel op zichzelf, maar slechts het startschot voor de arbeidersklasse om wereldwijd de macht te veroveren. Dit internationalisme was niet om sentimentele redenen, maar kwam voort uit het internationale karakter van het kapitalisme, dat de materiële basis had gelegd voor een nieuwe klassenloze maatschappij. Het creëerde in het bijzonder een internationale arbeidersklasse, van wie het de historische missie was om de ondergang van het kapitalisme te worden.
Het was op deze solide basis dat Lenin een principieel klassenstandpunt formuleerde bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914, op een moment dat de partijen van de Tweede Internationale allemaal in de rij stonden om hun 'eigen' kapitalistische klasse te verdedigen. En deze strijd om het vaandel van het proletarisch internationalisme te behouden, waarin Lenin zich in een kleine minderheid bevond, zou uitmonden in de revolutionaire omverwerping van het kapitalisme in Rusland in 1917 en de oprichting van de Communistische Internationale als de wereldpartij van de socialistische revolutie in 1919.
Lenin was nooit voorstander van het idee van 'socialisme in één land', zoals dat jaren later door de stalinisten naar voren werd gebracht. Dit was het tegenovergestelde van zijn perspectief van wereldrevolutie. Voor Lenin was de Russische Revolutie niet bedoeld om een 'Russisch socialisme' op te bouwen, wat in zulke onderontwikkelde omstandigheden volslagen onzin was. De overwinning in Rusland, waardoor een proletarische citadel ontstond, was het startpunt van de wereldrevolutie. Het is geen toeval dat hij benadrukte dat zonder revolutie in het Westen, de Russische Revolutie gedoemd was te mislukken.
Zoals Lenin zelf uitlegde op 29 juli 1918:
“We hebben nooit de illusie gehad dat de krachten van het proletariaat en het revolutionaire volk van één land, hoe heldhaftig en hoe georganiseerd en gedisciplineerd ze ook mogen zijn, het internationale imperialisme omver konden werpen. Dat kan alleen door de gezamenlijke inspanningen van de arbeiders van de wereld… We hebben onszelf nooit wijsgemaakt dat dit door de inspanningen van één land alleen kon worden gedaan. We wisten dat onze inspanningen onvermijdelijk tot een wereldwijde revolutie zouden leiden en dat de oorlog die door de imperialistische regeringen was begonnen, niet door de inspanningen van die regeringen zelf kon worden gestopt. Het kan alleen gestopt worden door de inspanningen van alle arbeiders; en toen we aan de macht kwamen, was onze taak… om die kracht, die fakkel van het socialisme, te behouden opdat hij zoveel mogelijk vonken zou verspreiden die zich konden voegen bij de groeiende vlammen van de socialistische revolutie.”21
Dit idee werd keer op keer door Lenin herhaald. Lenin vertrouwde volledig op het succes van de wereldrevolutie en werkte eraan om die tot stand te brengen. Zonder zo'n succes waren ze gedoemd.
De anti-marxistische theorie van 'socialisme in één land' werd echter de steunpilaar van het stalinisme. Het accepteren van deze theorie werd zelfs een voorwaarde voor het lidmaatschap van de stalinistische communistische partijen.
In 1956, na de onthullingen van Chroesjtsjov over Stalin op het 20e Congres, ontstond er een diepe crisis in de rangen van de Communistische Partijen. Dit werd verergerd door het neerslaan van de Hongaarse revolutie door Russische troepen later dat jaar. Alles wat de CP-leden geleerd hadden werd in twijfel getrokken en er ontstond veel discussie over het verleden van de partij en de betekenis van de Russische Revolutie.
Tijdens de discussies, toen er citaten van Lenin werden aangehaald tegen de theorie van het socialisme in één land, raakten sommige vooraanstaande CP-leden zo gedesoriënteerd dat ze zelfs de juistheid van de Oktoberrevolutie in twijfel trokken.
“Ik heb het nooit voor elkaar gekregen (hoewel ik het bleef proberen) om een trotskist ervan te overtuigen dat deze citaten bewezen dat Lenin een dwaze gokker was," schreef Alison Macleod, die voor de Daily Worker werkte. "Welk recht had hij [Lenin] om Kerenski omver te werpen, als het grijpen van de macht in Rusland niet genoeg zou zijn? Welk recht had hij om miljoenen levens op het spel te zetten voor een revolutie in Duitsland, die hij niet tot stand kon brengen?”22
Volledig ontdaan en gedesillusioneerd verliet Macleod de CP in april 1957, na langer dan een decennium aan de Daily Worker gewerkt te hebben, samen met duizenden anderen. Zij en vele anderen waren op misdadige wijze verkeerd onderwezen en voorgelogen door Moskou. Als gevolg daarvan keerden velen de revolutionaire beweging de rug toe.
Lenins vertrouwen in een succesvolle revolutie in Duitsland was geen hopeloze gok, zoals Macleod beweert. In feite waren de kansen op een overwinning in 1923 extreem hoog. De Duitse Communistische Partij was immers de machtigste Communistische Partij naast de Sovjet-Unie en de crisis in de zomer van 1923, die we in onze vorige uitgave [van het tijdschrift In Defence of Marxism] analyseerden, had een revolutionaire situatie gecreëerd. De massa's keken naar de Duitse Communistische Partij voor een uitweg.
Helaas waren de Duitse CP-leiders niet in staat om deze taak op zich te nemen. Toen ze naar Moskou gingen voor advies, was Lenin verhinderd door zijn beroertes en was Trotski afwezig. Degenen die hen adviseerden waren Stalin en Zinovjev, die aandrongen op terughoudendheid terwijl de Duitse partij zich had moeten voorbereiden op de strijd om de macht. Als gevolg daarvan werd de kans gemist, met vreselijke gevolgen.
Een succesvolle Duitse Revolutie zou de loop van de wereldgeschiedenis volledig hebben veranderd. Ze zou het isolement van Sovjet-Rusland doorbroken hebben en een enorme revolutionaire crisis in Europa veroorzaakt hebben. De nederlaag leidde echter tot bittere desillusie, vooral in Rusland, die de hand van de Sovjetbureaucratie versterkte en zo de basis legde voor het stalinisme. Als gevolg daarvan werd het stalinisme een enorme barrière voor de wereldrevolutie en maakte het de weg vrij voor de overwinning van Hitler, door middel van de theorie van 'sociaal fascisme' die de Duitse arbeidersklasse verdeelde. Dit leidde vervolgens tot de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.
Dit was niet onvermijdelijk. Een succesvolle revolutie in Duitsland zou een dergelijke ontwikkeling hebben doorbroken. Maar wat in Duitsland ontbrak was niet een massale Communistische Partij, die wel bestond, maar een Lenin en Trotski om die te leiden.
Door Lenin ervan te beschuldigen een "dwaze gokker" te zijn, wijt men de nederlaag van de revolutionaire golf (1918-20) niet aan de daden van de sociaaldemocratische verraders, maar aan Lenin zelf!
In tegenstelling tot de stalinistische leiders had Lenin een kolossaal vertrouwen in de arbeidersklasse en haar vermogen om het kapitalisme wereldwijd omver te werpen. Maar wat nodig was, was een echt revolutionair leiderschap om de strijd tot zijn logische conclusie te leiden. Dat was de belangrijkste les van het bolsjewisme.
Ter verdediging van Lenin
Het is niet alleen in het belang van de kapitalisten, maar ook in dat van de stalinisten om hun eigen redenen, om het schone vaandel van Lenin gelijk te stellen aan het bloedige regime van Stalin. Een grotere schande is haast niet denkbaar.
Ondanks zijn centrale rol was Lenin een zeer bescheiden man, die in niets leek op de onfeilbare karikatuur die de stalinisten van hem hebben gemaakt. Hij gaf zijn fouten eerlijk toe, om ervan te leren. Vele malen na de Oktoberrevolutie keek hij terug en lachte hij om de fouten en ‘stommiteiten’ die ze hadden gemaakt. Toch maakte Lenin minder fouten dan de meesten en was hij in staat om ze te corrigeren. Dit versterkte zijn gezag. Zijn kracht was dat hij niet bang was voor de waarheid, ongeacht de situatie.
Lenin werd niet geboren als Lenin in volmaakte vorm, zoals Athena uit het voorhoofd van Zeus, hoe hij door de jaren heen door de stalinisten werd afgeschilderd. Binnen deze valse visie is er geen ruimte voor de ontwikkeling van ideeën of zelfs fouten. Lenin wordt afgeschilderd als een idealisering die losstaat van de werkelijkheid. De stalinisten hadden zo'n figuur nodig als dekmantel voor hun eigen zogenaamde onfeilbaarheid. Ze maakten hem cynisch tot een betekenisloos icoon. Maar dit is een volledig verkeerd beeld en zo zat het niet in elkaar.
In werkelijkheid maakte Lenin zichzelf. Hij verruimde voortdurend zijn horizon, leerde van anderen en trok zichzelf elke dag op tot een hoger niveau. Hij veroverde de ideeën van het marxisme voor zichzelf en verrijkte zijn begrip bij elke stap. Dit gaf Lenin een scholing als geen ander. Dit gaf hem vertrouwen en zekerheid.
Zijn hele levenswerk was gewijd aan de strijd voor het marxisme en de opbouw van de revolutionaire partij. Zijn laatste jaren waren een strijd tegen het vernauwen van zijn slagaders en tegen de wurggreep van de Sovjetbureaucratie, die de degeneratie van de revolutie en daarmee het gevaar van kapitalistische restauratie bedreigde.
Deze strijd hield rechtstreeks verband met de verdediging van de grondbeginselen van het marxisme, waarvoor Lenin zijn hele leven had gestreden. Het was de minachtende, chauvinistische houding van de Stalin-kliek ten opzichte van het nationale vraagstuk, vooral met betrekking tot Georgië, die Lenin alarmeerde over het ernstige risico van politieke degeneratie aan de top van de Bolsjewistische Partij zelf.
De 100-jarige sterfdag van Lenins dood biedt de gelegenheid om te reflecteren op zijn uitzonderlijke leven en bijdrage om er lessen uit te trekken. Het moet ons in staat stellen de ware Lenin en zijn ideeën te ontdekken. Dit doen we niet om academische redenen, maar om ons voor te bereiden op de grootse gebeurtenissen die ons te wachten staan.
Vandaag de dag worden we nog steeds geconfronteerd met de twee alternatieven: socialisme of barbarij. Gezien het failliet van de oude structuren, kan de crisis van de mensheid gereduceerd worden tot de internationale crisis van het revolutionair leiderschap. Onze Internationale, die zich baseert op de ideeën van Lenin en de andere grote marxistische leermeesters, raapt de krachten internationaal bijeen, met het expliciete doel deze crisis op te lossen.
Het bestuderen van Lenin vandaag de dag, tijdens deze wereldcrisis, biedt de meest waardevolle concrete ervaring in het oplossen van de problemen waar de arbeidersklasse in het tijdperk van oorlog en revolutie voor staat.
Voor ons komen de ideeën van het leninisme het dichtst bij een handleiding voor wereldrevolutie. Maar voor velen, zelfs ter zogenaamde 'linkerzijde', blijven deze ideeën een gesloten boek. We moeten de sceptici en cynici, die Lenin afdoen als 'achterhaald', in hun eigen sop gaar laten koken.
Het communisme is onlosmakelijk verbonden met de naam van Lenin en de Russische Revolutie, maar de communistische partijen van vandaag zijn alleen in naam 'communistisch'. Onder het stalinisme zijn ze volledig gedegenereerd. Ze hebben de ideeën van Lenin en het bolsjewisme al lang geleden losgelaten en hebben in plaats daarvan een reformistisch beleid en perspectief aangenomen.
De voormalige stalinisten voegen zich nu bij de campagne van de burgerlijke historici om de naam van het bolsjewisme zwart te maken. Ja, ze kunnen Lenin aan de kaak stellen, ze kunnen standbeelden neerhalen, ze kunnen staatseigendommen plunderen, maar er is één ding dat ze niet kunnen doen: ze kunnen nooit een idee doden waar de tijd rijp voor is. Het is dit feit dat hen achtervolgt en nachtmerries bezorgt.
Met de groeiende belangstelling voor Lenin en het communisme is het de moeite waard om de woorden van Lenin zelf van 6 maart 1919 te herhalen:
“[Het lijkt] alsof men vreest, dat tien of twaalf bolsjewiki in staat zouden zijn de gehele wereld te infecteren. Wij weten ondertussen dat deze vrees belachelijk is, want ze hebben de gehele wereld al geïnfecteerd…”23
Met deze gedachte in ons achterhoofd wijden wij ons opnieuw aan het doel om de Communistische Internationale op een nog hoger niveau te herbouwen. Dat houdt een verdediging in van de ideeën van het leninisme en een dringende opbouw van de krachten van het echte communisme. Dat is de betekenis van het leninisme honderd jaar later.
Eindnoten
- R. Luxemburg, De Russische Revolutie, via https://www.marxists.org/nederlands/luxemburg/1918/1918rr.htm
- A. Read, The World on Fire, W. W. Norton & Co, 2008, pp. 5-6 (onze vertaling)
- R. Pipes, The Russian Revolution, Vintage, 1991, p. 349 (onze vertaling)
- R. Pipes, The Russian Revolution, Vintage, 1991, p. 349 (onze vertaling)
- ibid. p. 824
- V.I. Lenin, “Drie bronnen en drie bestanddelen van het marxisme”, via https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1913/1913driecomponenten.htm
- V.I. Lenin, “De linkse stroming, een kinderziekte van het communisme”, via https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1920/kinderziekten/1.htm
- Ibid., via https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1920/kinderziekten/2.htm
- Ibid.
- V.I. Lenin, “Wat te doen?”, via https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1902/wattedoen/1.htm
- V.I. Lenin, “Enkele bijzonderheden van de historische ontwikkeling van het marxisme”, in Lenin: keuze uit zijn werken - deel 1. Uitgeverij Progres Moskou, 1972, p. 539.
- V.I. Lenin, “Letter to Comrades”, Lenin Collected Works, Vol. 26, Progress Publishers, 1972, pg 214 (onze vertaling)
- V.I. Lenin, “De linkse stroming, een kinderziekte van het communisme”, via https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1920/kinderziekten/10.htm
- L. Trotsky, On Lenin, George G.Harrap & Co, 1971, pp. 193-194 (onze vertaling)
- V.I. Lenin, “A Letter to Bogdanov and S.I. Gusev”, Lenin Collected Works, Vol. 8, Progress Publishers, 1977, pp. 143-145 (onze vertaling)
- ibid. p. 146
- V.I. Lenin, “The First Stage of the First Revolution”, Lenin Collected Works, Vol. 23, Progress Publishers, 1964, p. 304 (onze vertaling)
- V.I. Lenin, “Letter to J.S. Hanecki”, Lenin Collected Works, Vol. 35, Progress Publishers, 1973, pg 310 (onze vertaling)
- ibid. pg 312
- V.I. Lenin, “Letters on tactics”, Lenin Collected Works, Vol. 24, Progress Publishers, 1974, pg 44-45 (onze vertaling)
- V.I. Lenin, “Speech at a joint session of the All-Russia Central Executive Committee, the Moscow Soviet, Factory Committees and Trade Unions of Moscow”, Lenin Collected Works, Vol. 28, Progress Publishers, 1965, pg 24-25 (onze vertaling)
- A. Macleod, The Death of Uncle Joe, Merlin Press, 1997, pg 212, onze nadruk (onze vertaling)
- V.I. Lenin, “Over de oprichting van de Communistische Internationale”, Lenin: keuze uit zijn werken - deel 3, pg. 183