Na veel vertraging ten gevolge van de COVID-19-beperkingen ging op 7 september het uitleveringsproces tegen Julian Assange verder, in de Old Bailey in Londen. Assange heeft de tussentijd in eenzame opsluiting doorgebracht, in de streng bewaakte Belmarsh Prison, sinds hij met geweld uit de Ecuadoriaanse ambassade werd verwijderd op 11 april 2019.

Zowel de magistraat als de aanklagers doen er alles aan om de zaak tot een einde te brengen en Assange zo snel mogelijk uit te leveren, met zo min mogelijk publieke aandacht voor hun groteske manoeuvres en hun evidente misbruik van het gerechtelijk proces. Hieronder staat een ander artikel (oorspronkelijk geschreven in maart) dat in detail treedt over het schokkende onrecht van dit proces en het misbruik dat Assange is aangedaan.

De grote twist in deze schandalige aanval op de vrijheid van spraak is de verrassende indiening van een nieuwe aanklacht door de regering van de Verenigde Staten, op korte termijn, die een duidelijke poging weerspiegelt om Assanges verdedigingsteam onderuit te halen.

De oorspronkelijke aanklacht op basis waarvan Assange aan de VS uitgeleverd zou moeten worden, beschuldigt hem van 18 overtredingen voor het helpen van Chelsea Manning (een analist voor de inlichtingendiensten van de landmacht van de VS die gevangengezet werd voor het lekken van bewijs van oorlogsmisdaden van de VS) om computers van de VS-overheid te hacken en voor het publiceren van een lijst met namen van Afghaanse informanten. Er wordt beweerd dat dit een bedreiging vormde voor de levens van deze individuen en van Amerikaanse soldaten en voor de nationale veiligheid. In februari slaagde de verdediging erin om deze beschuldigingen te ontkrachten en stelde ze dat Assange vervolgd werd voor zijn journalistiek, dat beschermd wordt door het eerste amendement aan de grondwet van de Verenigde Staten. Ze betoogde dat de aanklachten politiek gemotiveerd waren en concludeerde dat Assange niet mag worden uitgeleverd aan de VS, waar hem 175 jaar gevangenschap te wachten zou kunnen staan.

Veranderende regels

De Trump-regering heeft nu een nieuwe, vervangende aanklacht tegen Assange ingediend. Op de eerste dag van Assanges proces in de Old Bailey werd hij vrijgelaten van het oude uitleveringsverzoek dat het Verenigd Koninkrijk had ingediend en onmiddellijk opnieuw gearresteerd onder een nieuw verzoek, verbonden aan de nieuwe aanklacht. Het eerste schandalige detail van deze nieuwe aanklacht is de timing. De aanklacht werd aangekondigd op 20 juni 2020 en officieel in het proces gebracht op 29 juli. Dit is niet alleen nadat de inleidende argumenten al gegeven waren, op basis van de originele aanklacht, aan het begin van het proces in februari, maar het is ook een jaar na de uiterlijke indieningsdatum . Bovendien waren Assanges verdedigingsadvocaten niet op de hoogte gebracht van deze nieuwe aanklacht en moesten ze er op de dag van aankondiging achter komen.

De verdediging, die heel graag wil voorkomen dat Assange nog langer in Belmarsh Prison moet blijven, vanwege de vernietigende impact op zijn mentale en fysieke gezondheid, besloot niet te vragen om opschorting van het proces om zich op de nieuwe aanklacht voor te kunnen bereiden. Ze hadden het aantal drastische veranderingen en de impact die deze hebben op de zaak, niet voorzien. De details werden niet beschikbaar voor het verdedigingsteam tot 21 augustus, slechts zes weken voor de hervatting van het proces, wat, zoals ze stelden voor de rechtbank, niet genoeg tijd was om voor te bereiden.

Advocaten Summers en Fitzgerald, namens de verdediging, verzochten magistraat Baraitser om een opschorting tot januari 2021. Dat verzoek werd afgewezen. De lijsten met getuigen staan ook al vast. Dat betekent dat de verdediging getuigen tegen de nieuwe aanklacht moet gebruiken die voorbereid zijn op de oude aanklacht, zonder voorbereiding of genoeg tijd om de nieuwe aanklacht te bestuderen. Zelfs Assange heeft geen gelegenheid gehad om deze nieuwe aanklacht in te zien, aangezien hij alleen korte telefoongesprekken mag voeren met zijn advocaten via de betaaltelefoon in de gevangenis en juridische documenten die naar hem gestuurd worden, worden achtergehouden door de bewakers of van hem afgepakt.

De nieuwe aanklacht is erop gericht “een bredere beschouwing te maken van de samenzwering rondom de vermeende computerinbraken waarvan Assange in het verleden werd beschuldigd.” De nieuwe aanklachten zijn niet gerelateerd aan de vorige 18 aanklachten die verbonden zijn met Manning. De verdediging betoogt dat de nieuwe aanklachten niet strafrechtelijk zijn, buiten de tijdbeperking vallen of reeds zijn afgehandeld in andere rechtzaken. Deze aanklachten zijn dus zeer zwak, vooral wanneer we de dubieuze motieven en achtergrond van de sleutelgetuige Sigurdur Thordarson in overweging nemen. Hij werd op 22 december 2014 veroordeeld in IJsland voor het stelen van $40.000 en €13.000 van de bankrekening van Wikileaks door documenten te vervalsen, waarbij hij zich voordeed als Assange. De FBI is zelfs uit IJsland verbannen “vanwege hun poging om Thordarson te gebruiken om Assange vals te beschuldigen”. Dit is een wanhopige draai van de aanklagers om de situatie weer in hun voordeel te brengen, aangezien de eerste poging om Assange uit te leveren, op basis van de eerdere aanklacht, in februari met de grond gelijk werd gemaakt.

Onrecht

Maar de aanklagers en de magistraat hielden daar niet op met hun pogingen om het proces zo snel mogelijk ten einde te brengen en de hele affaire uit de publieke belangstelling te houden. Het proces bij de Old Bailey zou open moeten zijn voor het publiek en voor journalisten. De beperkingen rond COVID-19 speelden de aanklagers echter in de kaart, want de publieke tribune is teruggebracht van 80 naar negen plaatsen en alleen journalisten en NGO’s die officieel waren goedgekeurd door het Ministerie van Justitie mochten meekijken via videoverbinding.

De magistraat Baraitser sloot online toegang tot het proces echter af. Ze wierp toen een ander obstakel op door te verklaren dat het onnodig zou zijn dat de getuigen van de verdediging in de rechtbank hun getuigenis zouden doen, aangezien ze al geschreven verklaringen hadden ingediend. De verdediging vocht verbeten om een compromis te winnen: verklaringen van dertig minuten (teruggebracht van de gebruikelijke één uur en 45 minuten). Over de daaropvolgende drie dagen werden de getuigen gehoord, in levenden lijve en via een haperende videoverbinding.

Hoewel de getuigen slechts dertig minuten kregen, mochten de aanklagers vrijelijk hun kruisverhoor doen. In het geval van één getuige, professor Mark Feldstein (hoofd van Broadcast Journalism aan de universiteit van Maryland), deden de aanklagers een kruisverhoor van twee uur zonder weerstand van de magistraat. Dit is verder bewijs van duidelijk vooroordeel van de magistraat en het hof in het voordeel van de aanklagers. Alle hiervoor genoemde restricties en de opvoering van de nieuwe verrassingsaanklacht komen neer op “klinkklaar misbruik van het proces” (dat wil zeggen, een ongerechtvaardigde verdraaiing of misbruik van het rechtsproces om de beklaagde schade te berokkenen). Aanklager Lewis probeerde de getuigen te overdonderen en ze te verontrusten met onbeschoftheid en agressie. Hij trok ook hun eerlijkheid en zelfs hun kwalificaties in twijfel, hoewel ze allemaal decennia aan ervaring in hun vakgebieden hebben zoals deze betrekking hebben op de details van de zaak: onderzoeksjournalistiek, conflictenethiek en kwesties van illegale opsluiting en marteling.

Het is duidelijk waarom de Britse heersende klasse probeert dit proces buiten de aandacht te houden en de getuigenverklaringen te beperken. Zij zijn de loyale dienaren van hun meesters in de VS, die als door een wesp gestoken reageren op de kritiek waaraan ze door WikiLeaks, Assange, Manning, Snowden en vele andere dappere mensen worden onderworpen. De getuige Clive Stafford Smith, een advocaat met zowel de Britse als de Amerikaanse nationaliteit die zich specialiseert in marteling, illegale opsluiting en buitengewone uitleveringszaken, verklaarde dat de berichten die Assange en WikiLeaks publiceerden, geholpen hadden om martelingen en oorlogsmisdaden van de VS bloot te leggen. Ze werden specifiek gebruikt in een uitspraak van de Hoge Raad (High Court) in Pakistan, waarin de opperrechter verklaarde dat de drone-aanvallen van de VS in Waziristan een “duidelijke schending van basale mensenrechten” waren die vele “onschuldige sterfgevallen” hadden veroorzaakt. Deze gerechtelijke uitspraak maakte “heel snel” een einde aan de drone-aanvallen, waarvan in 2019 geen melding meer werd gedaan. Sommige van deze publicaties vormen ook deel van een strafrechtelijk onderzoek door het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) naar de CIA. Als reactie heeft de regering van de VS sancties opgelegd aan functionarissen van de ICC die aanklachten van oorlogsmisdaden in Afghanistan onderzochten. We kunnen zien dat dit bewijs de reputatie van de VS schade toebrengt en de zelfverklaarde wereldpolitie in de schijnwerpers zet. Deze probeert daarom wraak te nemen en elke kleine, individuele stem te verpletteren die zich uitspreekt in de leegte van het medialandschap, waarin andere, meer gevestigde publicaties hun mond houden.

Britse rechtbanken dienen het VS-imperialisme

Assange wordt hevig gestraft door het Britse rechtsysteem in opdracht van de imperialistische machine van de VS. Hij zit eenzaam opgesloten en zowel zijn contact met zijn juridische team als zijn kennis over de details van het proces dat zijn lot zal bepalen, worden hevig beperkt. Zijn verdedigers voeren een felle strijd voor hem, maar de aanklagers krijgen van de magistraat vrij spel om de regels compleet aan hun laars te lappen en elke manoeuvre, truc en manipulatie die er bestaat in te zetten om Assange zo snel mogelijk de oceaan over te sturen met zo min mogelijk pottenkijkers.

De getuigen verklaarden dat de publicaties van Assange en WikiLeaks de bloedige activiteiten van het Amerikaans imperialisme in buitenlandse conflicten aan het licht brachten en dat beide aanklachten neerkomen op een politiek gemotiveerde poging om Assange uit te leveren en hem op die manier het zwijgen op te leggen. Wij moeten Assange verdedigen tegen uitzetting en uitlevering op basis van welke incorrecte of verjaarde aanklacht dan ook. Dat is een elementair democratisch recht.

Het proces tegen Assange: de hypocrisie van het burgerlijk recht

oorspronkelijk geschreven in maart 2020

De eerste week van Assanges uitleveringsproces in Woolwich Crown Court eindigde op 28 februari. Men wil hem uitleveren op basis van 18 federale strafrechtelijke aanklachten door de federale overheid van de VS, met een straf tot wel 175 jaar in de gevangenis. Assange wordt nog steeds wreed behandeld in Belmarsh Prison, hoewel hij voor geen enkele misdaad veroordeeld is, behalve het overtreden van zijn borgtocht. De details van dit proces spreken boekdelen over de oneerlijkheid ervan en over de vijandigheid van de hoofdmagistraat die het proces voert. Maar het belangrijkst is dat ze de hypocrisie blootleggen van het burgerlijk rechtssysteem in het Verenigd Koninkrijk, dat bestaat om de belangen van het Britse kapitalisme te verdedigen, dat op zijn beurt onderdanig is aan het Amerikaans imperialisme. En ondanks de duidelijke aanval op de vrijheid van meningsuiting die dit proces betekent, blijft de Britse pers stil.

Op de eerste dag van het proces zei de aanklager (die het uitleveringsverzoek van de VS vertegenwoordigt) dat Assange beschuldigd wordt van het “cultiveren van [Chelsea] Manning” (een inlichtingenanalist die gevangengezet werd voor het lekken van bewijs voor oorlogsmisdaden van de VS) en van “[haar] assisteren om computers te proberen te hacken”. Hij wordt aangeklaagd, niet voor het publiceren van de diplomatieke berichten die Manning aan WikiLeaks lekte, maar voor het publiceren van de namen van Afghaanse informanten, waarbij hij levens in gevaar bracht. De aanklager, Eric Lewis, beriep zich op de Wet op Officiële Geheimen (Official Secrets Act) uit 1989, die het bezit en de publicatie van staatsgeheimen illegaal maakt. Hij stelde verder dat de Wet op Mensenrechten (Human Rights Act) en de beschermingen voor vrijheid van meningsuiting irrelevant waren in het proces. De argumenten van de aanklager zijn duidelijk tegenstrijdig en gaan tegen zelfs het burgerlijke recht in. Waarom zouden ze zeggen dat Assange niet aangeklaagd wordt voor het publiceren van de diplomatieke berichten en zich vervolgens beroepen op de Wet op Officiële Geheimen?

Argumenten van de aanklagers neergehaald

De advocaten van de verdediging van Assange merkten op dat “de manier waarop de aanklagers de zaak neerzetten een opzettelijke misrepresentatie van de feiten bevat.” Betreffende de eerste aanklacht, van samenzwering met Manning om te proberen een computer te hacken, maakte de verdediging het hof erop attent dat Manning hiervan is vrijgesproken in een militair gerecht in de VS.

Ten tweede wordt Assange beschuldigd van “Manning helpen om een hash key [een sleutelcode voor decryptie –vert.] te ontcijferen om toegang te verkrijgen tot geheime informatie” en van “dit materiaal te vragen1 van Manning.” Op dit eerste punt toonde de verdediging duidelijk aan dat Manning reeds toegang had tot alle bestanden die ze met Assange deelde en dat ze deze toegang al had voordat ze ooit contact met hem had gezocht. De toegang kreeg ze doordat ze werkte als inlichtingenanalist en daardoor had ze ook geen gebruikersnaam of wachtwoord nodig om toegang te krijgen tot haar militaire werkcomputer. Betreffende het punt dat Assange naar informatie zou hebben gevraagd, stelde de verdediging dat deze aanklacht aantoonbaar onjuist is, op basis van het bewijs, dat publiekelijk toegankelijk is, van de correspondentie tussen Manning en Assange. Daarin zoekt zij contact met hem om hem informatie te sturen, zonder dat hij dat daarom vraagt.

Ten derde, wat betreft de aanklacht over de publicatie van de namen van informanten, merkte de verdediging op dat WikiLeaks een grote redactiecampagne had gevoerd (in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS) om de identiteiten van de informanten in de diplomatieke berichten te beschermen. Vervolgens waren het de journalisten Luke Harding en David Leigh van The Guardian die in februari 2011 het wachtwoord publiceerden van de verzameling documenten, waaronder de betreffende diplomatieke berichten zonder redactie; later, in augustus van dat jaar, kondigde Der Freitag aan dat ze de ongeredigeerde berichten hadden (nadat ze het gepubliceerde wachtwoord hadden gebruikt). De verdediging onthulde ook aan het hof dat, toen deze aankondiging werd gedaan, Assange had getelefoneerd naar het Witte Huis, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Ambassade van de VS, om hen te waarschuwen. In feite deed Assange dus zijn uiterste best om de identiteiten van de informanten te beschermen.

Het belangrijkste argument van de verdediging is dat Assange, als aan het verzoek zou worden voldaan, zou worden uitgeleverd voor een politieke misdaad, wat geen geldige grond is volgens het bekrachtigde uitleveringsverdrag tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De verdediging legde uit dat de aanklachten tegen Assange vallen in de categorie van zuiver politieke misdaad, aangezien het gaat om aanklachten van spionage met als doel om schade toe te brengen aan de politieke of militaire belangen van de VS of om een verandering in het beleid van de VS te veroorzaken.

De aanklagers reageerden op belachelijke wijze door te stellen dat Assange niet probeerde om de regering van de VS omver te werpen en dat de aanklachten van spionage dus niet als politieke overtredingen beschouwd kunnen worden! De geïrriteerde verdediging vroeg retorisch wat überhaupt het motief zou kunnen zijn om bewijs van oorlogsmisdaden en corruptie van de overheid te publiceren, als het er niet om gaat om deze bloot te leggen en druk uit te oefenen om het beleid te veranderen?

Een bevooroordeeld hof

Magistraat Vanessa Baraitser, die duidelijk bevooroordeeld was in het voordeel van de aanklagers, interrumpeerde om te stellen dat het uitleveringsverdrag tussen VS en VK geen kracht van wet heeft in het binnenlandse hof in het VK, omdat het een internationale wet is. Ze beweerde verder dat de uitzondering voor uitlevering voor politieke overtredingen niet in het uitleveringsverdrag staat.

De verdediging beschuldigde het hof toen van procesmisbruik (dat wil zeggen, een ongerechtvaardigde verdraaiing of misbruik van het rechtsproces om de beklaagde schade te berokkenen), omdat het uitleveringsverdrag de basis van het uitleveringsverzoek is. Dus, om dan te beweren, in de rechtszaal, dat dat verdrag irrelevant is, creëert een juridische absurditeit. Het is al meer dan een eeuw niet toegestaan om mensen uit te leveren voor politieke overtredingen, volgens de conventies van de EU en Interpol; het uitleveringsverdrag van de VN; en in de uitleveringsverdragen tussen de VS en diens bondgenoten. Zeggen dat het verdrag niet van kracht is, gaat tegen alle internationale en historische gerechtelijke praktijken in. Bovendien schept het een alarmerend precedent dat dissidenten en potentiële politieke gevangenen wereldwijd in gevaar brengt.

Het is belangrijk om hier op te merken dat de blog van Craig Murray de hoofdzakelijke bron voor dit artikel is. Murray is een voormalig ambassadeur van het VK die het proces heeft bijgewoond vanaf de beperkte publieke tribune en verslag heeft gedaan van alle details. Hij legt uit dat het uitleveringsverdrag tussen VS en VK door een toetsingsproces van vier jaar ging zodat het bekrachtigd kon worden voor volledige implementatie in alle jurisdicties van het VK [de drie jurisdicties zijn Engeland en Wales; Noord-Ierland; Schotland -vert.].

De uitleveringswet (in 2003 doorgevoerd) is een machtigingswet die het proces van bekrachtiging in gang zet, waarin het door de handen van juristen in vijf verschillende overheidsdepartementen gaat: Buitenlandse Zaken, Financiën, Kabinet, Binnenlandse Zaken en Parlement. Iemand kan niet worden uitgeleverd onder de wet, zonder het verdrag, want de wet heeft het verdrag voorzien van kracht van wet. Het verdrag wordt daarmee het uitvoerende instrument dat wettelijk vereist is om een uitlevering toe te staan. De relevantie van het verdrag voor dit proces ontkennen of zeggen dat het verdrag incompatibel is met de wet, is een brutale leugen.

Dit toont de hypocrisie van het rechtssysteem in het Verenigd Koninkrijk en de onderdanigheid van de Britse staat aan het Amerikaans imperialisme. Elke wet die een belemmering vormt voor de uitlevering van Assange wordt genegeerd of irrelevant verklaard, ondanks bergen aan bewijs van gerechtelijke precedenten die Assanges verdediging aanvoert om het tegendeel te bewijzen. De gerechtshoven zijn niets anders dan een instrument om de belangen van de bourgeoisie te managen. De rechtspraak is altijd bereid om de eigen wetten van de heersende klasse te overtreden om diens politieke belangen te dienen. In dit geval is de regering van het Verenigd Koninkrijk tot alles bereid om haar meesters in Washington te dienen en Assange te overhandigen.

Mishandelende omgang

Hoewel hij zijn ongekende straf van vijftig weken gevangenis voor het schenden van zijn borgtocht heeft uitgezeten, wordt Assange nog steeds in eenzame opsluiting vastgehouden in de maximaal beveiligde Belmarsh gevangenis. Hij wordt in handboeien naar de rechtszaal geleid (binnen het gevangenis-fort-complex) door wachters van SERCO2 via een ondergrondse tunnel. Hij wordt uitgekleed en zijn lichaamsholtes worden doorzocht. Dan wordt hij in een kist van kogelvrij glas gezet waarin hij tijdens het gehele proces moet zitten. Deze kist is gemaakt van dik glas met een dunne spleet in de voorkant, wat ervoor zorgt dat hij niet kan verstaan wat er in de zaal gezegd wordt en niet kan communiceren met zijn verdedigingsteam. Hij heeft een hoofdtelefoon gekregen om te kunnen volgen wat er gezegd wordt, maar deze geeft een constante stroom van “sterke witte ruis”, wat volgens Assange “zeer afleidend” is. De bewakers staan verder niet toe dat hij briefjes doorgeeft aan zijn advocaten via de nauwe spleet in de dikke glazen plaat.

Op 27 februari werd er een aparte zitting gehouden om de maandenlang afgewezen verzoeken te behandelen om Assange uit de glazen kist te laten en naast zijn advocaten te laten zitten. Magistraat Baraitser zei dat Assange een bedreiging zou kunnen vormen voor het publiek (!) en heeft consistent geweigerd om hem uit de kist te laten. Assanges advocaat Summers betoogde echter dat zijn cliënt geen geschiedenis van gewelddadig gedrag heeft en ook niet terecht staat voor enige aanklacht van dergelijke aard. Er werd bovendien een verklaring gegeven door psychiater professor Michael Kopelman die aangaf dat Assange “vrijwel alle risicofactoren vertoont” voor zelfmoord, als uitlevering aanstaande zou zijn.

Summers voegde toe dat het handboek voor goede handelspraktijk van het Ministerie van Justitie van het Verenigd Koninkrijk stelt dat het kwetsbare beklaagden moet worden toegestaan naast hun advocaten te zitten, in plaats van opgesloten te zitten in een glazen kooi, om hun kwetsbare mentale toestand te verzachten. Als antwoord hierop las magistraat Baraitser een voorbereide verklaring voor, waarin ze voorstelde dat Assange door het glas heen naar zijn advocaten kan roepen, of kan vragen om af te dalen naar de cellen om met zijn advocaten te discussiëren. De eerste optie is zeker niet vertrouwelijk en de tweede noemde Summers onpraktisch omdat het “eens elke drie minuten, twintig minuten lang” zou zijn en dus het proces ernstig zou verstoren.

Dit recente voorbeeld van kleinzielig onrecht is afdoende om het ernstige niveau van oneerlijkheid aan te tonen waarmee deze rechtszaak wordt gevoerd. Ten eerste toonde de magistraat een compleet gebrek aan verlangen om een eerlijk proces te voeren door haar verklaring voor te lezen, die ze de zaal in had meegenomen voordat ze Summers’ betoog had gehoord. Ten tweede heeft Assange geen vertrouwelijk contact met zijn advocaten, wordt het hem moeilijk gemaakt om deel te nemen aan zijn eigen proces door deze strenge maatregelen en wordt hij behandeld als schuldige ondanks zijn technische gerechtelijke status van onschuldig. Het is duidelijk dat de Britse staat probeert om de stichter van WikiLeaks te breken en van hem een voorbeeld te maken, om toekomstige klokkenluiders te waarschuwen dat ze de burgerlijke staat en diens lakeien bij justitie niet moeten uitdagen.

Mediastilte

Ondanks alles, terwijl er een plek is vrijgehouden in de rechtszaal voor de grote media, doen deze geen verslag van dit onrecht. Het laatste nieuws van de BBC over de zaak-Assange was op 25 februari, de reportage van de Daily Mail bevat nauwelijks enig detail van de argumenten van de magistraat over hoe ze verwacht dat Assange met zijn advocaten communiceert, en bevat alleen: “er zouden andere maatregelen getroffen kunnen worden om te verzekeren dat hij kan participeren, zijn advocaten instructies kan geven en een eerlijk proces kan krijgen.” The Guardian publiceerde tenslotte een artikel op de dag voordat het proces begon, waarin benadrukt wordt hoeveel Assange “klaagde” over dat hij niet kan communiceren met zijn advocaten, maar waarin geen details genoemd worden over de hardheid waarmee magistraat Baraitser Assange behandelt, of over de strengheid en illegaliteit van de beperkingen.

Het lijkt alsof veel journalisten bedwongen zijn door angst voor de gevolgen als ze zich te sterk uitspreken ter verdediging van Assange. Dit is een schandaal, des te meer vanwege het risico dat deze uitleveringszaak vormt voor de vrije spraak. Het gebrek aan media-aandacht weerspiegelt ook het feit dat de bazen van de grote nieuwsbedrijven ook dienaren zijn van het kapitalistisch systeem. Het is niet in hun belang om op te staan voor een klokkenluider die de misdaden van dit systeem probeert te onthullen. Assange wordt gestraft omdat hij de waarheid heeft gepubliceerd en de corrupte Amerikaanse oorlogsmachine heeft uitgedaagd die nu bloed wil zien. In de ogen van de heersende klasse van de VS is Assange een enkeling die het zwijgen moet worden opgelegd, terwijl de grote mediabedrijven, krant en tv, ferm onder de controle vallen van de bourgeoisie van de VS en het VK.

Assange heeft een schijnwerper gericht op de schimmige bezigheden van de wereldwijde heersende klasse en wordt daarvoor hevig gestraft. Hij zit opgesloten in een maximaal beveiligde gevangenis en wordt in een glazen kist gehouden die bedoeld is voor gewelddadige criminelen. Het wordt hem moeilijk gemaakt om volledig te participeren in zijn eigen proces, dat zijn lot zal bepalen, en het rechtssysteem doet alles wat het kan om hem te breken. Assange en de klokkenluidingszaak van WikiLeaks tonen duidelijk de ware aard van de klasse die over ons regeert, wat op zijn beurt de verrotte toestand van het kapitalistisch systeem laat zien. Wij moeten Assange beschermen tegen uitzetting en uitlevering als onderdeel van de verdediging van de vrije spraak: een basaal, democratisch recht dat de kapitalistische staat prima bereid is te vertrappen als het het moet.

Zoals Alan Woods opmerkte in 2010: “Het is de elementaire plicht van elke socialist om Julian Assange te verdedigen tegen de monsterlijke vervolging waaraan hij wordt onderworpen voor de ‘misdaad’ van het vertellen van de waarheid.”

• Laat Julian Assange vrij!

• Verdedig de vrije spraak en het recht op informatie!

• Nee tegen uitlevering!

1. Noot van de vertaler: het Engelse woord is ‘soliciting’. Het punt is dat Assange ervan beschuldigd wordt dat hij Manning er actief toe zou hebben aangezet om informatie te lekken, in plaats van dat hij als journalist de passieve ontvanger van het lek zou zijn geweest.

2. Noot van de vertaler: SERCO is een privaat bedrijf dat allerlei diensten in het kader van beveiliging verleent aan overheden, vooral die van het Verenigd Koninkrijk.