De overwinning van Pedro Castillo in de Peruaanse presidentsverkiezingen is een grote politieke aardbeving, die een enorme sociale en politieke polarisatie in het Andesland weerspiegelt.

castillo overwinning

De massa’s hebben de heersende klasse een klap uitgedeeld, door zich te scharen achter een strijdbare lerarenvakbondsman aan het hoofd van de partij Perú Libre, die zichzelf marxist, leninist en mariateguist (naar Mariátegui, de oprichter van de Peruaanse arbeiders- en socialistische beweging) noemen. 

De telling was een langzaam en pijnlijk proces en het uiteindelijke resultaat was onduidelijk tot op het laatste moment, drie dagen na het sluiten van de stembureaus op 6 juni. Op het moment van schrijven is 99,795 procent van de stemmen geteld, met een klein voordeel voor Pedro Castillo die 8.735.448 (50,206 procent) heeft, tegenover de rechts-populist Keiko Fujimori met 8.663.684 stemmen (49,794 procent).

Zelfs op dit moment zijn de officiële resultaten nog niet bekendgemaakt. Fujimori’s team beweert dat er sprake is van fraude en is duizenden malen in beroep gegaan tegen uitslagen. Maar de massa is klaar om op straat de stemming te verdedigen. Er zijn berichten van 20.000 ronderos (leden van de boeren-zelfverdedigingsmilities die gecreëerd was tijdens de burgeroorlog in 1990, waarvan Castillo lid is) die naar de hoofdstad reizen om de wil van het volk te verdedigen. Vandaag, 9 juni, werd er in Lima opgeroepen tot een grote demonstratie, op de plek waar mensen zich al drie opeenvolgende nachten verzamelden buiten het verkiezingshoofdkwartier van Castillo.

Het was de enorme fragmentatie van de stemmen in de eerste ronde die ervoor zorgde dat Castillo met slechts 19 procent doorging naar de tweede ronde. Echter, zijn verkiezingssucces is geen toeval. Het is een uitdrukking van de diepe crisis van het systeem in Peru. Decennia van anti-arbeidersbeleid van privatisering en liberalisering in een land dat rijk is in minerale bronnen, heeft een bourgeois democratie nagelaten die gebaseerd is op enorme welvaartsongelijkheid en corruptie.

Vijf voormalige presidenten zijn nu in de gevangenis of aangeklaagd voor corruptie. Alle instituties van de bourgeois democratie worden extreem gewantrouwd. Massademonstraties in november 2020 drukten de diepgewortelde woede uit die zich in de Peruaanse samenleving heeft opgehoopt. 

Aan deze kapitalistische crisis moeten we ook nog de impact van de COVID-19-pandemie toevoegen. Peru is met 11 procent een van de meest economisch getroffen landen in Latijns-Amerika en heeft het hoogste percentage doden; ook heeft Peru het hoogste sterftecijfer wereldwijd. Dit terwijl de rijken en de regeringspolitici voordrongen voor het vaccin. 

Een stem voor radicale verandering

De massa van arbeiders en boeren wilde een radicale verandering en dat is precies wat Pedro Castillo in hun ogen vertegenwoordigt. Zijn campagne had twee belangrijke beleidslijnen: het heronderhandelen van de voorwaarden van de contracten met mijnbouwmultinationals (en als ze weigeren zouden ze worden genationaliseerd), en het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering voor de verwerping van de in 1993, tijdens Fujimori’s dictatuur (Keiko’s vader), geschreven grondwet. 

De belangrijkste slogans van zijn campagne: “geen armen meer in een rijk land” en “het woord van de leraar” resoneerden met de onderdrukten, de arbeiders, de armen, de boeren, de vertrapten, de inheemse Quechua en Aymara, vooral in de delen van Peru waar de arbeiders en armen leven, ver weg van Lima’s lichter getinte hogere klasse.  

Castillo verkreeg zijn autoriteit nadat hij de vakbondsbureaucratie trotseerde en een lerarenstaking leidde in 2017. Voor de arbeiders en boeren is Castillo een van henzelf. Een nederige leraar van het platteland, die heeft beloofd van zijn lerarenloon te blijven leven als hij verkozen wordt als president. Zijn aantrekkingskracht komt precies voort uit het feit dat hij een linkse anti-establishment buitenstaander is en zijn populariteit onthult een diep wantrouwen in de burgerlijke democratie en alle politieke partijen. 

Ook al was Keiko Fujimori niet de favoriete kandidaat, toch schaarde de hele Peruaanse heersende klasse zich achter haar in de tweede ronde. Hun campagne was zeer fel. Reclameborden verkondigden “Communisme is armoede” en het volk werd bedreigd met zeven plagen als Castillo de verkiezingen zou winnen. Er werd verteld dat hij de kandidaat was van de gewelddadige Sendero Luminoso (de terroristen-guerrillagroep van de jaren 1990). Nobelprijswinnaar Vargas Llosa, die vanuit een bourgeois-liberaal perspectief in het verleden tegenover Alberto Fujimori’s regering stond, schreef nu woedende artikelen die beweerden dat een overwinning van Castillo zou leiden tot het einde van de democratie. 

Ondanks dit alles, of misschien juist door de haat van de heersende klasse, begon Castillo de tweede campagne ronde met 20 punten voorsprong op zijn tegenstander. Dit verschil werd kleiner naarmate de verkiezingsdag dichterbij kwam. Deels vanwege de haatcampagnes, die twijfelende stemmers richting Keiko Fujimori duwden, maar ook deels door Castillo die probeerde zijn boodschappen te verzachten. 

Terwijl hij in de eerste ronde had beloofd een grondwetgevende vergadering bijeen te roepen, zei hij nu dat hij de grondwet van 1993 zou respecteren en het congres (waar hij geen meerderheid heeft) zou vragen een referendum te houden over het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering. En terwijl hij in de eerste ronde zei dat hij de mijnen zou nationaliseren, zei hij nu dat hij eerst zou proberen de contracten te heronderhandelen. Hoe meer hij dat deed, hoe kleiner zijn voorsprong werd, tot op het punt dat op de dag van de verkiezingen hij maar net kon winnen. 

Klassentegenstellingen

De overwinning maskeert echter de scherpe klassenpolarisatie van het land. Fujimori heeft gewonnen in Lima (65-34) en zelfs hier zijn haar beste resultaten in de rijkste districten: San Isidro 88 procent, Miraflores 84 procent en Sucro 82 procent. Castillo heeft gewonnen in 19 van de 25 landelijke districten, met enorme overwinningen in de armere Andes en zuidelijke regio's: Ayacocho 82 procent, Huancavelica 85 procent, Puno 89 procent, Cusco 83 procent. Ook heeft hij met 71 procent gewonnen in zijn geboortestreek, waar enorme anti-mijnbouwprotesten zijn geweest. 

Tijdens de laatste dagen van de campagne beloofde Keiko Fujimori, op klassiek-populistische wijze, direct geld uit te delen van mijnbouwbedrijven aan het volk van de steden waar de mijnen zich bevinden. Dit was een poging om de stemmers weg te lokken van Castillo’s voorstel dat hij de contracten zou veranderen in het voordeel van alle mensen. De stemmers kozen Castillo in alle mijnsteden: Chumbivilicas (Cusco) 96 procent, Cotabambas (Apurímac) de basis van de Chinese MMG Las Bambas, meer dan 91 procent, Espinar (Cusco), de basis van Glencore, meer dan 92 procent en Huari (Áncash), de basis van een gemeenschappelijke BHP Biliton–Glencore mijn, meer dan 80 procent.

De massa van arbeiders en boeren die Castillo steunen zijn klaar om op straat zijn overwinning te verdedigen, aangezien Fujimori spreekt van fraude en in beroep gaat tegen de uitslagen. De dagen voorafgaand aan de verkiezingen en direct erna zijn gingen er geruchten rond van een militaire coup. Vooraanstaande aanhangers van Fujimori riepen het leger op om Castillo te weerhouden van het presidentschap. 

Het valt niet te betwijfelen dat een deel van de heersende klasse in Peru in paniek is en alles probeert om Castillo te weerhouden van de overwinning. Zij zien hem als een bedreiging voor hun macht, privileges en de manier hoe zij het land hebben geregeerd sinds het land 200 jaar geleden onafhankelijk werd. 

Tot nu toe lijkt het erop dat de meest voorzichtige elementen van de heersende klasse de overhand hebben gehad. Een artikel in de grootste bourgeois krant van Peru, La República, beschreef Fujimori als onverantwoordelijk omdat zij van fraude sprak. “We doen een beroep op het verstandige en doordachte leiderschap van de politieke leiders en autoriteiten. We moeten de straten in het binnenland, die bruisen van wantrouwen en woede, tot rust brengen.” Dit is waar ze zich zorgen om maken. Elke poging om de verkiezing van Castillo te stelen, zal meer massa’s arbeiders en boeren de straat op drijven en hen verder radicaliseren. 

Dit geeft je een indicatie van wat Castillo te wachten staat als hij eenmaal beëdigd is. De heersende klasse en het imperialisme zullen alles op alles zetten om te voorkomen dat Castillo zal regeren. Ditzelfde hebben we gezien tegen Chávez in Venezuela. Leden van de coupplegende Venezolaanse oppositie waren in Lima en stonden achter Fujimori. Ze zullen het Congres en de ander burgerlijke instituten zoals de media, het staatsapparaat (tot en met het leger), alsook economische sabotage gebruiken. Alles om zijn vermogen te beperken om zijn beleid uit te voeren. 

Verdedig de overwinning: bereid je voor op strijd

Ondanks de referenties aan Marx, Lenin en Mariategui in de documenten van Peru Libre, is het programma van Castillo er een van nationaal-kapitalistische ontwikkeling. Hij wil de minerale rijkdom van het land gebruiken voor sociale programma’s en wil samenwerken met “productieve nationale zakenlieden” om de “economie te ontwikkelen”. Zijn model is het Ecuador van Correa en het Bolivia van Morales. 

Het probleem is dat zulke verantwoordelijke “nationale productieve” kapitalisten niet bestaan. De Peruaanse heersende klasse, de banken, de landeigenaren en de kapitalisten, zijn allemaal verbonden met de belangen van de multinationals en imperialisten. Ze zijn niet geïnteresseerd in “nationale ontwikkeling” maar in zelfverrijking. 

Castillo staat nu voor een dilemma. Ofwel, hij kan gaan regeren voor de massa’s van arbeiders en boeren die voor hem hebben gestemd, wat een radicale breuk met de kapitalisten en multinationals zal betekenen. Dat kan alleen gedaan worden door te vertrouwen op buitenparlementaire massamobilisatie. Ofwel, hij kan zwichten en zijn programma afzwakken en concessies doen aan de belangen van de heersende klasse. Dat zal betekenen dat hij het vertrouwen zal verliezen van allen die op hem gestemd hebben en zal hem voorbereiden op de ondergang. Als hij probeert beide partijen te dienen (de arbeiders en de kapitalisten), zal hij beiden falen. 

In een poging om ‘de markten’, die nerveus waren tijdens de stemmentelling, gerust te stellen, heeft Castillo’s team een verklaring uitgegeven die het waard is om te citeren: 

“In het eventuele geval van een regering van professor Pedro Castillo Terrones, de presidentskandidaat van Peru Libre, zullen we de autonomie respecteren van de Centrale Reservebank, die goed werk heeft verricht om de inflatie ruim twee decennia laag te houden. We herhalen dat we in ons economisch plan geen nationalisaties, onteigeningen, confisqueringen van spaargeld, wisselcontroles, prijscontroles of importverboden in beschouwing hebben genomen. De volkseconomie met markten waarvoor we pleiten, bevordert de groei van bedrijven, in het bijzonder landbouwbedrijven en het MKB, om zo meer banen en betere economische kansen voor alle Peruanen te scheppen. We zullen een open en brede dialoog in stand houden met de verschillende sectoren van oprechte zakenlieden en ondernemers, van wie de rol in de industrialisering en productieve ontwikkeling fundamenteel is. Om het recht op zorg en onderwijs voor allen te garanderen, is het nodig om de kwaliteit te verbeteren en de sociale uitgaven te verhogen. Dit moet gebaseerd zijn op hervormingen van de mijnbouwbelasting, om zo de belastinginning te verhogen in het kader van een fiscaal duurzaam beleid, met een geleidelijke afname van het begrotingstekort en het respecteren van alle toezeggingen om de Peruaanse staatsschuld af te betalen.”

Castillo zelf verklaarde: “Ik heb zojuist gesprekken gehad met het nationale bedrijfsleven, dat laat zien het volk te steunen. We zullen een regering vormen die respectvol is tegenover de democratie, tegenover de huidige grondwet. We zullen een regering vormen met financiële en economische stabiliteit.” Alle ervaring laat zien dat wat de heersende klasse beschrijft als “financiële en economische stabiliteit” in werkelijkheid betekent dat de arbeiders en de armen zullen betalen voor de crisis van hun systeem, terwijl de best mogelijke voorwaarden gegarandeerd zijn voor het realiseren van kapitalistische winsten. Het betalen van de schuld is in tegenspraak met het implementeren van een beleid van sociale uitgaven. Hier moet Castillo zich tegen verzetten, in het algemene belang van de arbeiders en boeren. Er is geen middenweg. 

Voor nu vieren de Peruaanse massa’s de overwinning en staan ze klaar voor de verdediging ervan. De strijd is nog maar net begonnen. Elke stap die Castillo vooruit zet zal gesteund moeten worden. Zijn aarzelingen en terugtrekkingen moeten worden bekritiseerd. De arbeiders en boeren kunnen alleen vertrouwen in hun eigen krachten en zullen deze moeten mobiliseren in een staking tegen de oligarchie. 

Zoals Mariátegui zei, in zijn conclusie van “Anti-Imperialistisch Perspectief”, een document dat hij presenteerde voor de Latijns Amerikaanse conferentie van Communistische Partijen in 1929:

“Om te concluderen: we zijn anti-imperialisten omdat we marxisten zijn, omdat we revolutionairen zijn, omdat we tegenover het kapitalisme het socialisme stellen als een antagonistisch systeem, dat geroepen is om het op te volgen.”

Zijn perspectief is relevanter dan ooit.