Afgelopen vrijdag 28 september werd de 'WOinActie landelijke actieweek' afgesloten, na verschillende acties van studenten en docenten in universiteiten over het hele land. Er werden debatten gevoerd en openluchtcolleges gegeven op de meeste universiteiten, maar in Utrecht, Nijmegen en Amsterdam vonden er ook protestacties plaats tegen de bezuinigingen, hoge druk op studenten en docenten, en voor meer democratische inspraak.

Het verst gevorderd was de situatie in Amsterdam, waar een Mars voor Onderwijs werd georganiseerd op vrijdag 28 september. Enkele honderden studenten demonstreerden, met een mars die langs het P.C. Hoofthuis liep, dat die ochtend bezet was door een groep studenten. Enthousiasme voor de bezetting leidde tot een vroegtijdig einde van de mars, met studenten en docenten die binnen in het gebouw een kijkje namen.

De 'linkse' burgemeester Halsema en politie wilden echter een herhaling van 2015 voorkomen, toen achtereenvolgend het Bungehuis en Maagdenhuis bezet werden, dus sommeerden de studenten het pand te verlaten voor 15:30. Dit zorgde ervoor dat er een groep van tientallen studenten achterbleef (of terugkwam) om de ontruiming te vertragen uit solidariteit. Enkele belangrijke straten in het Centrum van Amsterdam werden afgesloten om de ontruiming in gang te zetten, waarbij een keten van studenten voor de ingang van het pand één voor één werd weggesleept, om vervolgens zo'n 30 studenten in het pand zelf te arresteren.

Ondanks de repressie en de bijkomende laster vanuit de rechtse pers, hebben de bezetting en de solidariteit vanuit studenten en docenten de eisen van de beweging goed op de kaart gezet. Het is nu tijd voor studenten en docenten in heel Nederland om verder te bouwen aan een landelijke actie als volgende stap. De bezetting was een aanvullende tactiek, maar bezettingen moeten geen doel op zich worden. Het is in de belang van de beweging om zich nu landelijk te manifesteren.

Nu de arbeidersbeweging steeds meer in het offensief komt, is het noodzaak om banden te smeden met de FNV. Studentenactiegroepen hebben al aangegeven om zich te voegen bij het protest tegen bezuinigingen in de publieke sector op 2 oktober. Dit zou een goed startschot zijn voor verdere samenwerking. De gezamenlijke vijand is het kabinet-Rutte III, dat zowel de studenten, docenten en andere werknemers in de publieke en private sector aanvalt. Een landelijke demonstratie tegen het kabinet zelf van iedereen die benadeeld wordt, zou het bewustzijn verhogen en de beweging vooruit brengen richting verdere acties tegen dit kabinet.

De situatie is objectief gezien beter. De arbeidersbeweging zit in het offensief, omdat de actiebereidheid veel hoger is dan enkele jaren geleden. Studenten en docenten zijn zich ook bewuster van de noodzaak voor een hardere strijd en trappen ook niet meer in de val van vage beloften.

Verder is er nu een betere landelijke coördinatie tussen de actiegroepen in het WO, iets dat vrij zwak was in 2015, toen er een grote nadruk was op 'decentralisatie'. Decentralisatie in de zin van meer democratische inspraak voor de studenten en docenten op de verschillende universiteiten, was een goede eis, maar decentralisatie en 'consensus' in de beweging zelf speelden een verzwakkende rol.

De coördinatie had echter nog beter gekund indien de LSVB een echte democratische studentenbond was. Het aftreden van Geertje Hulzebos heeft echter aangetoond hoe bureaucratisch en ondemocratisch deze organisatie opereert. Omdat Hulzebos een strijdbare politieke mening had, werd zij niet meer geschikt geacht om deel uit te maken van het bestuur. Het bestuur wordt geacht om in de eerste plaats een gesprekspartner te zijn van het Ministerie van Onderwijs, in plaats van de democratische vertegenwoordiger te zijn van de Nederlandse studenten.

Zo is de LSVB dan ook een organisatie waar de bestuursleden van buitenaf moeten solliciteren voor een functie, in plaats van dat deze democratisch worden gekozen vanuit de leden van de aangesloten studentenbonden. Op die manier is de LSVB een organisatie die gezien wordt als een plek om 'bestuurservaring' op te doen, in plaats van dat deze als democratische strijdorganisatie opereert. Het is de taak van de kritische leden van de aangesloten studentenbonden, om deze organisatie te redden van de bureaucratische ondergang, door te vechten voor een democratische reorganisatie en een strijdbaar programma.

  • Voor een democratische en strijdbare studentenvakbond
  • Voor een landelijke mobilisatie, samen met de vakbeweging, tegen Rutte III
  • Stop de bezuinigingen en commercialisering van het hoger onderwijs
  • Vecht tegen het kapitalistische systeem, dat de grondoorzaak van dit alles is