Onlangs verscheen eindelijk, na een nog altijd niet opgehelderde vertraging, het rapport van de commissie die eind vorig jaar werd ingesteld om onderzoek te doen naar de relatie tussen de SP en haar jongerenorganisatie ROOD. Lees hier onze analyse en reactie erop.

Onlangs verscheen eindelijk, na een nog altijd niet opgehelderde vertraging, het rapport van de commissie die eind vorig jaar werd ingesteld om onderzoek te doen naar de relatie tussen de SP en haar jongerenorganisatie ROOD. Het belangrijkste advies van de commissie, namelijk dat er een ‘nette scheiding’ zou moeten komen tussen de partij en de weerspannige jongerenvereniging, was al enige tijd bekend, maar nu kan men zelf het hele onderzoek lezen. Wij willen in dit artikel de situatie schetsen voor de oningewijde lezer, maar vooral ook ROOD-leden oproepen om geen knieval te maken voor de partijbureaucratie.


De commissie onder voorzitterschap van Bondssecretaris van de Nederlandse Politiebond Nine Kooiman kreeg in december de drieledige opdracht om ‘(1) te onderzoeken hoe deze situatie bij ROOD heeft kunnen ontstaan, waaronder de begrepen analyse van de voedingsbodem voor het Communistisch Platform, (2) te onderzoeken of de huidige spelregels van ROOD en de SP goed zijn nageleefd en of er een noodzaak is die spelregels aan te passen en (3) uiterlijk 1 mei 2021 aanbevelingen en voorstellen te doen voor het organiseren van jongeren binnen de SP’. Het onderzoek werd gedaan op basis van geschreven bronnen (openbare én interne) en gesprekken met leden uit alle lagen van de partij en jongerenorganisatie. 

Het rapport vertelt de geschiedenis van de socialistische jongerenorganisatie: ‘In 1999 begon ROOD als werkgroep waarvan de voorzitter in dienst van de partij was. In 2003 werd de vereniging Rood, jongeren in de SP opgericht. Daarmee kon aanspraak gemaakt worden op de subsidie die voor politieke jongerenorganisaties beschikbaar is. Ook koos de ledenvergadering voortaan het ROOD-bestuur.’ ‘ROOD heeft sinds haar oprichting haar bestaansrecht in ieder geval op twee manieren dubbel en dwars bewezen’, lezen we verderop in het rapport, namelijk door ‘met jongeren grote veranderingen’ te bereiken en te dienen als ‘kweekvijver voor talentvolle SP’ers’. Maar in de afgelopen jaren is, volgens de opstellers, de organisatie in neergang gekomen: in 2016 had ROOD twintig en begin 2020 nog maar acht groepen en het aantal leden is gedaald van 2955 in 2007 naar 1102 aan het einde van 2020. 

Hoe verklaart de commissie deze ontwikkeling? Ten eerste, een cultuurverandering. ‘Het uitblijven van groot succes bij de SP, uitgedrukt in verkiezingswinst of bereikte veranderingen, draagt eraan bij dat iedereen meningen vormt over hoe de partij succesvoller kan zijn. Zo ook bij ROOD. Discussies en onvrede spitsen zich toe op de vraag of standpunten radicaler moeten of niet. Of de juiste thema’s naar voren worden geschoven of niet. Een terugkerende discussie gaat over of thema’s als discriminatie, klimaat en migratie meer aandacht moeten krijgen of juist niet. Deze discussies vonden ook plaats in een context waarin ook landelijk de SP, mede vanuit het vorige dagelijkse bestuur, ideologisch een scherper profiel zocht. Hierbij kwam ook – mogelijk meer dan voorheen en in lijn met de tijdgeest waarin kritiek op het kapitalisme steeds breder werd en wordt gedeeld – meer aandacht voor de Marxistische wortels van het socialisme. Ook was er de roep om luider dan voorheen een radicaal geluid te laten klinken. Een deel van de partij vond (en vindt) dat het wel een tandje meer mocht.’

‘Bij ROOD bestond altijd een gezonde afkeer van de praktijken van andere politieke jongerenorganisaties waar men vooral bezig was parlementje te spelen met een heel circus aan moties en amendementen’, schrijven de opstellers. ‘ROOD was er trots op daadwerkelijke veranderingen af te dwingen en was daar vaak ook de initiatiefnemer in. Daar werden jongeren van universitair tot praktisch geschoolden bij betrokken. (...) Uit de vele gesprekken haalt de commissie dat die cultuur flink veranderd is in de afgelopen jaren. ROOD werd de afgelopen jaren steeds meer een discussieclub, waar met name universitair geschoolden zich thuis voelden.’ Voorzitter van SP Rotterdam en ROOD-lid Tijs Hardam wijst er in een artikel op hoe onzinnig deze voorstelling is, dat dit gebrek aan praktisch geschoolden een structureel kenmerk van politieke jongerenorganisaties is en dat er al jaren sprake is van felle discussie en moties binnen ROOD.[1] Daar komt bovenop dat de commissie een valse tegenstelling creëert: bezig zijn met de inhoud, met discussie en democratie wordt ‘parlementje spelen’ genoemd en gesteld tegenover actievoeren en veranderingen afdwingen. Bovendien wordt gesuggereerd dat niet-universitair geschoolde mensen geen interesse zouden hebben in de inhoud en alleen maar actie zouden willen voeren: een blijk van diepe minachting. 

Verder was er nog het sinistere complot van het Communistisch Platform, wat invloed in de jongerenorganisatie wilde verwerven om uiteindelijk de goede oude Socialistische Partij om te vormen tot een communistische, wat volgens de commissie alleen aantrekkelijk gevonden kon worden omdat ‘het scholen bij ROOD niet meer door de SP of het ROOD-bestuur werd georganiseerd’. Hierbij wordt ten eerste, zoals het ROOD-artikel terecht stelt, voorbijgegaan aan de scholingswerkgroep, die precies met dat doel werd opgericht.[2] De algemene radicalisering in de maatschappij, de toenemende kritiek op het kapitalisme die we wereldwijd zien, wordt bovendien niet voldoende op waarde geschat. Het rapport erkent dat het gaande is (‘de tijdgeest waarin kritiek op het kapitalisme steeds breder werd en wordt gedeeld’), maar wanneer het zich dan manifesteert binnen ROOD moet dat wel een complot van het CP zijn!

Slechte communicatie speelde ook een rol, omdat ‘de band tussen het SP-bestuur en het ROOD-bestuur vrijwel alleen via de ROOD-voorzitter liep’. In een ander interessant artikel op de ROOD-website legt Arno van der Veen uit hoe anders zijn ervaringen als ROOD-bestuurslid en voorzitter waren. Volgens hem is het niets meer dan een ‘gezocht argument’ en een ‘projectie’ van het ongezonde klimaat in de partij, met het doel om kritiek te smoren en ‘een jarenlange gewenste reorganisatie van onze jongerenorganisatie te forceren’.[3] Het rapport meldt echter: ‘Uit de vele gesprekken die de onderzoekscommissie gevoerd heeft blijkt dat het bestuur van de SP te laat op de hoogte van de problemen bij ROOD was, te laat heeft ingegrepen en daardoor ook meende hard te moeten ingrijpen.’

Ingrepen en escalatie

De bedoelde ‘ingreep’ is de royementenregen van eind vorig jaar, een late paniekerige reactie van de bureaucratie op het door ROOD aangenomen voorstel om deelname aan een regering met de VVD uit te sluiten. Niet veel later volgde de ondertussen beruchte uitzending van Nieuwsuur waar de bureaucratie in de persoon van Arnout Hoekstra poogde om de geroyeerden nog een trap na te geven door ze als gevaarlijke putschisten af te schilderen, pek en veren op nationale televisie. Het rapport merkt op dat de formele reden voor de royementen niet ideologisch maar hun zogenoemde dubbellidmaatschap was, die de SP-statuten verbieden. ‘De ruimte hiertussen’, staat in het rapport, ‘gaf bij veel ROOD-leden het idee (!) dat er naar buiten toe een andere reden werd genoemd dan intern en dat het lidmaatschap van een andere partij werd gebruikt als excuus om van lastige leden af te komen.’ In werkelijkheid was dit een moment van verrassende eerlijkheid van de kant van de bureaucratie. De bureaucratie heeft geen interesse in ideologische strijd. Ze heeft geen ideeën, wil slechts aanvaardbaar worden voor de heersende klasse voor eigen gewin. Ze is bang van onruststokers met principes en gebruikt daarom administratieve mechanismen van hen af te komen. De ideeën waar de bureaucratie vanaf wil, hebben niets te maken met ‘gewelddadige burgeroorlogen’ of wat dan ook, maar dat het gaat om de ideeën is duidelijk. In feite gaat het vooral nog om ideeën die opportunisme en carrière jagen lastiger maken, zoals duidelijk anti-racisme en internationalisme, kritiek op het kapitalisme als maatschappelijk stelsel en niet regeren met de VVD. Dit zijn de werkelijke ideeën die de bureaucratie niet wil bediscussiëren. 

Toen de zelfstandige en democratisch gezinde vereniging ROOD de ‘ingreep’ niet pikte en geroyeerde leden handhaafde en zelfs in het bestuur verkoos, ‘escaleerde’ het conflict, dat wil zeggen werd de steun opgeschort, enzovoort. Voor de commissie is deze zelfstandigheid van ROOD niet een waarborg voor enige bewegingsvrijheid (hoe beperkt ook), maar juist een belangrijke bron van ellende. ‘De verwachting tegenover ROOD is altijd geweest dat het meewerkt aan het dichterbij brengen van de doelen van de SP. Immers ROOD heet niets voor niets ROOD, jong in de SP, waarmee het de verwachting schept dat het zich opstelt alsof het binnen de eigen vereniging functioneert. Het oprichten van een eigen vereniging met eigen statuten staat daar haaks op. (...) De commissie vraagt zich (...) af of het hebben van een dochtervereniging voor de jongerenorganisatie wel nodig is voor het bieden van een plek voor jongeren in de SP.’ De oorspronkelijke ‘keuze (…) om de jongerenvereniging compleet buiten de partij te plaatsen is achteraf gezien een ongelukkige keuze geweest.’ 

Wat zegt de commissie hier nou echt? Dat de vereniging ROOD enkel en alleen is opgericht om subsidie te kunnen trekken, dat de onafhankelijkheid alleen tot stand kwam omdat het moest! De jongeren hebben volgens de commissie te veel (!) ruimte gekregen, wat, in combinatie met slecht ‘contact’ tussen de partij en de jongerenorganisatie en de andere genoemde factoren, ertoe kon leiden dat de organisaties uiteengegroeid zijn! Wat we hier zien, is zuiver opportunisme: Ach en wee, hadden we maar nooit de teugels laten vieren omwille van de subsidie![4]

De commissie adviseert daarom om ‘in goed overleg’ ‘afscheid te nemen van de huidige ROOD-vereniging’ en deze te vervangen door een kruipersclub, een zuiverder werktuig in de handen van de bureaucratie, zelfs als dat ten koste gaat van de subsidie: ‘In de afweging die gemaakt moet worden tussen de voordelen van subsidie ontvangen en de jongerenorganisatie dichtbij de SP te hebben staan, raden wij aan het laatste van doorslaggevend belang te laten zijn.’[5] De SP is hier al mee begonnen, onder de naam Jong in de SP. Hardam noemt dit in zijn artikel terecht ‘een farce, een propaganda-offensief. Het heeft ten doel twijfelende leden ervan te overtuigen dat er een toekomst is voor de SP zonder ROOD’.[6] De commissie geeft ook het ‘advies’ om afdelingen waar goed contact bestaat tussen de SP en ROOD (nota bene een organisatie die bestaat uit leden van de SP!) te ‘versterken’: een onmiskenbaar eufemisme voor bureaucratische inmenging, voor zuiveringen en andere handelingen om deze afdelingen die de misdaad begingen om niet zomaar hun leden te laten vallen onschadelijk te maken. 

Wat te doen?

Over enkele dagen zal de volgende algemene ledenvergadering van ROOD plaatsvinden. Niet lang daarvoor zal de partijraad zich uitspreken over het rapport en de aanbevelingen van de commissie. Revolutie roept ROOD-leden op om geen illusies te koesteren en om niet te buigen voor het partijapparaat, om geen concessies te doen omwille van de eenheid. Als het voorgestelde ‘afscheid’ er inderdaad komt, moet dat moment niet worden gebruikt om ROOD op te heffen, maar om de vereniging te versterken door middel van méér democratie, méér scholing en aandacht voor de inhoud en een radicalere koers. Het ROOD-bestuur heeft goede voorstellen gedaan in deze richting, zoals de verruiming van de lidmaatschapseisen en de expliciete erkenning van het doel van de vorming van een voorhoede en de uiteindelijke stichting van een klassenloze maatschappij.[7] Het is verstandig om na de afstoting een oriëntatie op de SP te behouden en samen te werken met de beste elementen. ROOD kan een aantrekkingspunt worden voor de beste elementen onder de radicaliserende Nederlandse jongeren en hen mobiliseren. Voor de SP zelf zou het ‘afscheid’ echter een gevaarlijke amputatie zijn, die de crisis en ontevredenheid in de partij slechts zal versterken. 

Vooruit met ROOD, tegen de SP-bureaucratie! 


[1] Tijs Hardam, ‘Wij gaan helemaal nergens heen’ (12 juni 2021), https://roodjongindesp.nl/wij-gaan-helemaal-nergens-heen/ (20 juni 2021).

[2] ROOD, ‘Reactie Rapport Commissie-Kooiman’ (8 juni 2021), https://roodjongindesp.nl/reactie-rapport-commissie-kooijman/ (20 juni 2021).

[3] Arno van der Veen, ‘Kritische leden zijn betrokken leden’ (18 juni 2021), https://roodjongindesp.nl/kritische-leden-zijn-betrokken-leden/ (20 juni 2021). 

[4] Het is niet zo dat het in ieder denkbaar geval onacceptabel is om van de overheid subsidie te ontvangen, maar men moet er wel mee uitkijken. In principe doet men dit niet als socialisten. Het brengt serieuze gevaren met zich mee voor organisaties die willen breken met de huidige stand van zaken. De socialistische beweging mag nooit financieel afhankelijk zijn van de overheid, maar moet altijd steunen op geld van leden en sympathisanten.

[5] Wat er precies met de ROOD-leden gaat gebeuren, die officieel ook SP-leden moeten zijn, wanneer er ‘afscheid’ wordt genomen van ROOD, zal in de praktijk lastiger zijn dan het klinkt, zoals Arno van der Veen terecht op Twitter heeft opgemerkt. https://twitter.com/arnonimiteit/status/1394967500497035270

[6] Tijs Hardam, ‘Wij gaan helemaal nergens heen’ (12 juni 2021), https://roodjongindesp.nl/wij-gaan-helemaal-nergens-heen/ (20 juni 2021).

[7] ROOD, ‘Stukken Ledenvergadering 27 juni’ (7 juni 2021), https://roodjongindesp.nl/stukken-ledenvergadering-27-juni/ (20 juni 2021).